Terug naar uitslag Prijsvraag
En, hoe was het op school?

Inzendingen t/m 15 oktober

Naar de inzendingen van 16 t/m 22 oktober
Naar de inzendingen van 23 t/m 30 oktober


26. Hardhandige zuster Xavira
Dit gaat over: mijzelf
15 oktober 1999
Petra Westhoek
[email protected]

Mijn herinnering is ruim dertig jaar oud. Ik zat toen op een Katholieke meisjesschool, de school ernaast was een jongensschool en streng gescheiden met een hoge muur. De meisjesschool werd gedomineerd door vrome nonnen die les gaven. Als meisje moest je een rokje of jurkje aan. Een broek, of in de zomer een korte broek was uit den boze.

Aangezien we het niet erg breed hadden, maakte mijn moeder veelal zelf de kleding voor mij. Niet met de naaimachine, want die hadden we niet, nee helemaal met de hand gemaakt, steekje voor steekje. Ik weet het nog heel goed, ik had die dag naar school een nieuw jurkje aan, donkerblauw met lange mouwtjes en een witte maillot. Ik was als kind niet altijd bij de les, zat vaak naar buiten te kijken naar de vogeltjes en had dus van zuster Xavira (een naam die ik nooit zal vergeten) al een paar waarschuwingen gehad. En omdat dat niet hielp, greep ze me bij m'n schouder (m'n jurk) en trok me achter m'n tafeltje vandaan met als gevolg dat bijna de hele mouw uit mijn "nieuwe jurk" scheurde. Met uitgescheurde mouw kwam ik thuis. M'n moeder was woedend. Ze zette me achter op de fiets (de jurk had ik nog aan) en fietste in ijltempo naar school, stoof met mij door de gangen van het schoolgebouw tot ze zuster Xavira had gevonden.

Wat m'n moeder precies tegen haar zei kan ik me niet goed meer herinneren, maar wat ik me nog heel goed herinner was dat mijn moeder het schoolgebouw niet zonder gerepareerde jurk zou verlaten. En zo gebeurde het, voldaan fietste ze met mij achterop naar huis. M'n moeder had de nonnen een lesje geleerd en ze gingen daarna wat "zachthandiger" met met om.

Nu, na al die jaren kan ik alleen maar zeggen dat ik mijn moeder vreselijk dapper vond, vooral in die tijd en vooral omdat mijn moeder er alleen voorstond omdat mijn vader de hele week in Duitsland werkte en ze dus alle doordeweekse boontjes zelf moest doppen.


25. Slechterik spelen
Dit gaat over: mijzelf
15 oktober 1999
Martine Hooijenga-Le Duc
[email protected]

Een van mijn leukste basisschoolherinneringen is zonder twijfel de dag waarop ik -- mét toestemming -- de ramen van de school mocht besmeuren met modder.

Dit verdient nadere uitleg. U kon nog gaan denken "wat was dat voor school?". Nou, een school met 16 leerlingen in een klein dorpje. Omdat er toch al zo weinig jeugd in het dorp was, had men een speciale commissie opgericht om leuke dingen te bedenken. Op een dag besloot men een hoorspel mét beeld te maken (geluid en dia's, de nu zo populaire videocamera was toen nog geen gemeengoed). Wij mochten zelf het onderwerp bedenken en dat was snel gevonden : het B-team (ons equivalent van het A-team, de serie die toentertijd erg populair was op televisie). In het verhaal vielen de slechterikken de brave lieverdjes lastig, en het B-team kwam te hulp. En hoera: ik mocht een slechterik spelen! En wat is er slechter dan het aanvallen van een SCHOOL, nietwaar? Zeker op die leeftijd. Met veel plezier stonden wij op de kozijnen van het schoolgebouw, en smeerden alle ramen vol modder, terwijl de volwassenen het hele gebeuren op de foto / dia zetten. Ik kan je zeggen dat alle "slechterikken" blij waren die rol uitgekozen te hebben.


24. De kleinste van de klas
Dit gaat over: mijzelf
15 oktober 1999
Joke Arts
[email protected]

Onze meester heette meester Lagendijk. Hij had krullend haar en hij maakte veel grapjes. Net als ik hield hij veel van koninginnedag, maar van Israël hield hij het meest. Vooral over Koninginnedag was ik het met hem eens omdat ik heel goed met vier biscuitjes in mijn mond het Wilhelmus kon fluiten. Daarmee had ik zelfs een borduurdoos gewonnen!

De meester kon heel mooi vertellen uit de bijbel. Over Jozef en zijn broers en Kaïn en Abel, dat zijn ook broers die altijd ruzie maakten. Hij kon ook heel goed vertellen over wat je moet weten van aardrijkskunde. Bijvoorbeeld over Naarden, waar de meester geboren was. Hij zei: 'Als ik daar loop, en ik kom jou tegen Erik, of jou... Huub, Karin... of Dirk, dan pak ik je bij de hand en laat je de Vesting zien. Met een stok wees hij Naarden op de landkaart aan.

'Ik mag van mijn moeder niet met vreemde mannen mee, meester,' riep ik. Alle kinderen moesten hard lachen, maar we hadden hem nog nooit zo kwaad gezien. Hij sleurde me aan mijn arm naar de deur, duwde me de gang op en schreeuwde tegen me met spuug. Ik moest er lang staan: het duurde wel twee uur voordat de meester naar me toe kwam. Hij zei helemaal niks. Ik mocht gewoon naar huis.

