5 juli 2019

Beeldschermgebruik: de richtlijnen

Het beeldscherm, waaronder tablet, pc, laptops en mobiele telefoon, is niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Ondanks de onmiskenbare voordelen signaleren professionals en wetenschappers gezondheidsrisico’s. De beroepsverenigingen van jeugdartsen (AJN), kinderartsen(NVK) en verpleegkundigen (V&VN) pleiten voor een gezond gebruik van beeldschermen.

Overmatig gebruik van beeldschermen kan gepaard gaan met gezondheidsrisico’s. Daarom zetten kinder- en jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen (maar ook andere artsen/professionals) mogelijke gevolgen hiervan bij kinderen op een rijtje. 

In het algemeen geldt dat voor jonge kinderen tot circa 2 jaar het gebruik van beeldschermen zoveel mogelijk beperkt moet blijven, voor kinderen tot 5 jaar ongeveer 1 uur per dag het maximum is, en voor basisschool kinderen ongeveer 2 uur per dag het maximum.

Tot 2 jaar

Mediagebruik door jonge kinderen kan verschillende voordelen voor hun ontwikkeling hebben, hoewel die voordelen wel sterk afhankelijk zijn van hoe en met wie kinderen samen de media gebruiken. Doorgaans leren kinderen onder de 2 jaar nog maar weinig van voorbeelden die ze op het scherm zien. In vergelijking met contacten in het echt, zijn de media minder effectief voor de taalontwikkeling en vaardigheden. 

Woordherkenning en taalvaardigheid verbeteren nauwelijks als kinderen jonger dan 2 jaar zelfstandig (educatieve) media gebruiken. Samen met de ouders filmpjes of programma’s kijken kan wel enige verbetering opleveren bij kinderen van ruim 1 jaar oud, maar de effecten blijven beperkt.

Kleuters tot 6 jaar

Educatieve televisieprogramma’s, als Sesamstraat of het Zandkasteel, kunnen een positieve invloed hebben op de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen van 2 tot 6 jaar. Met name kinderen met een achterstand of met een beperkte opvoedomgeving kunnen baat hebben bij meer kwalitatief hoogstaande educatieve programma’s. Ook hier geldt dat het samen met de ouders bekijken van educatieve programmering een belangrijke voorwaarde is voor een positief effect op de leereffecten.

Naast educatieve programma’s is er een keur aan ‘educatieve’ apps beschikbaar voor jonge kinderen. Veel van die apps hebben echter nauwelijks toegevoegde waarde voor de cognitieve ontwikkeling van kleuters, omdat de apps geen doordacht leerplan hebben, teveel afleiding bieden (extra knoppen, geluidjes, beweging etc.) en de educatieve inhoud niet goed geïntegreerd is met een onderhoudende verhaallijn. 

Schoolkinderen

Naarmate kinderen ouder worden neemt vooral het gebruik van social media toe, bovenop het gebruik van traditionele media als televisie en (internet-)filmpjes. Zeker aan het eind van de bovenbouw zijn WhatsApp, Facebook, Instagram populair. Het voordeel van deze applicaties is dat ze kinderen de gelegenheid geven om samen te werken en de wereld te onderzoeken. Televisie van hoge kwaliteit als Klokhuis en Jeugdjournaal en op kinderen afgestemde soaps (als Spangas) helpen kinderen om een kritische houding aan te nemen ten opzichte van allerlei thema’s. De meerderheid van de kinderen kijkt vooral om zich te ontspannen. Op zich hoeft dit niet problematisch te zijn, maar wanneer het mediagebruik niet in balans is met andere activiteiten als bewegen en slapen brengt dat risico’s met zich mee.

Met de toename van beeldschermmedia neemt het gebruik van printmedia wel af bij schoolkinderen. Lezen is niet alleen goed voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen, maar ook voor de fantasie en creativiteit en latere schoolprestaties, en daarmee voor later bewust mediagebruik.

Risico’s van mediagebruik bij schoolkinderen hangen vooral samen met de wijze waarop ze bepaalde inhouden (kunnen) gebruiken. Jongere schoolkinderen hebben nog beperkte cognitieve vaardigheden en kunnen hun emoties nog niet altijd goed reguleren. Daardoor kunnen aangrijpende beelden, zelfs als het fictie betreft, veel indruk maken en tot angsten leiden, en ook tot nachtmerries en slecht slapen. Pas vanaf circa 9 jaar kunnen kinderen hun eigen emoties goed benoemen en afstand nemen van wat ze zien (draken, monsters zijn niet echt), hoewel realistische dreigingen (moorden, aanslagen) ook na die leeftijd nog steeds diepe indruk kunnen maken.

Gezinscontext

Hoe kinderen opgroeien en ouders omgaan met media is een zeer belangrijke factor voor risico’s. Overmatig mediagebruik op jonge leeftijd is geassocieerd met problemen op taalvlak, cognitief en sociaal-emotioneel functioneren. Mogelijk doordat kinderen bij veel gebruik ook vaker niet-leeftijdsgerelateerde media gebruiken en er minder of slechtere interactie met ouders is. De toenemende inzet van (mobiele) media als oppas vormt daarmee een extra risico voor de gezonde ontwikkeling. Media op de achtergrond vormen eveneens een risico voor slechtere taalontwikkeling en slechter spel. Het mediagebruik van de ouders zelf is dus ook een belangrijke voorspeller voor hoe kinderen zich ontwikkelen.

Bronnen:

In de gepubliceerde factsheet van de Nederlandse Vereniging Kinderartsen staan deze en meer meetbare gezondheidseffecten waaronder: algemene ontwikkeling, overgewicht, slechtziendheid, motorische gevolgen en slaapproblemen.

Ook de WHO stelde onlangs richtlijnen voor het beeldscherm gebruik bij kinderen.