18 oktober 2000 door Justine Pardoen

Kinderen leren een ratjetoe aan talen

Van januari 1999 tot april 2001 verzorgde Ouders Online elke woensdag een halve pagina over 'opvoeding' in het dagblad Trouw, geïnspireerd op datgene wat er die week bij Ouders Online was voorgevallen. Het onderstaande artikel maakt deel uit van die serie.

In multi-culturele samenlevingen leven ook multi-culturele gezinnen. In Nederland groeien steeds meer kinderen ook op met verschillende talen tegelijk. Ouders vragen zich vaak bezorgd af of hun kind dat wel aankan.

Minke heeft een zoontje van vijf maanden, dat al lekker begint te brabbelen. Ze is Nederlandse en haar man is Keniaan. Minke spreekt zelf Nederlands tegen haar kind. De vraag die ze voorlegt aan de taalkundige van Ouders Online is wat haar man nu moet doen. Minke: "Hij is 'Luhya' (de naam van zijn stam) en praat 'Kiluhya' met zijn Keniaanse ouders. Maar met zijn meeste broers en zussen in Kenia en met Kenianen hier in Nederland, spreekt hij voornamelijk 'Kiswahili'. Dit is echter een zeer veranderlijke taal die zich aanpast aan de sprekers en voortdurend nieuwe woorden en mixen uit anderen talen in zich opneemt."

Het kind hoort dus Nederlands, Kiluhya en Kiswahili. Maar ook veel Engels, want zijn ouders spreken Engels tegen elkaar. Dat doen ze bewust, opdat het kind ook Engels leert. Maar de Keniaanse vader leert het Nederlands steeds beter beheersen, waardoor hij het ook vaker thuis gaat spreken met zijn Nederlandse vrouw. Minke: "Daardoor wordt wat wij spreken een soort mix van Engels en Nederlands. Is het erg dat mijn zoon van alles door elkaar krijgt aangeboden?"

Angeline woont in Brussel. Ze spreekt Nederlands met haar dochter, die net een jaar oud is. Maar het kind hoort nog veel meer: haar vader is Arabisch en ze gaat naar een Engelstalig kinderdagverblijf. Bovendien zal ze over een tijdje naar een peutergroep gaan waar Frans gesproken wordt. Ook Angeline heeft het idee dat het allemaal een beetje te veel zal zijn voor haar kind. Ze vraagt zich af of ze thuis niet beter Engels kunnen gaan praten.

De taalkundige Jeroen Aarssen is verbonden aan de Katholieke Universiteit Brabant en gespecialiseerd in meertalige taalverwerving. Hij stelt beide moeders gerust: die kinderen zijn erop gebouwd om in hun eerste levensjaren te leren praten. Het zal dus wel goed komen, maar er zijn ook valkuilen.

Aarssen: "Wanneer beide ouders thuis zoveel mogelijk één taal gebruiken, bij voorkeur ieder zijn eigen taal, is er geen probleem. Zo laat u zien welke situatie bij welke taal hoort; daardoor leert het kind al die talen uit elkaar te houden. Hoe eerder ze in aanraking komen met alle verschillende talen die ze onder de knie moeten krijgen, hoe beter het is."

Het gaat er dus om dat een kind weet waar hij of zij aan toe is: met papa spreek Arabisch, met mama Nederlands, met oma Kiluhya, met de oppas Engels: het is verbazingwekkend, maar het kan. Maar iedereen weet ook dat als de ouders Nederlands spreken van het type 'hun hebben me fiets gejat', de kinderen dat ook zullen doen.

"Als ouders thuis een taal gaan spreken waarin ze zich niet optimaal kunnen uitdrukken, wordt het wel moeilijk, waarschuwt Aarssen. "Als u kind thuis een mix hoort van Engels, Nederlands en Kiswahili, waarbij woorden maar ook zinsconstructies van de ene taal in de andere terechtkomen, moet u er niet vreemd van opkijken als uw zoontje later de allereerste -- en misschien wel de enige -- moedertaalspreker van het KiNederEngels' wordt."

Aarssen: "Als je wilt dat een kind die verschillende talen afzonderlijk leert -- dat kan vooral buitenshuis handiger zijn -- dan zul je er dus voor moeten zorgen dat het kind de 'pure' varianten aangeboden krijgt. Daar moet je als ouder je best voor doen. En dan nog zul je merken dat de eerste paar jaar je kind zelf een 'ratjetoe' van talen gebruikt. Maar dat is een normale fase in de taalontwikkeling van meertalige kinderen en dus niet per se een signaal dat het kind bezig is een 'verkeerde versie' op te pikken. In het begin lukt dat nog niet, maar uiteindelijk gaat elk meertalig kind bij het spreken onderscheid maken naar de situatie waarin een taal gebruikt wordt."

Voor de taalontwikkeling van een kind is het dus niet slecht als een kind veel verschillende talen hoort. Maar zoals in de opvoeding in het algemeen, kan het ook in de taalopvoeding het geen kwaad als ouders soms even stilstaan bij wat ze aan het doen zijn. Aarssen: "Een kind dat leert praten, leert niet alleen een of meer talen spreken, maar leert vooral ook te communiceren. Het is daarom belangrijk dat ouders van meertalige kinderen vooral de algemene taalontwikkeling van hun kind stimuleren. Ik bedoel: dat ze samen lezen, benoemen wat ze zien en doen, samen zingen en zo. Praten met elkaar: daar gaat het om. Zolang kinderen daar plezier in hebben, zullen ze het ook leuk vinden om te blijven experimenteren met al die verschillende talen die ze om zich heen horen."