15 september 2006 door Niels van de Griend

Het langstlevende testament - vier soorten

Vier soorten testamenten - Wat zijn de verschillen en hoe werkt het in de praktijk?

Wilt u ervoor zorgen dat er na uw dood gebeurt wat u wilt, dan zult u een testament moeten maken. Natuurlijk wilt u uw kinderen goed verzorgd achterlaten, maar ook uw partner. Vandaar dat veel mensen kiezen voor het langstlevende testament, waarin de partner niets te kort komt. Maar hoe werkt zo'n testament?

Het begrip 'langstlevende testament' is eigenlijk zeer verraderlijk. Er kunnen namelijk allerlei varianten op dit thema zijn, die allemaal hun eigen voor- en nadelen hebben. Wanneer er gesproken wordt over een 'langstlevende testament', dan zegt dat dus maar weinig. Je zult ook moeten vaststellen om wat voor soort langstlevende testament het eigenlijk gaat.

Uiteraard hebben alle langstlevende testamenten met elkaar gemeen dat er zoveel mogelijk wordt voldaan aan de verplichting om de langstlevende ouder goed verzorgd achter te laten na het overlijden van de andere ouder. Dat is de belangrijkste overeenkomst. Maar er kunnen ook belangrijke verschillen zijn. In principe zijn er vier varianten.

1. Vruchtgebruik testament

Op zich is het vruchtgebruik testament niet echt een langstlevende testament, omdat het vruchtgebruik in beginsel slechts het gebruik van zaken met zich meebrengt. Voor verkoop, hypotheek en dergelijke heeft de langstlevende de medewerking van de zogenoemde 'blooteigenaren' nodig. Blooteigenaren, oftewel de bezitters van het 'bloot eigendom', worden ook wel 'hoofdgerechtigden' genoemd.

Om de vruchtgebruiker toch meer bevoegdheden te geven, kun je in het testament het vruchtgebruik 'aankleden' met de bevoegdheid tot beschikken en verteren (= opmaken) van het vruchtgebruikvermogen.

2. Ouderlijke boedelverdeling / wettelijke verdeling

De ouderlijke boedelverdeling (ook wel 'wettelijke verdeling' genoemd) is een echte klassieker. De erfgenamen zijn de kinderen, tezamen met de langstlevende echtgenoot. Via de verdeling wordt de langstlevende ouder – wat uiteraard ook een stiefouder kan zijn – de enig eigenaar, en krijgen de kinderen een zeer beperkt opeisbare vordering (in geld) op hem of haar.

Op zich is dit een prima systeem, tót de fiscus om de hoek komt kijken. De kinderen worden namelijk – als erfgenaam – belast met successierecht, terwijl ze de facto niets in handen krijgen. Daarom wordt over het algemeen testamentair vastgelegd dat de langstlevende ouder de successiebelasting van de kinderen moet voorschieten.

Het voorschieten van successiebelasting hoeft geen probleem te zijn, maar dan moet daar wel geld voor beschikbaar zijn. Als dat er niet is, dan zal de langstlevende alsnog dingen moeten verkopen. Zoals het huis, wat geen aantrekkelijke gedachte is. De oplossing is eenvoudig, namelijk: zorgen dat de kinderen geen erfgenaam zijn. Daarmee komen we op de derde en de vierde variant van het langstlevende testament.

3. Langstlevende enig erfgenaam

In een testament kan worden bepaald dat er maar één erfgenaam is, als één van beide ouders komt te overlijden. Namelijk: de langstlevende. Eenvoudiger kan het bijna niet, zou je zeggen.

Nadeel van dit testament is echter dat de door de kinderen verschuldigde successiebelasting bij overlijden van beide ouders waarschijnlijk veel hoger zal zijn dan in het systeem van de hierboven omschreven verdeling.

Een ander 'nadeel' is dat de kinderen geen enkele grip op het geld of de goederen hebben, als de langstlevende een tijdje later een nieuwe partner krijgt. Maar ook dáár is een oplossing voor: de tweetrapsmaking.

4. Langstlevende enig erfgenaam met tweetrapsmaking

In deze laatste variant is de langstlevende ouder nog steeds enig erfgenaam, maar op het erfgenaamschap zit dan een soort wielklem. De erfenis is als het ware geoormerkt, zodat bij overlijden van de langstlevende ouder (en eventueel in andere gevallen, zoals bij faillissement, etc.) de erfenis van de eerst overledene – althans, wat daarvan over is – ten goede komt aan de tweede trap.

De tweede trap omvat de kinderen van de eerst overledene (die uiteraard ook de kinderen van de langstlevende kunnen zijn) en niet een eventuele nieuwe partner of zijn of haar kinderen.

Bijkomend voordeel is dat je op deze manier zorgt voor spreiding van het totale vermogen en dat daarmee de hoogte van de successiebelasting 'gedrukt' wordt.

Kortom: wees beducht voor de term 'langstlevende testament' als je niet weet om welke variant het gaat. Voor meer informatie ga je natuurlijk naar het reisbureau voor testamentaire routes: de notaris.

Lees ook: