1 januari 2000 door Ward van Alphen

Zindelijkheid en potjesangst

Deze week twee vragen over hetzelfde onderwerp: Vraag 1 (potjesangst - Mijn zoontje van bijna 4 jaar is zindelijk... Hij plast op het toilet, maar... zijn "poepie" doet hij nog steeds in een luier, waar hij om vraagt als hij moet. Verder draagt hij een onderbroek. Op het potje durft hij ook geen "poepie" te doen. We hebben alles al geprobeerd en beloofd maar raken radeloos, omdat hij over een paar maanden naar de basisschool moet Soms denken we wel eens dat het gemak is. Is dat zo, of is het misschien toch angst? En wat is de oplossing? Vraag 2 (zindelijkheid) - Onze zoon van 3,5 is nog niet zindelijk. Hij zondert zich wel af, wanneer hij voelt dat er iets komt, maar wil niet naar de wc. Wat moet ik doen?

Antwoord

Eerst een algemeen antwoord op beide vragen. Daarna gaan we er specifieker op in.

De meeste kinderen van vier jaar zijn zindelijk. Een kind van drie en een half jaar dat nog niet zindelijk is, is lastig voor de ouders, maar het is niet ongewoon.

Kinderen worden overdag eerder zindelijk voor poepen dan voor plassen, en als laatste worden zij zindelijk voor het 's nachts plassen. 15% van de vijfjarigen is nog niet helemaal zindelijk overdag of 's nachts.

Zindelijkheid is eigenlijk een heel interessant verschijnsel. Als je naar dieren kijkt, dan merk je dat de meeste dieren hun eigen nest schoonhouden. Ontlasting is een afvalprodukt, en wordt ook zo behandeld. Maar ontlasting wekt ook belangstelling op van dieren. Ze zijn soms geïnteresseerd in uitscheidingsprodukten van anderen, en ook van zichzelf. Zindelijkheid is deels een instinct.

Zouden dieren ook nog wat kunnen leren van hun ouders, die het goede voorbeeld geven in het omgaan met hun ontlasting?

Bij mensen lijken dit soort factoren ook een rol te spelen. Het feit dat ons lichaam een sluitspier heeft, en dat we vanaf een bepaalde leeftijd ook in staat zijn deze te gebruiken, zou wel eens kunnen betekenen dat wij mensen geboren zijn om zindelijk te worden.

Daarnaast is er een belangrijke menselijke factor. We hebben de luier uitgevonden, inclusief een uitgebreid ritueel van verzorging. De moderne wegwerpluiers en luierbroekjes zijn zo comfortabel dat kinderen weinig last meer hoeven te hebben van hun ontlasting. En dan is er de w.c.: een klein hokje, vaak zonder raam, waarin onze produkten met een bulderend geraas in het niets verdwijnen.

Mensen ontwikkelen bovendien een zelfbewustzijn. Kleine kinderen hebben vaak nog moeite om onderscheid te maken tussen zichzelf en de buitenwereld. Ze beschouwen ontlasting vaak als iets dat van hen is, en hebben soms moeite om er afstand van te doen. Dit "loslatingsproces" kan angst oproepen, en tijd kosten. Een kind moet ook afstand doen van het verzorgingsritueel rond het verschonen, en groeien naar meer zelfstandigheid.

Het zindelijk worden is van cruciale betekenis voor de (autonomie-)ontwikkeling van het kind. Het kind ervaart dat alleen hij controle heeft over het wel of niet poepen/plassen, en dus niet zijn ouders. Een kind leert zindelijk te worden in de relatie tot zijn ouders/verzorgers. Hij kan zijn ouders een 'hoop' plezier doen, of juist niet.

Wanneer er sprake is van dwang en ongeduldigheid in de opvoeding is de kans groot dat er tussen ouders en kind machtsconflicten ontstaan. Er ontstaat dan een strijd waarbij het kind in verzet gaat. Het kind zal altijd winnen van zijn ouders, want hij heeft de macht om te bepalen waar en wanneer hij plast en poept. Het is zijn prestatie wanneer hij zindelijk wordt, en niet van zijn ouders, maar in zekere zin is het natuurlijk toch ook hun prestatie. Want zij hebben een goede manier gevonden om bij hun kind belangstelling te wekken en zijn medewerking te krijgen om zindelijk te worden.

Antwoord op vraag 1 (potjesangst)

Uw zoon is bijna vier en durft niet op het potje te poepen. Hij voelt kennelijk wel aan wanneer hij moet gaan poepen, want hij vraagt zelf om een luier. Hij begrijpt ook dat poep een bijzondere behandeling verdient, immers: hij poept niet achteloos in zijn broek. Als hij ergens bang voor zou zijn, is het niet voor de w.c. zelf -- hij plast gewoon in het toilet.

Kortom: het zindelijk worden is ergens vastgelopen, maar er is een basis aanwezig om verder te komen.

Zoals altijd is de oplossing natuurlijk -- van een afstand en zonder uw zoontje te kennen -- moeilijk te geven. U zou nog eens kunnen kijken naar het antwoord in het archief op de vraag "problemen met poepen" van vijf weken geleden. Een heel ander verhaal dan bij uw zoontje, maar de tips kunnen wellicht voor u ook bruikbaar zijn.

Misschien gaat het bij uw zoontje niet zozeer om belonen alswel om verleiden. "Grote mensen gedrag" is leuk, stoer en de moeite waard om na te volgen. Naar de w.c. gaan is normaal en ongevaarlijk, hierin zou u uzelf als volwassene een vertrouwd rolmodel kunnen aanbieden. Misschien kan uw zoontje lol beleven aan andere grote mensen activiteiten (kan uw partner hierin een rol spelen?).

Wat betreft de luier: het lukt vast niet om deze gewoon niet te geven en de druk zo op te voeren. Zou het helpen als u, zonder boos te worden, laat merken dat een luier vies is, en bijvoorbeeld uw kind de luier zelf laten opruimen?

Wellicht kan uw zoon het potje laten staan en meteen op de w.c. gaan poepen, maar daar twijfel ik nog over. U zou zelf moeten aanvoelen of de angst (en de negatieve lading rond het poepen) daardoor gaat afnemen, of dat de angst kan overslaan van het potje naar de w.c.

Voorwaarde voor dit alles is wel dat er geen sprake is van verstopping, want anders moet daar eerst iets aan gedaan worden. Maar dat lijkt hier niet het geval te zijn.

De kunst is dat je niet één ding doet, maar meerdere dingen tegelijk. Angstreductie, voorbeeld geven, verleiden, op een neutrale manier de luier onaantrekkelijk maken en niet boos worden.

Antwoord op vraag 2 (zindelijkheid)

Uw vraag over de problemen betreffende uw zoontje is erg kort, en u geeft geen achtergrondgegevens, waardoor deze vraag voor mij moeilijk is om te beantwoorden.

U schrijft dat uw zoontje zich wel afzondert (waar, en heeft hij een luier om?), maar dat hij niet naar de w.c. wil. Mogelijk wijst dit probleem op verzet en een normaal ontwikkeld schaamtegevoel van uw zoontje. Hij wil blijkbaar wel alleen zijn als hij plast of poept, maar niet doen wat u van hem verwacht.

Ik zou u aanraden om niet te veel aandacht aan dit probleem te besteden. Aandacht versterkt hoogstwaarschijnlijk het probleem. Het is dan beter om hem zo veel mogelijk met rust te laten (dit gedrag te negeren) en hem zijn eigen tempo te laten bepalen in het naar de w.c. gaan.

Uw geduld wordt op de proef gesteld, maar dit is van essentieel belang om de koppigheid niet te versterken. Eventueel kunt u hem proberen te verleiden om naar de w.c. te gaan door de w.c.-ruimte aantrekkelijk te maken, door bijvoorbeeld de binnenkant van de deur interessant te maken met een foto, of een plaat waar veel op te zien valt. Dit doet u dan zonder er veel woorden aan vuil te maken.