17 november 2003 door Justine Pardoen

Kind en hond - Goede maatjes worden

Honden kunnen lief zijn, maar ze kunnen ook bijten. Hier leest u wat u kunt doen om de risico's te verkleinen en het plezier te vergroten.

Honden kunnen lieve maatjes zijn, maar ze kunnen ook gevaarlijk zijn. Wat kun je doen om de risico's te verkleinen en het plezier te vergroten? Dat begint al bij de baby-tijd.

Placenta in de etensbak

De meeste ouders begrijpen wel dat het voor een hond een grote verandering is als er een baby'tje komt. Ze willen voorkomen dat de hond zich "verraden" of "buitengesloten" voelt, of "jaloers", "agressief" of zelfs "depressief" wordt. Daarom kun je de hond maar beter voorbereiden op de komst van het nieuwe lid van de roedel, dan dat je hem plotseling confronteert met de zuigeling.

Maar hoe doe je dat? Tips op het Forum van Ouders Online variëren van "zet de kinderwagen alvast in huis" en "wen hem eraan dat hij niet meer boven mag slapen", tot "laat hem de placenta eten" en "doe hem het huis uit".

Of je hem nu de moederkoek voert of niet, je doet hem in ieder geval niet zomaar weg. Karin: "Je doet je eerste kindje toch ook niet weg als er een tweede komt?" En: "Mag hij bij de bevalling blijven?", wil Conja weten, "of moet hij uit logeren? Wat is het beste?"

Snuffelen aan een luier

Inge had geen idee hoe ze de hond moest voorbereiden op de komst van de eerste baby. Ze deed dus maar niets, maar alles ging goed. Ook tijdens de bevalling. "Hij had wel door dat er iets aan de hand was, maar hij lag rustig in zijn mand tv te kijken. De dag daarop liet de kraamhulp de hond snuffelen aan een volle luier. Niets aan de hand."

Brit heeft de hond juist wél uit logeren gedaan. "Het is een schat van een beest, maar wel snel nerveus, zeker met vreemde mensen in huis. Wij hebben hem in een pension gedaan en daar heeft hij het heerlijk rustig gehad. Toen hij terugkwam, kreeg de baby heel voorzichtig lieve likjes. Hij was meteen weer gewend."

El heeft de honden heel bewust overal bij gehouden. Ze vond het belangrijk dat ze snel met de baby kennis konden maken. Ze lieten de beesten overal toe, zodat ze goed konden zien hoe hun bazen omgingen met de nieuwe telg. En dat bleek succesvol: "Onze beschermende houding was een voorbeeld voor de honden. Ze leken te begrijpen dat er voor dit kindje gezorgd moest worden."

Volg je gevoel, maar gebruik je verstand

Je kunt dus gewoon doen wat je denkt dat goed is. De een doet zijn honden tijdelijk even de deur uit, de ander laat het dier erbij, persdrang of niet. Maar het is wel goed om na te blijven denken.

Er is één belangrijke regel die ouders nooit moeten vergeten. En dat is: laat je kindje nooit alleen met de hond. Een hond ziet de nieuwe spruit namelijk niet als zijn meerdere, maar als een ondergeschikte. Als de baas erbij is, zal hij zich misschien inhouden, maar zodra de baas weg is, is de hond de baas over de baby.

Risico-honden

Elke hond kan toehappen: een Golden Retriever net zo goed als Dobberman Pincher. Een dier is niet voorspelbaar. Maar er zijn wel honden die je extra in de gaten moet houden.

Dit zijn risico-honden:

  • honden die nog nooit eerder of heel zelden een baby hebben gezien. (Let ook op als je eerder hebt gemerkt dat je hond opgewonden reageerde op een baby);
  • honden die snel jaloers worden als hun baas aandacht aan een andere hond besteedt;
  • honden die snel agressief reageren;
  • honden met een hoge jacht- of buitdrift (jagen op vogels, kleine dieren, etc.).