De volgende dag was de meester ziek. We kregen les van de juf uit de tweede. Toen ik uit school kwam wist ik meteen dat er iets naars was omdat mijn moeder thee klaar had staan en aan de grote tafel ging zitten. 'Er is iets met meneer Lagendijk', zei ze. Hij houdt van kleine kinderen. Ik snapte er niks van. 'Ja natuurlijk, anders word je geen meester!' Mijn moeder legde het me verder uit: 'Meneer Lagendijk heeft Bert op schoot genomen en hem kussen gegeven en meer. Dat heeft hij ook met andere jongens gedaan. Een meester mag dat niet doen en daarom moet hij weg. Daarom gaat hij verhuizen.'

'Hè?' Ik werd heel kwaad. Heeft meester Bertje op schoot genomen? Als de meester zoveel van kleine kinderen houdt, waarom neemt hij mij dan niet op schoot? Ik ben nog wel de kleinste van de klas en ik kan makkelijk nòg een borduurdoos winnen maar ik heb nooit kusjes of meer van hem gehad. Nou, ga maar lekker verhuizen, meester. Ga maar lekker naar Israël!


23. Onuitwisbaar, onopgeruimd
Dit gaat over: mijzelf
15 oktober 1999
Els Ackerman
[email protected]

De foto van mijn herinnering laat een kind zien van een jaar of vijf. Ze ziet er beteuterd uit. Onderweg van (kleuter)school naar huis. Alleen. Dat kon toen nog, we woonden vlakbij school. Mijn gezicht staat op nadenken. En op: ik ga vanmiddag niet terug.

Voor het eerst had ik iets moeten doen wat ik niet kon. Opruimen. De blokken waarmee ik speelde moesten weer terug in de doos, precies zoals ze er in zaten, met de schuifdeksel dicht. Dat kon ik niet. 'Ga er vanmiddag maar mee verder', had de juf gezegd. Heb ik het aan mijn moeder verteld? Ben ik die middag weer naar school gegaan? Dat zegt mijn herinnering niet. Wel weet ik nog precies het gevoel van machteloosheid, van iets moeten doen wat ik absoluut niet kon. Inmiddels is het bijna zestig jaar geleden, en ik kan nog steeds niet opruimen. Helaas heb ik deze eigenschap wel doorgegeven aan al mijn kinderen. Mijn kleinkinderen leren het gelukkig van hun vader.


22. Eindelijk voorbij
Dit gaat over: mijzelf
14 oktober 1999
Z.P.T.Mrnustik
[email protected]

De onuitwisbare herinnering was voor mij ongetwijfeld de allerlaatste schooldag. Het leek net alsof ik bevrijd werd, onder het juk van de broeders vandaan en omdat ik af was van het "verplichte" van dit en dat. Dat ik nooit graag op school heb gezeten was en is algemeen bekend: alleen de eigen kinderen hebben wij het nooit verteld.

Tsja, nu waren zij aan de beurt...


21. Gammele school
Dit gaat over: mijzelf
14 oktober 1999
H.Schaap
[email protected]

Ons schoolgebouw was een heel oud gebouw uit de jaren 50. Voorts waren er barakken aangebouwd als een soort noodbouw. Toen ik op school kwam waren die barakken al twintig jaar afgekeurd. Maar het gaf wel sfeer. Zo kwam je bij het lokaal van aardrijkskunde in een gang en de vloer boog helemaal door. En had je een muur van houten ribbels. Wat een voldoening om daar even langs te ritsen met je vingers en zo iedereen die daar les had dat kon horen...

Bij Latijn was er een muur zo dun dat hij het bijna begaf. Dit hebben we nog getest door er met zijn vieren tegenaan te lopen. Hij boog helemaal door. Verder zijn we maar niet gegaan. We kwamen ook eens op school en moesten naar een ander lokaal uitwijken omdat de platen van het dak af waren gewaaid na een hevige storm. Geweldig gewoon. Een fiks aantal jaren is het gebouw gesloopt. Slechts alleen de herinneringen blijven achter...


20. Pesters ingepalmd
Dit gaat over: mijzelf
14 oktober 1999
Annette Reuhl
[email protected]

Toen ik op de lagere school zat, werd ik met nog een paar andere klasgenoten vaak gepest door een klein groepje dames uit de klas. Het pesten gebeurde vaak tijdens de pauze. De groep zocht iemand uit die die dag aan de beurt was. Deze persoon werd geschopt en geslagen en als klap op de vuurpijl werd deze persoon onder de "vlooiendouche" gezet. Dit uitte zich in een kriebeldood of met zand of aarde bekogeld worden. De aanleiding voor deze akties was nooit helemaal duidelijk, maar wel zeer vernederend. Op een dag was ik aan de beurt en heb hier vreselijk om moeten huilen toen ik thuis kwam. Mijn moeder, die dagelijks deze verhalen van mij aanhoorde, vond dat er wel een wat aan gedaan moest worden. Ze heeft toen mijn vader naar school gestuurd om dit probleem op te lossen.

Mijn vader zag er in die tijd uit als Paul Newman, zeer knappe en jonge vader dus. Mijn vader heeft zo zijn eigen manier van problemen oplossen. Zo was zijn oplossing voor dit probleem gaan praten met de dames die pesten. Je raadt het al, van praten kwam weinig want de dames konden alleen maar giechelen en zich vergapen aan mijn vader. Mijn vader speelde hier slim op in en heeft natuurlijk flink geflirt met de dames.

