22 december 1999 door Justine Pardoen

'Kinderen kunnen meer talen aan'

Van januari 1999 tot april 2001 verzorgde Ouders Online elke woensdag een halve pagina over 'opvoeding' in het dagblad Trouw, geïnspireerd op datgene wat er die week bij Ouders Online was voorgevallen. Het onderstaande artikel maakt deel uit van die serie.

Een Nederlands gezin in het buitenland wil natuurlijk dat de kinderen zowel de taal van het gastland leren als de taal van het vaderland. Dat maakt ouders soms knap onzeker over een zeer fundamenteel aspect van de opvoeding: welke moedertaal leert je kind?

Jolanda woont met haar gezin in Curaçao. De officiële taal is daar Nederlands, maar de lokale bevolking spreekt Papiamentu. Met het oog op de toekomst is het natuurlijk belangrijk dat de kinderen in ieder geval ook het Nederlands goed leren. Daarom gaat hun dochter ook naar een Nederlandstalige crèche en zullen ze proberen haar straks op een Nederlandstalige school te doen. Dat komt wel goed, denk je dan.

Maar Jolanda en haar man komen zelf uit Limburg en hebben het Limburgs als hun moedertaal. Thuis spreken ze dan ook Limburgs en geen ABN. Het Nederlands hebben ze op school geleerd, zoals zoveel Limburgers. En dat hadden ze ook voor hun kinderen in gedachte.

Maar nu twijfelen ze ineens. Vanuit het verre Curaçao wendt Jolanda zich tot Ouders Online. Haar omgeving, maar ook haar Limburgse familie in Nederland, houden Jolanda voor dat het voor hun dochter beter zou zijn als ze het Limburgs als gezinstaal opgeven en thuis gewoon Nederlands gaan spreken. Voor haar kind heeft ze het geprobeerd, maar het lukt haar niet.

Jolanda: "Ik kan mijn gevoelens beter uitdrukken in mijn eigen moedertaal en ik val dan ook steeds terug in het Limburgs. Wel heeft ze leesboekjes in het Nederlands die ik in het Nederlands voorlees." Wat moet ze nu doen: "Is het inderdaad beter om Nederlands met haar te gaan praten, of moet ik gewoon mijn hart volgen?"

Jeroen Aarssen, die als taalkundige en turkoloog (Katholieke Universiteit Brabant) gespecialiseerd is in de taalverwerving van kinderen die meer dan een taal tegelijk leren, is eigenlijk een beetje verbaasd dat de Limburgse familie vindt dat Jolanda Nederlands zou moeten praten tegen haar kinderen. Aarssen: "Over het algemeen hechten juist Limburgers erg veel waarde aan het spreken van hun eigen regionale taal. Limburgers die hun geboortegrond verlaten, blijven thuis meestal gewoon Limburgs praten. In die zin beschouwen Limburgers zichzelf als tweetalig. En terecht."

"Zelfs als ze naar een ander land verhuizen, vormen Limburgers als het maar even kan hechte groepen die onder elkaar Limburgs blijven spreken. En dat is best bijzonder, want uit onderzoek blijkt dat juist Nederlanders -- eerder dan welke andere nationaliteit ook -- hun moedertaal inruilen voor een andere."

Waarom verkwanselt een Nederlander in het buitenland zijn moedertaal? En waarom zou een Limburger in het buitenland zijn Limburgs moeten inruilen ten gunste van het Nederlands? Is het soms omdat Nederlanders denken dat een kind niet in staat is om twee talen tegelijk te leren?

Aarssen: "Inderdaad lijken Nederlanders te denken dat elke minuut die een kind besteedt aan het leren van de ene taal ten koste gaat van de andere. Twee of drie talen tegelijk zou te belastend zijn voor een taallerend kind. Die angst is misschien wel begrijpelijk maar niet gegrond. Kinderen leren heel gemakkelijk meer dan een taal. Ze leren daarbij ook in welke situaties je een bepaalde taal wel of niet gebruikt. Vergelijk het met kleding: voor de ene gelegenheid trek je zondagse kleren aan en een andere keer ga je in t-shirt en spijkerbroek."

Nederlanders geven niet alleen hun eigen moedertaal snel op als ze emigreren, ze vinden ook dat anderen dat zouden moeten doen. Dat merk je ook aan onze nationale bestuurders. Niet zo lang geleden vond minister Van Boxtel (Grote-stedenbeleid) nog hardop dat het voor kinderen die in Nederland wonen, beter is om thuis Nederlands te spreken. Ook al is dat niet de moedertaal van de ouders.

Voor Nederlanders heeft de moedertaal blijkbaar in het algemeen een lage status, zelfs voor een Limburger. Aarssen: "Turkse ouders bijvoorbeeld, hechten veel meer aan hun moedertaal. Doordat het Turks binnen de Turkse gemeenschap juist een zeer hoge status heeft, is het nu in Nederland voor Turkse kinderen heel gemakkelijk om hun moedertaal te behouden. En dat gaat echt niet ten koste van hun verwerving van het Nederlands."

Aarssen: "Uit mijn eigen onderzoek blijkt dat kinderen die tweetalig opgevoed worden, op vierjarige leeftijd inderdaad soms een achterstand laten zien in de ontwikkeling van beide talen. Maar ook blijkt dat ze die volledig ingehaald hebben als ze tien jaar zijn. Het wordt tijd dat ouders stoppen hun eigen en andermans kinderen zo te onderschatten: ze kunnen meer dan we denken."