Aandacht

De hond zal een pasgeboren baby accepteren, zolang hij niet het gevoel krijgt dat hij zijn plaats moet afstaan aan de nieuweling. Het is dus belangrijk om in de kraamtijd heel bewust om te gaan met de hond. Geef hem niet het gevoel dat hij verstoten wordt.

Als je de hond op bepaalde momenten (badderen, voeden, verschonen) steeds buitensluit, zal de hond de aandacht die jij voor de baby hebt, als negatief gaan ervaren.

Voorkom ook dat je de hond steeds moet corrigeren in zijn gedrag tegenover de baby. Je kunt de hond heel bewust juist ook iets lekkers geven als de baby eten krijgt of verzorgd moet worden.

Kruipen en lopen

Meestal gaat het nog wel goed, totdat de baby gaat kruipen en lopen. Dan treedt er een nieuwe fase in, waarbij de hond steeds meer moet inleveren van zijn rechten.

Daarom is het goed om kinderen al snel – vanaf het moment dat ze kunnen kruipen – strakke regels te leren over de rechten van het kind en de rechten van de hond. Vooral rond het eten en slapen van de hond moet je met het kind duidelijke afspraken maken.

Bij Marijke is het al misgegaan. Ze klaagt niet zozeer over haar hond, maar over haar kleuter: "Mijn zoontje doet heel gemeen tegen de hond. Hij prikt met alles wat hij maar kan vinden in de oren, neus en ogen van onze Tarzan. Ik vind het zielig voor de hond. Ik denk wel eens: Tarzan zou hem eens flink te grazen moeten nemen, dan leert hij het wel af! Ik wil Tarzan niet weg doen, en mijn zoontje natuurlijk ook niet."

Onmiddellijk krijgt Marijke het advies om maar een ander baasje te zoeken voor Tarzan. Inderdaad heeft ze verzuimd om haar kind op te voeden in het omgaan met de hond, waardoor de hond in de problemen zit. Zodra Tarzan een keer van zich afbijt, is het gedaan met Tarzan.

Maar zover hoeft het niet te komen, mits je je aan een aantal vanzelfsprekende regels houdt.

Omgaan met honden

Als je kinderen hebt in een huis met huisdieren, zul je je kinderen al vroeg moeten leren omgaan met die dieren. Een hond kan heel gevaarlijk zijn. Zowel de hond als de kinderen moeten opgevoed worden. Bekijk een video, of lees een boek.

Video voor ouders

Ouders kunnen kleine kinderen al heel vroeg leren hoe ze moeten omgaan met een huisdier. Dat vindt ook huisdieren-adviesbureau Tinley: een vereniging van kynologen en honden-gedragstherapeuten, die een video voor ouders hebben uitgegeven over kinderen en honden.

Bijna de helft van alle ernstige bijt-slachtoffers, zijn kinderen onder de 10 jaar. Dat is niet goed voor het imago van de hond, en daarom is voorlichting van belang.

Tinley geeft cursussen, behandelt honden, organiseert reisjes en congressen, en geeft allerlei drukwerk uit om het aantal hondenbeten terug te dringen. En dus ook een video, met een – helaas – beetje trage instructie en een aantal bijt-verhalen van ouders over hun kind. Te bestellen via de website voor 14 euro.

Boek voor kinderen

Irma Frijlink-Grasveld heeft het weer anders aangepakt. Ook zij is honden-gedragstherapeut, maar zij heeft een boek geschreven voor de kinderen zelf. (Irma Frijlink-Grasveld: 'Wie is hier de baas?' uitg. Personalia, ISBN 90 72977 92 0)

De kinderen in het boek, Elsie en Reinoud, krijgen na lang zeuren een puppie. Door de verhaaltjes over deze broer en zus met hun hond leren kinderen die het boek lezen (vanaf 8 jaar) of voorgelezen krijgen (vanaf 6 jaar), vanzelf wat wel en niet kan met een hond. Heel handig om samen te lezen, meteen al vanaf het moment dat je overweegt om een hond op te nemen in je gezin. Zo kun je gezamenlijk tot een beslissing komen, en praten over de verantwoordelijkheden die een dier met zich meebrengt.