Of er tijdens dit gesprek echt over de problemen is gepraat weet ik tot op de dag van vandaag niet. Het gevolg was in ieder geval dat de dames mij de dag erna als grootste vriendin zagen en aan mij vroegen of mijn "broer" een vriendin had en zo niet dat ze graag bij mij thuis wilde komen spelen om bij mijn "broer" te kunnen zijn. Ze hebben mijn vader dus voor mijn broer aangezien. Toen ik uitlegde dat mijn "broer" mijn vader was maakte het nog niets uit voor de dames. Ze werden mijn beste vriendinnen en liepen 2 jaar lang de deur plat bij ons thuis. Ik ben nooit meer gepest en de rest van de klas ook niet. Mijn vader heeft nooit echt beseft dat hij het probleem heeft op gelost door gewoon een mooie papa te zijn!


19. Gemengde gevoelens
Dit gaat over: mijzelf
14 oktober 1999
M.E. Smulders
[email protected]

School -- telkens als ik terugdenk aan mijn lagere schooltijd, dan word ik overweldigd door een diversiteit aan gevoelens.

Aan de ene kant blije herrinneringen en aan de andere kant afschuw. Blijheid gelet op de onbezorgde tijd waarin men toen leefde en afschuw als mij ten overstaan van de gehele klas een vraag werd gesteld waarop ik het antwoord weer eens niet wist. Ik was vroeger niet bepaald de slimste in de klas en op de een of andere manier wilde de leraar mij dit ook duidelijk maken. Achteraf bezien dank ik mijn leraar van toen. Heden ten dage weet ik soms nog steeds geen antwoord op een aan mij gestelde vraag, maar kan ik dit in ieder geval beter verwerken dan toen. Ik ben nog steeds niet het slimste jongetje van de klas, maar prijs mezelf gelukkig met vrouw en kind. Van die laatste hoop ik dat ook zij zich later gelukkig zal voelen.


18. Witbrood met speculaas (eervolle vermelding)
Dit gaat over: mijzelf
14 oktober 1999
[naam en e-adres bij de redactie bekend]

Een pleidooi voor 'de brede school', ofwel een schokkend verhaal.

Begin van een doordeweekse schooldag:
"Piep, piep, piep zeven uur radio nieuwsdienst verzorgt door het ANP vrijdag 18 december 1973." Zodra ik me omdraai voel ik de zompige natte plek in het matras. Vannacht heb ik steeds weer geprobeerd om de plek heen te liggen. Mijn natte kleren plakken vast aan mijn rug. Mijn hond heeft een beter heenkomen gezocht met de deken half van het bed getrokken ligt ze op de vloer te slapen. Op de radio leest de nieuwslezer het nieuwsbericht. De ijzeren bedrand lijkt wel bevroren zo koud. Ik trek mijn stroef plakkende kleren uit. Haastig zoek ik tussen de hopen naast mijn bed of er nog iets droog te vinden is. Mijn hond vindt het nog te vroeg en nestelt zich mopperend tussen de dekens.

In de gang blaast een ijzig koude wind door het kapotte ruitje van de voordeur. Snel naar de wc; ik hoop dat ik niet droom, heel vaak droom ik dat ik op de wc zit en plas, maar steeds weer word ik wakker in bed, zeiknat. Voor de zekerheid knijp ik in mijn dij. Zo hard ik kan pers ik mijn plas eruit, mijn ogen knijp ik alvast stijfdicht uit voorzorg de pijnsteken op te vangen. Een bijtende pijn vermindert als ik snel hardop achter elkaar au, au, au zeg, zodra ik mijn plas eruit druk. Daarna klem ik mijn kiezen stijf op elkaar en zuig hard sissend lucht door mijn mond naar binnen zodra de laatste druppels er uit zijn. Terwijl het geluid van mijn stem de wc ruimte vult, valt het me op dat mijn stem de laatste tijd steeds holler klinkt, het geluid dat ik maak rolt langs de muren omhoog en stopt tegen het plafond. De stilte die volgt klinkt dof.

Geschikte onderbroek
Rondom de wc-pot liggen proppen oude kranten en handdoeken, er is geen schoon stukje meer te vinden, wijdbeens schuifel ik terug naar de kamer op zoek naar een zacht stukje stof om te deppen. Mijn hond voelt altijd wanneer ik pijn heb. Zodra ik na het plassen wijdbeens op bed ga zitten, schuift ze haar kop tussen mijn benen en likt behoedzaam mijn stukke onderkant droog, als de pijn weg is duw ik haar kop weg bang dat de pijn weer terug komt. Iedere dag wordt het moeilijker een geschikte onderbroek te vinden; alle onderbroeken zijn nat of hard door het vele omwisselen. Eerst wreef ik altijd met een stukje Sunlight zeep over het verharde kruis, daar werd het zachter van en ruikt het wat zepiger maar nu mijn onderkant stuk is, prikt de zeep te erg. Ik buig nu het harde kruis in mijn onderbroek heen en weer tot het zacht word en trek het aan, nu nog een droge trui. Als de trui over mijn hoofd trek ruik ik de geur waarvan ik bang ben dat anderen het ruiken een mengsel van hond en mijzelf.

Gelukkig geen zondag
Door de dichte gordijnen die nooit opengaan dringt het licht van buiten naar binnen. Ik kan aan het schijnsel van het licht zien wat voor weer het is. De laatste dagen is het 's ochtends erg donker. Op de radio is mijn lievelingsliedje 'Ben' van Michael Jackson. Mijn hond kruipt tegen me aan, ze voelt lekker warm. Door de muziek heen luister ik naar de vertrouwde geluiden van de buren, aan het geroezemoes kan ik horen wat voor een dag het is, gelukkig is het geen zondag.

