13 mei 2007 door Nienke Vlot

Verhuizen heeft gevolgen voor de kinderen

Wat doet een verhuizing bij kinderen? En hoe kun je er het beste mee omgaan? Nienke Vlot schetst de stand van het wetenschappelijk onderzoek.

Voor kinderen kan een verhuizing zeer ingrijpend zijn. Meestal moeten ze hun vertrouwde buurt achterlaten, inclusief de kinderen die daar wonen, en vaak ook hun school. Vervolgens kan het heel beangstigend voor ze zijn om opnieuw een plekje te vinden op een nieuwe school of in een nieuwe buurt.

Als een verhuizing het gevolg is van een echtscheiding, zijn de gevolgen nog ingrijpender. Dan is er immers niet alleen de verhuizing zelf, maar vaak ook spanning in het gezin en een economische terugval. Een gevolg hiervan kan zijn dat een kind er in woonomgeving op achteruit gaat.

Verhuizen naar een armere buurt

Wanneer kinderen naar een armere buurt verhuizen, blijkt dat ze minder deelnemen aan vrije-tijds-activiteiten dan kinderen die niet verhuizen naar een armere buurt of kinderen die helemaal niet verhuizen.

Een verklaring hiervoor kan zijn dat ouders die naar een armere buurt verhuizen, gewoon minder financiële mogelijkheden hebben om clubjes etc. te bekostigen. Ze waren immers verhuisd naar die wijk omdat ze teruggingen in hun inkomen (afgezien van die enkele yup of intellectueel die bewust naar een armere buurt verhuist, bijvoorbeeld vanwege de verrassende woonruimtes die je daar soms kunt vinden). Een andere verklaring zou kunnen zijn dat ouders hun kinderen binnenhouden, met het oogmerk ze niet in aanraking te laten komen met criminaliteit, die in armere wijken nu eenmaal meer voorkomt.

Maar welke verklaring je ook kiest, het gevolg is hoe dan ook dat de kinderen meestal minder in contact komen met leeftijdsgenoten, wat niet goed is voor hun ontwikkeling (Pettit, 2004).

Schoolprestaties

Uit een onderzoek naar verhuizing en de daaruit voortvloeiende verandering van school blijkt dat verhuizen een negatief effect kan hebben op de schoolprestaties. Dat komt onder andere doordat verhuisde leerlingen te maken kunnen krijgen met ander lesmateriaal en andere lesmethodes, waar ze niet aan gewend zijn.

Maar ook sociaal heeft een nieuwe school een forse impact. Verandering van school betekent namelijk dat er nieuwe relaties moeten worden aangegaan met zowel leerkrachten als leeftijdsgenoten. Met name wat die laatste groep betreft kan dat heel lastig zijn, omdat een klas een sociaal netwerk is, met vaste relaties en vaste verhoudingen, waarbij je als nieuwkomer al snel als indringer wordt beschouwd. Door de komst van een nieuwe leerling moeten de sociale netwerken weer naar een nieuw evenwicht toegroeien, wat belastend kan zijn voor de nieuwkomer.

Het gevolg kan zijn dat kinderen die op een nieuwe school komen, zich geïsoleerd en eenzaam kunnen gaan voelen. De kans is dan groter dat ze in aanraking komen met leerlingen die betrokken zijn in asociale activiteiten of al buitengesloten zijn van het leerproces (Pettit, 2004).

Overigens hoeft een nieuwe school natuurlijk niet altijd negatieve gevolgen te hebben. Ouders kunnen immers ook bewust hun kind naar een andere school sturen (zonder dat er sprake is van een verhuizing), met het doel een bestaand schoolprobleem op te lossen. Een nieuwe leeromgeving kan bijvoorbeeld resulteren in een betere afstemming op de leermogelijkheden van het kind. Zo kan het kind op een nieuwe school meer uitdaging vinden in de lesstof of heeft het door nieuwe contacten op school meer mogelijkheden om deel te nemen aan buitenschoolse activiteiten (Swanson en Schneider, 1999).

