Ouders Online
Archief
Mini-dossier: "De grens van de kinderwens"
Reactie op Opinie

6 oktober 2001

De opinie van Bernike Pasveer, waarin zij zich kritisch opstelde tegenover de huidige praktijk van vruchtbaarheids-behandelingen, krijgt een vervolg.

Mevrouw F.M. Prak, fertiliteitsarts in het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU), uit forse kritiek op de opinie van Pasveer. Volgens Prak heeft Pasveer verzuimd te vragen wat de dokters ervan vinden. Natuurlijk weten zij hoe zwaar de vruchtbaarheidsbehandelingen zijn voor kinderloze paren. Zou Pasveer niet eens willen komen kijken met een verborgen camera? Hieronder vindt u de volledige tekst.

In haar weerwoord neemt Bernike Pasveer de uitnodiging van mevr. Prak graag aan. Pasveer betreurt vooral het feit dat mevrouw Prak haar opinie als een anti-dokter-stuk leest. Ook dit weerwoord vindt u hieronder.

En wat vinden de lezers van Ouders Online er eigenlijk zelf van? Als je zelf kinderen hebt, kun je kinderloze stellen dan aanraden om net zo lang door te gaan met de behandelingen tot er een kindje komt? Is het allemaal de moeite waard?

Onze lezerspeiling wees uit dat ruim de helft (56%) van de mensen met kinderen het inderdaad de moeite waard vindt, wat het ook kost. Maar eveneens veel ouders (43%) zeggen dat ze weliswaar blij zijn met de kinderen, maar dat ze er toch geen zware behandelingen voor over gehad zouden hebben. Zó zaligmakend zijn kinderen dus ook weer niet, lijkt de boodschap van deze ouders.


De zwarte piet naar de dokter?

door F.M. Prak (fertiliteitsarts, Universitair Medisch Centrum Utrecht)

De conclusies van mevrouw Pasveer roepen bij mij als deskundige in de behandeling en begeleiding van paren met een vruchtbaarheidsprobleem grote twijfel op. Ik zal uitleggen waarom.

Hoe weet Pasveer eigenlijk dat artsen tijdens het hele traject van de behandeling geen rekening houden met de vaak dramatische veranderingen in het leven van een patiënt als gevolg van de behandeling? Mij is niets gevraagd. Mijn collega's (verenigd in de Vereniging Voor Fertiliteitsartsen (VVF) ook niet. En toch zijn wij de dokters waar Pasveer het over heeft. Wij zijn in Nederland voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor de behandeling en begeleiding van de paren met vruchtbaarheidsproblemen.

Patiënt altijd ontevreden
Iets anders is natuurlijk dat de patiënt zelf het idee heeft dat er te weinig rekening wordt gehouden met haar, maar dat is onderdeel van het gehele probleem op zich. De patiënt vindt dat niemand op juiste wijze rekening houdt met het lijden en verdriet dat zij heeft als gevolg van het niet zwanger (kunnen?) worden: de partner niet, de werkgever niet, ouders en vrienden niet, de omgeving niet... Ik signaleer dit vaak en adviseer paren zeer regelmatig psycho-sociale begeleiding van het aan ons team verbonden maatschappelijk werk om hiermee te leren omgaan.

Pasveer schuift de zwarte piet voor het gemak maar naar de dokter: dat doet het immers altijd goed. Heeft zij zelf wel voldoende in de omvang van problematiek verplaatst of gaat zij slechts af op wat de onderzoeksgroep vertelt?

Wij als artsen vinden helemaal niet dat alle stellen behandeld moeten worden. Wekelijks proberen wij paren ervan te overtuigen dat hun spontane kans op zwangerschap nog te groot is om een behandeling rechtvaardigen en sturen we ze 'met lege handen' (zonder therapie) weer een poosje naar huis. Kost vaak erg veel moeite want men wil niet wachten, men wil plannen en de planning is: NU EEN BABY!!

Verborgen camera
Pasveer stelt dat "een behandeltraject wordt bepaald door de medische technologie: patiënten zelf kiezen er niet voor". Wat zijn artsen eigenlijk voor monsters om mensen allerlei behandelingen tegen hun zin te laten ondergaan? Zoals Pasveer het voorstelt, zouden er toch al lang artsen berecht moeten zijn wegens het behandelen onder dwang? Patiënten kiezen gelukkig wel zelf.

Dat paren moeilijk met de behandelingen kunnen stoppen vanwege 'geanticipeerde beslissingsspijt' herken ik inderdaad. Ik probeer patiënten er vaak vanaf te brengen, maar toch houd ik het -- net als mijn collega's volgens Pasveer in stand. Kon zij maar eens een poosje met een verborgen camera een meekijken en luisteren naar wat er allemaal ter sprake komt tijdens de vele gesprekken die wij met de paren voeren.