De benedenbuurman vertrekt als eerste, iedere ochtend slaat hij de portiekdeur met een smak dicht en hoor je het starten van zijn auto. Gevolgd door de bovenbuurman die eerst de wc doortrekt, het water klatert door de afvoerbuizen langs onze kamer terwijl hij de trap afloopt. Als hij de portiek deur achter zich dicht heeft getrokken duurt het meestal acht negen tellen voordat zijn brommer start. Dan volgen de buurkinderen met veel gestamp rennen ze de trappen af, achterna geschreeuwd door de buurvrouw. Het teken voor mij om ook naar school te gaan. Mijn hond dek ik toe ze kijkt me na als ik mijn jas aantrek. Buiten is het zo te zien erg koud; terwijl ik de trappen afloop bedekken de ijsbloemen de ramen van het portiek. Ik hoop dat mijn buurmeisje haar boterhammen met speculaas niet wil. Af en toe krijg ik tijdens de pauze een stuk als zij tenminste geen trek heeft. MMMM witte brood met speculaas.

Bovenstaand verhaal is waar gebeurd. Ik was hier twaalf jaar oud en leefde een half jaar zwaar verwaarloosd alleen in huis. Mijn moeder was stervende in het ziekenhuis. School, buren en huisarts wisten ervan. Mijn moeder kwam als enige eerste buitenlandse vrouw wonen in een achterstandsbuurt. Wij werden daar heel erg gediscrimineerd, daardoor leefden wij met gordijnen dicht totaal geïsoleerd. Vandaag de dag gaan er heel veel kinderen om verschillende redenen zonder ontbijt naar school. Kinderen hebben nooit voor zo'n situatie gekozen ik hoop dat mijn verhaal bijdraagt om werk te maken van 'de brede school'


17. Wat raar voor een kleuter
Dit gaat over: mijzelf
13 oktober 1999
Judith Mennink
[email protected]

De onuitwisbare herinnering is eigenlijk de eerste uit mijn schoolperiode. Het gebeurde namelijk op de kleuterschool.

Ik lag op een matras lekker te liggen en had net een beker drinken gekregen. Ik vond het heerlijk! Terwijl ik daar op mijn rug lag, nam ik een slokje.

Nou, ik vond het maar WAT raar, dat bijna alles langs mijn gezicht liep, en maar een paar druppels op plaats van bestemming kwamen! Want ik was een drinkbeker gewend!


16. Lekker stuk wiskunde
Dit gaat over: mijzelf
13 oktober 1999
Tjarda Leegsma
[email protected]

Dat vroeger niet altijd leuker was, bewijst het volgende waar gebeurde verhaal... In het jaar 1962 op het Gemeente Lyceum in mijn stadje bleef ik tussen de middag altijd over. Op de eerste verdieping hing een mooie MMS-ster uit het raam zich te vervelen. Hé lekker stuk, riep ik haar toe. Helaas hoorde de conrector van de school dit ook. Resultaat 1 week geschorst van school. Lekker de hele dag in een apart kamertje wiskundige problemen oplossen. Ja, geluk was toen heel gewoon?


15. Meester Beetsma doet onrecht
Dit gaat over: mijzelf
13 oktober 1999
Aligonda Wijnia
[email protected]

In wat vroeger de derde klas was, hadden wij les van meester Beetsma. De school stond in een kleine stad in Friesland en derhalve waren wij een beetje boerige, gezeglijke kinderen volgens mij, die nog respect hadden voor volwassenen. Het gebeuren heeft mij dan ook nooit losgelaten.

Iedere vrijdagmiddag werd er bij ons "gehoofdrekend". Hierbij werd doodse stilte verlangd. Ik was (en ben) nogal een kwek en aangezien ik ook redelijk intelligente was (en ben) duurde de tijd tussen de opgaves mij steeds te lang en overtrad ik elke vrijdag de stilteregel. Gevolg hiervan was dat ik elke vrijdagmiddag mocht volmaken met strafwerk terwijl de rest van de klas zich aan het vrij tekenen mocht overgeven. Bijzonder oneerlijk in de ogen en voor het gevoel van een 8-jarig meisje.

Op een zekere vrijdag heb ik dan ook het strafwerk geweigerd. Hierop volgde geen discussie, nee ik werd gewoon naar huis gestuurd! Als achtjarige. Thuisgekomen wachtte mij een nieuwe verrassing: volgens mijn ouders namen leerkrachten geen onredelijke beslissingen en dus was volgens hen de noodzaak aanwezige bij meester Beetsma aan huis mijn excuses te maken voor mijn onmogelijke (!) gedrag. Dit vond plaats onder dwang, aan huis van de betreffende meester, na schooltijd in de avond.

Nooit heb ik mij op school zoveel onrecht aangedaan gevoeld. Nu ik zelf een kind van die leeftijd op de basisschool heb in een heel andere (mondiger) tijd, kan ik dit onrecht alleen maar beter begrijpen. Wat een pedagoog, die meester Beetsma. Bedankt alsnog!