Achterin het boek staan tips voor ouders. De opvallendste: schaf nooit een hond aan alleen voor de kinderen. Je moet het als ouder zelf ook leuk vinden, anders wordt het niets.

Gebeten? Melden!

Als het tóch mis gaat, en de dol-enthousiaste hond genadeloos toeslaat, dan ga je natuurlijk naar een dokter. Hopelijk komt het niet zover dat je kind ervoor in het ziekenhuis terecht komt.

Daarnaast is het altijd zinvol om je ervaring te melden bij het Meldpunt Hondenbeten op de website van de Hondenbescherming.

10 Tips

Hieronder volgen 10 handige tips. Ook voor ouders die geen hond hebben.

1. Verbied je kind om vreemde honden zomaar te aaien.

Laat je kind niet iedere hond op straat aaien. Alle honden kunnen bijten.

2. Voorkom plotselinge kinderbewegingen in de buurt van een hond

Wapperen met de handjes, enthousiast gillen of bang wegrennen: het kan allemaal een aanval van de hond uitlokken. Of de hond nu wil spelen of dat hij bang is: de gevolgen voor kleine kinderen kunnen groot zijn.

3. Leer je kind om toestemming te vragen

Moet er toch geaaid worden? Leer je kind dan om eerst toestemming te vragen aan papa of mama, én aan de eigenaar van de hond.

4. Leer je kind hoe je een hond benadert

Het veilig benaderen van een hond gaat zo:

  • steek voorzichtig je hand uit, iets onder de ooghoogte van de hond;
  • laat de hond naar je toestappen;
  • komt hij niet naar je toe, aai hem dan niet;
  • komt hij wel naar je toe, aai hem dan zachtjes onder zijn kin of op zijn borst en niet op zijn kop. (De meeste honden vinden aaien op hun kop niet leuk, waarschijnlijk omdat ze je hand dan niet meer kunnen zien.)

5. Leer je kind om zijn handjes rustig omlaag te houden

Handjes omlaag heeft de voorkeur, maar handjes op de rug is nog beter. En zorg ervoor dat er geen etenswaar in die handjes zit.

6. Accepteer en respecteer de angst

Als je merkt dat je kind bang is voor honden, maak daar dan geen gedoe van. Zeg nooit dat je kind niet bang hoeft te zijn, maar leer hem of haar gedrag waarmee je veilig kunt blijven. Het beste is de hond te negeren. Leer je kind langs de hond te kijken, en het dier niet in de ogen te staren. Zeker niet gaan gillen en wegrennen.

7. Voorkom dat een hond zijn snuit in de wandelwagen steekt

Stel je voor dat het jou overkomt! Je kind kan geen kant op en de hond ook niet als hij in een reflex toehapt uit schrik. Houd je kind op afstand van vreemde honden.

8. Leer je kind wat hij nooit mag doen

Zelfs bij de grootste knuffel-sul van een hond gelden de volgende basisregels:

  • ga nooit over zijn nek hangen;
  • trek nooit aan zijn staart;
  • poer nooit in zijn oren;
  • ga nooit op zijn achterlijf zitten;
  • daag hem nooit uit (bijvoorbeeld door hem lang aan te staren);
  • plaag hem nooit en doe hem nooit pijn (net als elk ander dier).

9. Laat je kind nooit alleen met een hond over straat gaan

Deze regel geldt voor elk kind en voor elk type hond (hoe lief en vertrouwd hij ook is). Een kind heeft namelijk geen natuurlijk overwicht; de hond beschouwt een kind niet als zijn baas.

10. Laat je kind nooit met een hond alleen

Hoe lief een hond ook is: laat je kind nooit met hem alleen. Een ongeluk zit in een klein hoekje.