Invloed van de commercie en de media
Pasveer stelt: "Er is geen goed ontworpen niet-medische omgang met ongewenste kinderloosheid". Daar ben ik het helemaal mee eens. Aan die verandering moet vooral worden bijgedragen door de directe omgeving van de patiënt en door de media. Maar dat zal niet gemakkelijk gaan, want het hebben van kinderen brengt zeer grote commerciële belangen met zich mee. Denk niet alleen aan artsen en de farmaceutische industrie, maar ook aan alle tijdschriften, organisaties en winkels die alleen kunnen bestaan dankzij het feit dat mensen kinderen hebben en daar alleen het beste voor willen. Daardoor zal het hebben van kinderen wel altijd tot het absolute summum verheven blijven: hele volksstammen verdienen er hun boterham mee.

F.M. Prak, fertiliteitsarts UMCU


Arts en patiënt te weinig 'samen op reis'

weerwoord van Bernike Pasveer

Het onderzoek waarover ik verteld heb, is gedaan vanuit het perspectief van de patiënten. Hoe zien zij hun leven als voortplantingspatiënt en als ongewenst kinderloze? Natuurlijk is het ook interessant om na te gaan wat het perspectief van de behandelende artsen is. In het uiteindelijke onderzoeksverslag benadrukken we dat ook.

In het rapport wordt veel aandacht besteed aan het werk van patiënten zelf, juist om te voorkomen dat zij worden beschouwd, zoals zo vaak gebeurt, als slachtoffers van slechte dokters en technologie. Om patiënt te zijn, dat zeg ik ook in de Opinie, werken mensen zelf ook mee. Maar in dat meewerken verandert er van alles. Dat wat het 'oude' leven bijeenhield, maakt plaats voor nieuwe relaties, een ander lichaam, en een andere, ingewikkelde persoonlijkheid.

De plank mis
Mevrouw Prak suggereert nu, dat wat in het traject door de patiënt, de arts en de technologie in dat opzicht stuk gaat, de psychologen in de kliniek klaarstaan. Daarmee slaat ze dus precies de plank mis. De kwaliteit van het bestaan van voortplantings-patiënten, om maar een groot woord te noemen, dient niet te worden uitbesteed aan anderen. Die kwaliteit ontstaat in het traject dat mensen doorlopen IN en rondom de kliniek, is daarmee inherent onderdeel van de werking van die voortplantingstechnologieën. Anders gezegd: artsen moeten zich net zo goed bezighouden met het maken van betere embryo's als met het maken van betere trajecten. Dat laatste is geen werk van artsen alleen, uiteraard, maar het is beslist niet iets waar de beroepsgroep buiten kan staan.

Iedereen klaagt
Mevrouw Prak zegt dat zij en haar collega's niet vinden dat mensen altijd moeten worden behandeld, en dat ze dat ook wel zeggen tegen patiënten. Ook patiënten zelf vinden niet altijd ondubbelzinnig dat zij moeten worden behandeld, en ook zij zeggen dat wel eens tegen de dokters. Klaarblijkelijk schort er nogal wat aan de communicatie, want patiënten 'klagen' dat dokters hen niet serieus nemen, en dokters 'klagen' dat patiënten hen niet willen horen.

Ons onderzoek suggereert dat de twijfel over wat te doen, hoe te (be)handelen – die twijfel wordt klaarblijkelijk gedeeld door artsen en patiënten – nergens onderwerp is van een 'open' gesprek tussen arts en patiënt. Dáár wringt de schoen.

Het voorbeeld dat Prak aanhaalt van het stel dat wil plannen en zegt: 'en nu een baby, snel' is treffend in dat verband. Ook dat voorbeeld toont dat arts en patiënt dus niet samen reizen, en dat de praktijk niet beschikt over afstemmingsmechanismen die ervoor kunnen zorgen dat dergelijke miscommunicaties niet of minder voorkomen.

Verschillende blikrichting
Dat patiënten en artsen een nooit in de kliniek geagendeerde, verschillende blikrichting hebben, blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat gynaecologen nog altijd zonder van kleur te verschieten melden, dat na drie IVF behandelingen 50% zwanger is. Wellicht is dan bij 50% van de vrouwen zwangerschapshormoon gevonden in het bloed, maar het is niet zo dat 50% van de vrouwen na drie maal IVF met een baby naar huis kan. Echte zwangerschappen ontstaan slechts in 20% van de gevallen. Het mag sommige artsen te doen zijn om slagen van het technische kunstje, vrouwen en stellen is het te doen om een 'take home baby'.

Gemeenschappelijk belang
Kortom, ook uit de reactie van mevrouw Prak blijkt wel dat er veel werk aan de voortplantingswinkel te doen is. Gezamenlijk werk, van patiënten en medisch personeel, maatschappelijk werkers en psychologen. Als socioloog kan ik bijdragen door zinvolle reflecties te produceren over de voortplantingspraktijk.

Ik neem het aanbod van mevrouw Prak dan ook graag aan om met een verborgen camera een poosje mee te komen kijken en luisteren. Wat mij betreft gaan dokters en patiënten en onderzoekers niet voort op een weg waarin zij lijnrecht tegenover elkaar komen te staan. Uiteindelijk is een goede zorg voor de patiënt een gemeenschappelijk belang. Maar de patiënt, de samenleving en de zorg, zouden best eens gebaat kunnen zijn met wat een van onze verzekeraars 'ontzorging' noemt: meer nalaten, meer reflectie, meer terughoudendheid.

Bernike Pasveer (sociologe, Universiteit van Maastricht)