14. Sterfgeval op school
Dit gaat over: mijzelf
13 oktober 1999
B. Geene
[email protected]

Het was mijn laatste kerstviering van die school. Er was een week geleden een meisje overleden aan leukemie. Voor die tijd (toen zij nog leefde) had iedereen al persoonlijk een kaart voor haar gemaakt, en die hele kerstviering draaide om haar. Telkens, bij ieder onderwerp werd zij erbij gehaald (in ieder verhaal, toneelspelletje, enz.). Op het laatste waren we met z'n allen 2 minuten stil voor haar (Kun je nagaan, ongeveer 300 mensen, helemaal stil...) En daarna leek het net of er een bom ontploft was, iedereen beleefde een hevige emotie. Dat was heel ontroerend en zeker voor haar ouders die erbij waren... Dat blijft bij mij altijd een herinnering!


13. Twee handen op één buik
Dit gaat over: mijzelf
13 oktober 1999
Wilma Prins
[email protected]

Mijn hele schoolperiode, al vanaf de peuterspeelzaal, had ik altijd een vast vriendje of vriendinnetje. Vanaf de eerste schooldag keek ik goed rond en koos zorgvuldig een betrouwbaar lijkend kindje. Niet te populair, want dan kwam ik te veel op de voorgrond. Niet te verlegen, want dan kon hij/zij niet voor me opkomen. Onbewust zocht ik gelijk naar iets vertrouwds. Dat realiseer je je achteraf pas. In de derde klas van de lagere school had ik een echte hartsvriendin. We speelden altijd bij elkaar, waren altijd bij elkaar: twee handen op één buik. Ik keek tegen haar op. Zij durfde alles, had altijd hele aparte kleren, ze was groot, had een grote bek en nam het altijd voor me op. Vriendjes door dik en dun!

Bij mijn schoolgenootjes was ze niet populair. Ze was niet alleen groot, ook vrij zwaar, een bril, waarin haar ogen op schoteltjes leken... Niet moeders mooiste, maar ik vond haar geweldig. Ze was en had alles wat ik niet had. Achteraf denk ik dat zij in mij zag wat zij wilde zijn, maar niet was. Ze werd veel gepest. Ik vond het altijd zo erg, maar het leek of het haar niets kon schelen. Ze daagde haar 'vijanden' zelfs uit.

'Jampot'
Eén voorval kan ik me nog herinneren als de dag van gister... Tijdens het speelkwartier werd ze door een jongen uitgescholden voor jampot. Het lag voor de hand, de glazen van haar bril leken er wel verdomd veel op. Ze begon te vloeken en te tieren, maar die jongen ging maar door. Uiteindelijk liepen alle kinderen van het schoolplein, van alle klassen, in een polonaise achter haar aan... Jampot! Jampot!

En wat deed ik? Nam ik het voor haar op? Nee, ik ging in een hoekje staan huilen. Ik voelde me zo machteloos. Ik wilde haar helpen. Maar ik durfde niet. Ze rende maar over het schoolplein, vloekend en tierend zonder een traan te laten. Ik heb haar, ook bij latere ruzies, nog nooit zien huilen omdat ze werd gepest. Ze vocht altijd. Daar heb ik een enorme bewondering voor. Zij durfde zichzelf te zijn. Ze durfde op te staan en te zeggen: 'Hier ben ik. Dit ben ik. Ik ben niet bang.' Later moest ze mij troosten en kwam voor me op, omdat ik stond te janken om niks. Niemand durfde er ook maar iets tegenin te brengen. Ook op de middelbare school waren we onafscheidelijk. Ik maakte haar wiskundesommen en ik mocht bij haar spieken bij Frans. Altijd bij elkaar. We hebben elkaar een aantal jaar niet meer gesproken. Ieder ging haar eigen weg. Vijf jaar geleden hoorde ik dat ze ernstig ziek was. Ik ging naar haar toe en het was weer als vanouds. Ze was vaak stoer en had een grote bek. Maar ook zo vaak zo klein en kwetsba
[slot ontbreekt -- red.]


12. Ongewenste zwangerschap
Dit gaat over: mijzelf
13 oktober 1999
Hester Monsma
[email protected]

In de derde klas van de middelbare school was mijn beste vriending in vrij korte tijd heel stil geworden, terwijl ze normaal een enorme giechel was.

Het geval was dat haar zus, 18 jaar, net ongewest zwanger was geworden. Wel had ze verkering met de vader. Echter na vele ruzies thuis is ze het huis uit gegaan en bij haar vriend gaan wonen. Uiteindelijk besloot ze een abortus te laten plegen. Dit had veel impact op de familie.

De dag van de abortus was ze (mijn vriendin) heel gespannen. Haar zus zou haar kindje weg laten halen en dat is niet niks. De volgende dag vertelde ze me dat haar zus de abortus niet had doorgezet. Ze lag op het behandelbed en via de echo kon ze haar kindje zien. Ze barstte in tranen uit en wilde zo snel mogelijk weg.

Een aantal maanden later, de familie had zich erbij neergelegd en geaccepteerd dat ze een kindje zou krijgen, kwam mijn vriendin met de heugelijke mededeling dat haar zus zwanger was van een tweeling. Iedereen was dolgelukkig. Ook haar zus en vriend. Ze zijn getrouwd en de volgende 4 jaren kregen ze elk jaar nog een kindje. In totaal dus 7 kindjes in 5 jaar.

Helaas zijn haar zus en man na het 6e kindje uit elkaar gegaan. Voor het 7e kindje (een meisje, de rest zijn allemaal jongens) was er een kleine verzoening, toen is het meisje gemaakt. Echter nog voor de bevalling is de man definitief weggegaan en heeft de zus van mijn vriendin met 7 kinderen achter gelaten. Een vrij treurig verhaal dat nog steeds in mijn gedachten is.


11. Eerste schooldag van zoon
Dit gaat over: mijn kind
13 oktober 1999
Mevr.J.K.Kortsilius-Pater
[email protected]

Ik kan me nog goed herinneren hoe de eerste schooldag van mijn oudste was. Hij vond het helemaal niet erg dat ik naar huis ging. Hij had gelijk een plaatsje gezocht in de klas en pakte dus een leuk werkje. Een puzzel leek hem wel wat. In de beginperiode ging hij in eerste instantie halve dagen naar school om te wennen, en na 2 weken kwam er een halve dag bij dus 4 halve en 1 hele dag en steeds na 2 weken een halve dag er bij tot dat hij helemaal gewend was. ging hij 4 hele en 1 halve dag naar school. Als het mooi weer was speelde hij altijd met zand en water. Als de school uit is kwam hij dus heel smerig thuis. Zand en water daar deed je hem een heel groot plezier mee. Het was spelen, spelen en nog eens spelen.


10. Pest-slachtoffer
Dit gaat over: mijzelf
13 oktober 1999
[naam en e-adres bij redactie bekend]

Mijn onuitwisbare herinnering is dat ik op school erg gepest werd. Het ergste was de eenzaamheid die dit met zich meebracht, want geen kind haalde het in zijn hoofd vriendjes met mij te worden, want dan zou hij zich aan mijn kant scharen, en dus ook "er niet bij" horen. Het maakt me verdrietig en boos dat er nu nog steeds kinderen op school gepest worden. Het zou goed zijn om in de klassen een rollenspel te doen en de rollen eens om te draaien.

Meestal gaat het pesten niet van één kind uit, maar is het een groepsgebeuren. Als degene die met pesten begint geen medestand zou krijgen van de rest van de groep, zou het pesten snel afgelopen zijn, want hetgeen een "bully" zeker niet wil, is afkeuring van de groep en/of zelf gepest worden. Helaas houdt de rest van de groep zijn mond, uit angst zelf het mikpunt te worden. Zij zijn zich niet bewust dat zij hiermee juist het pesten aanmoedigen. Het is verdrietig, dat anno 1999 nog steeds kinderen, meestal de zachtaardigere van karakter, worden uitgezocht, om als "pispaaltje" in de klas bestempeld te worden. Wat een hele leuke en sociale tijd zou kunnen worden, wordt voor veel kinderen op deze manier een regelrechte nachtmerrie, die zij nooit meer zullen vergeten.

Naschrift redactie: deze inzending voldoet niet aan de eis van een herinnering, maar we vonden het jammer om niets met de oproep-uit-eigen-ervaring te doen.


9. Vierjarige spijbelaar
Dit gaat over: mijzelf
9 oktober 1999
Jolanda Goes
[email protected]

Ik zat nog op de kleuterschool toen ik al begon met spijbelen. Het was denk ik 1970 en toen kon je nog naar school lopen zonder volwassen begeleiding. Het was ook erg dichtbij, de straat uit, de speeltuin door en dan was je er. Samen met ene Lida bleef ik voor schooltijd te lang treuzelen in de speeltuin en we waren dus te laat en zo bang voor de juf, dat we niet meer naar de klas durfden te gaan. We hoopten in het speelkwartiertje er weer tussen te glippen zonder dat ze dat merkte! Natuurlijk had de juf het door maar ik heb geen flauw idee meer of en wat voor straf we kregen. Ik herinner me verder eigenlijk niets meer van de kleuterschool, dus dit heeft wel zeer diepe indruk gemaakt.


8. Paramaribo, 1964
Dit gaat over: mijzelf
13 oktober 1999
A.E. van Til
[email protected]

Het was in de 5e klas van de lagere school. Voor de zoveelste keer had ik mijn huiswerk niet gemaakt, en de leraar had daar schoon genoeg van. Ik werd voorover gebukt over een schoolbank en de twee leerlingen die daar achter zaten moesten mijn armen vast houden.

Het pak slaag dat ik toen kreeg heeft me de ook de discipline bijgebracht die me weer geholpen heeft in mijn verdere leven.

Waar gebeurd in 1964 op de St. Alloysiusschool In Paramaribo, Suriname.

Dank u wel,
Meester Badripersad, ik zal u nooit meer vergeten.


7. School-majorettes
Dit gaat over: mijzelf
12 oktober 1999
jacqueline kooistra
[email protected]

De leukste herinnering aan school is het volgende.

Op de goede Herderschool in Bodegraven mocht 25 jaar geleden veel. Zo hadden wij meiden een eigen marjorettegroepje. Met crèpepapier maakte we rokjes en mochten we oefenen in de gemeenschapsruimte. Het bleek een groot succes. We traden natuurlijk op voor alle klassen, maar als hoogtepunt gingen wij met een stuk of tien meiden in het kampeerbusje (een omgebouwde volkswagen met gordijntjes voor de ramen) naar een bruiloft van een meester en juf. Onze hoofdmeester reed ons dan. Ook traden wij op bij ouders thuis als deze iets te vieren hadden. Het was een geweldige tijd. Om twaalf uur ging je thuis snel eten en om tien voor half een ging je door het openstaande raam weer de school in om te oefenen.