Leeftijd

De effecten van een verhuizing hangen af van de leeftijd van het kind. Gebleken is dat verhuizen tijdens de tienerjaren meer negatieve effecten heeft op de schoolresultaten dan op jongere leeftijd. Dat komt vooral doordat verhuizen voor tieners een grotere invloed heeft op het gebied van vriendschappen. Zij hebben in de loop der jaren vaak al veel geïnvesteerd in bestaande vriendschappen, en vinden het moeilijk om in hun nieuwe leefomgeving weer van voren af aan te moeten beginnen.

De impact van een verhuizing op jonge kinderen is minder groot dan bij pubers. Behalve het feit dat zij minder te lijden hebben van de verspilde energie om vriendschappen op te bouwen (zie boven) komt dat ook doordat ouders van jongere kinderen meer ondersteuning blijken te geven bij de overgang naar hun nieuwe woonplek. Ze bezoeken meer scholen van te voren en spreken meer met leraren, waardoor hun kinderen een beter idee hebben van wat hen te wachten staat (Pettit, 2004).

Middelbare school

De effecten die een verhuizing heeft op middelbare scholieren, zijn vrij ingewikkeld, maar in het kort komt het hierop neer:

  • kinderen die aan het begin van hun middelbare-schooltijd verhuizen, zullen daar op de korte termijn negatieve gevolgen van ondervinden. Op de lange termijn blijken de gevolgen echter juist positief te zijn. Ze presteren dan beter dan kinderen die niet van school zijn veranderd;
  • bij kinderen die later in hun middelbare-schooltijd verhuizen, zijn er alleen maar negatieve effecten. De verhuizing remt hun cognitieve groei en ze lopen een grotere kans op gedragsproblemen (Swanson en Schneider, 1999).

Begeleiding

Om eventuele problemen rondom een verhuizing zo klein mogelijk te maken, is het belangrijk om kinderen goed te begeleiden. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat het negatieve effect van verhuizen versterkt wordt als ouders weinig steun bieden aan hun kinderen na de verhuisperiode (Vermeij en Dronkers, 2001).

Hoe je die begeleiding het beste kunt aanpakken, verschilt per leeftijd. De voorbereidingen kunnen er bijvoorbeeld als volgt uitzien:

  • bij baby's en dreumesen (0-2 jaar) kan het goed werken om de babykamer zo veel mogelijk op dezelfde manier in te richten als de oude babykamer;
  • peuters (2-3 jaar) kun je voorbereiden door samen een boekje te lezen waarin wordt uitgelegd wat verhuizen betekent. Daarnaast kan het goed zijn om het kind alvast een keer mee te nemen naar het nieuwe huis;
  • vanaf de kleuterleeftijd (4+) is het goed om het kind echt bewust te betrekken bij de verhuizing, zoals: vooraf het nieuwe huis bekijken en de buurt verkennen, samen de kamerindeling bedenken (wie gaat waar slapen), verf of behang uitzoeken voor de nieuwe kinderkamer, etc.

Voor meer tips en adviezen, zie: Voorbereiding op verhuizing elders op deze site.

Als de verhuizing eenmaal heeft plaatsgevonden, is het belangrijk om je kinderen de eerste maanden na de verhuizing extra in de gaten te houden, en te letten op signalen die erop kunnen wijzen dat het kind het moeilijk heeft. Zoals:

  • prikkelbaarheid;
  • neerslachtigheid;
  • agressief gedrag;
  • stemmingswisselingen;
  • slechte schoolprestaties;
  • slapeloosheid;
  • weinig eten.

Eventueel kan bij het voortduren van deze klachten professionele hulp ingeroepen worden.

Tip: vooral bij jonge kinderen is het belangrijk om na de verhuizing zo veel mogelijk rust en regelmaat te creëren, en de dagen zo voorspelbaar mogelijk te laten verlopen. Daarmee geef je ze hun gevoel van veiligheid weer terug, dat ze door de verhuizing zijn kwijtgeraakt.

Bronnen

Pettit, B. (2004): 'Moving and children's social connections: neighborhood context and the consequences of moving for low-income families'. In: Sociological Forum, 19(2): 285–311

Swanson, C.B. & Schneider, B. (1999): 'Students on move: Residential and educational mobility in America's schools'. In: Sociology of Education, 72,54‐67

Vermeij, A., & Dronkers, J. (2001): 'Niet-verhuizen beter voor kinderen? Het effect van schoolverandering op de verdere schoolloopbaan'. In: Pedagogiek, 21, 21-34