6. Enge schooltandarts
Dit gaat over: mijzelf
12 oktober 1999
Dhr. E-J.C.A. van Leeuwen
[email protected]

Het was die keer dat ik in de vierde klas van de lagere school zat en die enge Chinese schooltandarts langskwam waar ik perse naar toe moest; toen heb ik mij verstopt in de schoonmaakkast van de school in de hoop dat ik niet hoefde. Maar helaas, ik werd gevonden en moest toch.

Na het thuis vertellen van deze levendige nachtmerrie besloten mijn ouders dat ik maar beter naar een tandarts toe moest gaan die een vaste praktijk had en in mijn ogen minder gemeen was.


5. Kleine terrorist
Dit gaat over: mijzelf
12 oktober 1999
E. ten Have-van Rossum
[email protected]

De zesde klas, nu groep 8 heeft een onuitwisbare herinnering achtergelaten. Zoals op alle scholen wordt er in de laatste klas een musical opgevoerd als afsluiting van de schoolperiode. Zo ook bij ons, alleen moesten wij, mijn vriendin Bianca en ik, ook nog de koffie- en theeronde verzorgen. Al doende stonden er opeens twee klasgenootjes achter ons. Eén van de twee had een buks in zijn handen en zei tegen ons dat wij bij de anderen moesten gaan staan in de aula.

Natuurlijk, giechelmeiden die we waren, dachten we dat het een geintje was, niets was minder waar. Degene met de buks, R. sloeg volledig door. Toen begrepen wij dat het geen spelletje was en gingen bij de anderen staan. Onze leerkracht, meneer S. was aan één arm en een gedeelte van zijn gezicht verlamt. Hij beval R. de buks aan hem te geven, die dat uiteraard niet deed. Toen werd meester S. zo kwaad en pakte met zijn goede arm zijn verlamde arm op en gaf een zwieperd richting R. De arm belande inderdaad tegen zijn gezicht en je kunt je misschien voorstellen hoe hard zoiets gaat, want gevoel had meester S. er toch niet in.

Het gekke is dat je het op dat moment allemaal als een soort klucht ziet, het is toch je klasgenoot. Achteraf ben ik het pas goed gaan beseffen WAT er nou eigenlijk gebeurd is en wat er had kunnen gebeuren. Zelfs het feit dat de politie hen mee nam heeft dat niet versneld. Een misschien raar, maar echt waargebeurd verhaal.


4. Eén leraar maakt de schooltijd goed (prijswinnaar)
Dit gaat over: mijzelf
12 oktober 1999
Daan Voortman
[email protected]

Het eerste wat ik zie als ik opgewonden de 'Grote school' binnenloop met mijn moeder, zijn twee mevrouwen met een knotje die achter een tafel zitten met voor zich houten bordjes.

'Zo meisje, hoe heet jij?' vraagt de een. 'Danielle' zeg ik. 'Jij kunt vast nog niet lezen, ik pak je naambordje voor je' zegt de ander. Gretig antwoord ik 'Ik kan mijn naam wel schrijven, en daar ligt mijn bordje'. Ik wijs op mijn naam die met rode letters op het houten plankje geschreven staat. De mevrouwen kijken verstoord naar mij op. De jongste zegt vervolgens tegen mijn moeder 'Haantje de voorste, geen geduld, ik zie het al, dat wordt een moeilijk kind in de klas'. Mijn moeder steekt haar neus in de lucht en trekt me mee aan mijn arm. Ze zegt: 'Kom maar Daan, van sommige grote mensen moet je je niets aantrekken. Je bent een knapperd'.

Dat probeerde ik te geloven, die hele lagere schooltijd, maar de gebeurtenissen op school vervaagden die woorden jaar na jaar. Regels, regels, regels. Ik werd er soms moedeloos van. Hoe moest je je gedragen in de klas? Gretig antwoorden als je het antwoord wist of was je dan een uitslover? En waarom was de beloning van het snel maken van sommen nog eens een berg sommen? En waarom moest de grootste van de klas altijd achteraan staan?

Ik zag soms door de bomen op de binnenplaats het speelbos niet meer. Onbezorgde jeugd? Ja, alleen buiten schooltijd. Want ook tijdens het speelkwartier was het overleven. Op het schoolplein leek het wel een aandelenmarkt.
'Ik ben je vriendinnetje, maar dan moet je Ellen wel uitnodigen op je feestje, anders gaat het niet door'.
'Inge is je vriendin niet meer, want jij speelt met Anouk, en die is stom'.
'Jan zat jou wel te pesten, maar jij bent groter dus je mag niet terugknijpen'.
'Frank is op jou, doe niet zo stom en zeg ja, anders lig je eruit'.

Niet alleen narigheid
Ik was groot en weerbaar en werd niet gepest maar leuk en uitdagend vond ik die 6 jaren op de basisschool in Wierden, Overijssel, niet. Door te dagdromen kwam ik mijn tijd door. Was het dan allemaal narigheid en ellende? Nee. Want in de vierde klas kreeg ik les van meester Wim Posthumus. Tijdens zijn lessen kon ik vergeten wie ik was, waar ik was. Zijn verhalen over de geschiedenis, zijn aanmoedigingen vooral veel te leren en te lezen maakten die jaren dragelijk. 'Wil jij kapitein worden op een schip? Dat gaat je lukken! Zeggen ze dat je niet handig bent? Wat wil je maken, je kunt het! Je dromen achterna jagen, Daantje, geef de moed nooit op!' sprak hij keer na keer als ik het even niet meer zag zitten.

Tien jaar na het verlaten van de school kwam ik hem tegen bij een reünie. Ik had maar een doel voor ogen: Meneer Posthumus zien. Zeggen dat het in het leven inderdaad maar om een ding gaat: je dromen waarmaken. Zou hij me nog herkennen? Ik zag hem, inmiddels meer grijs dan rood, het vertrouwde gebouw binnen lopen. Hij keek in het rond en de eerste woorden die hij sprak toen hij de school binnenkwam waren: waar is Daantje... Weg slechte schoolherinneringen. Had iedereen maar een meester Posthumus! Reken maar dat ik er over 3 jaar een voor mijn dochter ga zoeken!

(P.S. Wim Posthumus schijnt inmiddels verhuisd te zijn naar Leiden, als u hem zoekt kunt u hem daar vinden. Wie weet geeft hij nog les!)


3. Sneeuwgepest
Dit gaat over: mijzelf
11 oktober 1999
Kitty Arends
[email protected]

Ik zat op een meidenschool en werd gepest tijdens het speelkwartier. Het was winter en mijn klasgenoten waren gezamelijk bezig mijn kleren vol te stoppen met sneeuw. Omdat ik dat niet wilde, ging ik naar binnen waar ik opgevangen werd door een non die mij weer naar buiten stuurde. Toen ben ik op de fiets gestapt en naar huis toe gegaan. Mijn moeder was niet boos op mij, maar ik moest na het eten wel weer naar school. 's Middags moest ik voor straf tijdens de handenarbeidsles de verkeersles inhalen die ik die morgen had gemist. Dat deed ik zonder te morren. Ze zouden mij niet klein krijgen!

Het gebeurde maakt wel dat ik mijn eigen kinderen serieus neem als ze ergens mee zitten.


2. Schoolreisje naar Costa Rica
Dit gaat over: mijzelf
10 oktober 1999
Dulce Domacassee-Uringa
[email protected]

In het tweede jaar van mijn MBO heeft de schoolleiding mijn klas beloofd dat als we allemaal over zouden gaan naar de derde klas, we als beloning op vakantie zouden gaan naar Costa Rica.

Zo gezegd, zo gedaan, iedereen ging over naar de derde. De reis was in de vorm van een project van onze laatste schooljaar. We moesten zoveel mogelijk te weten komen over land, regering, mensen en de vlag. Costa Rica heeft geen militairen en de politie mag geen wapen dragen, daarom heeft Costa Rica de bijnaam het land van vrede.

We verbleven in een vijf sterren hotel en elke ochtend kregen we ontbijt dat leek op het avondeten. Het land heeft een zacht klimaat en het regent bijna elke dag. Er is een vulkaan die nog steeds werkt, en we mochten dicht bij de vulkaan komen om een kijkje te nemen in de krater. De grootste inkomstenbron van Costa Rica zijn de koffieplantages, bijna het hele landschap bestaat alleen uit grote koffieplantages.

Tijdens ons verblijf op het eiland hebben we veel excursies gedaan. Ook in het hotel was van alles te doen. Zoals de disco die ze elke avond organiseerden. Wij mochten op de derde dag van ons verblijf naar de disco gaan maar, tot 11:00 uur 's avonds. Door de plezierige avond die we hadden zijn we tot 02:15 gebleven.

Om niet betrapt te worden zijn we via de brandtrap naar onze kamer gegaan, want de leerkrachten habben een kamer naast de lift. De volgende dag moesten we naar hun kamer komen, tot onze verrassing wisten ze hoe laat we naar bed zijn gegaan en als straf mochten we de hele dag alleen in het hotel blijven.

Het was een heerlijk verblijf en ik had heel veel plezier. Deze herinnering is onuitwisbaar voor me.


1. Hoezo afscheid?
Dit gaat over: mijzelf
9 oktober 1999
Madelon Lamboo
[email protected]

De vrijdagmiddagen bij ons op school waren bedoeld voor het creatieve mens in ons kinderen. Iedereen studeerde om beurten iets in en het was altijd een jolige boel. Tot in de zesde klas, daar werd het pas echt spannend!

Als afsluiting van de lagere schooljaren werd een groot toneelstuk door alle zesde-klassers uitgevoerd en laat ik nou net een van de mooiste (hoofd)rollen hebben. Beretrots, wat dacht je dan.

Dat werd dus hard werken om vooral iets onvergeetelijks neer te zetten. Het thema was 'landen', want het moest natuurlijk ook iets educatiefs hebben. Vol spanning keken we met zijn allen uit naar die voorstelling.

Helaas kwam mijn vader op het onvergeefelijke idee om een paar weken eerder op vakantie te gaan. Niets kon hem vermurwen. Hij was bikkelhard. Het afscheid van mijn lagere school ging zonder mij voorbij. Het vreet nog steeds aan me. Ik weet me gelukkig nog te herinneren dat ik in mijn de tijd daarvoor met twee vriendinnetjes de meidengroep LUV stond te playbacken en hoe een toneelstuk dat ik zelf had geschreven werd opgevoerd. Met liedjes, jaja! Het eerste liedje in dat toneelstukje begon met: "TRRRRINGGG! Hoera, de school is uit!" En dat was het ook toen we op vakantie gingen dat jaar, alleen zonder 'Hoera..."

Terug naar overzicht Prijsvraag

Copyright © 1996-2001 Ouders Online BV
Uitsluiting aansprakelijkheid
Pagina voor het laatst bijgewerkt op: 1 november 1999