21 april 2006 door Justine Pardoen

Leer je kind vallen

Kinderen vallen veel. Meestal loopt dat goed af, maar soms niet. Wat moet je doen als je kind ernstig gevallen is? En hoe train je je kind in veilig vallen?

Kinderen vallen veel. Vooral als ze klein zijn, vallen ze snel op hun hoofd, wat heel gevaarlijk kan zijn. Wat moet je doen als dat gebeurt?

Kijk goed naar uw kind. Als u één van de volgende dingen ziet, belt u de huisarts:

  • het kind is buiten bewustzijn geweest;
  • het kind blijft niet goed wakker, is suf, minder alert, reageert niet op wat u zegt;
  • het kind heeft trekkingen (een stuip);
  • het kind braakt;
  • het kind heeft mogelijk een breuk, heeft pijn, of kan een arm, pols, hand, schouder niet goed bewegen.

Een bijzonder geval vormen kinderen die antistollingsmedicijnen gebruiken, en kinderen die een bloedziekte hebben (waardoor ze na een val een verhoogde kans hebben op bloedingen in het hoofd). Dit soort kinderen moet altijd door een arts worden gezien.

Komt u inderdaad bij de huisarts terecht, dan kan die – na een risico-inventarisatie – eventueel een 'wekadvies' geven. U moet uw kind dan om de paar uur wakker maken, en kijken of hij adequaat en helder reageert als u hem aanspreekt, en of hij zijn armen en benen nog normaal en symmetrisch kan bewegen. Maar nogmaals: doe dat niet uit uzelf, maar overleg het eerst met de huisarts!

Leer je kind veilig vallen

Sommige kinderen lopen altijd letsel op als ze vallen, andere juist nooit. Het maakt blijkbaar uit hoe je lijf reageert tijdens een val. Het is dan ook niet zo gek om te denken dat je een kind kunt leren hoe je moet vallen. Veilig vallen kun je leren.

Veilig vallen voorkomt niet alleen letsel, maar het geeft kinderen ook meer vrijheid, meer bewegingsruimte. Kinderen die niet bang zijn om te vallen, durven meer. Ze zullen aan meer activiteiten durven meedoen (sport of andere lichamelijke uitdagingen), wat weer goed is voor hun ontwikkeling.

Vallen op school

Gek genoeg vinden valpartijen ook veel op school plaats (zo-n 110.000 per jaar). De helft van alle ongelukken op school gebeurt op het schoolplein, de andere helft tijdens de gymnastiekles. Het is dus beslist geen overbodige luxe om kinderen te leren vallen. Daar hebben ze ook – of juist – op school iets aan.

"Vallende kinderen steken hun handjes uit, zodat er heel veel druk op de armen komt en ze vaak toch nog met hun hoofd tegen de grond slaan", zegt Yos Lotens, judo-trainer, leerkracht en schrijver van boeken over het belang van stoeien en valtraining voor kinderen. Lotens: "Beter is het de val via arm en schouder op te vangen en dan door te rollen via de schouder, terwijl het hoofd opzij wordt gehouden."

Oefenen

De zijwaartse val kun je met een kind oefenen. Zorg voor een veilige, niet te harde, en schone ondergrond.

1. Ga op je rug liggen, met opgetrokken knieën en je armen om je knieën geklemd.

2. Houd je hoofd van de grond (kin op je borst).

3. Draai je naar de linkerzij en terug naar de rug en draai door naar je rechterzij.

Eerst kniel je achter het hoofd van je kind op de grond en rol je je kind heen en weer in deze beweging. Als dat goed gaat, kan hij het alleen. Het is belangrijk dat een kind leert bij een val in een reflex zijn hoofd van de grond te houden.

Voor het achterovervallen begin je het oefenen zo:

1. Begin vanuit dezelfde houding: op je rug, knieën naar je neus en kin op je borst.

2. Schommel nu vooruit en achteruit en houd je hoofd steeds van de vloer.

Ook dit kun je eerst samen doen. Ga naast je kind zitten, met één hand in een knieholte van je kind en de andere hand onder zijn nek. Beweeg je kind heen en weer in de schommelbeweging.

Yos Lotens heeft de belangrijkste valtechnieken uit de judo gebruikt om een valtraining voor kinderen te maken. Hij geeft workshops voor gymleraren om kleuters te leren tuimelen en grotere kinderen te leren vallen. Ook op middelbare scholen komt hij. Overal vinden kinderen het leuk. Ook schreef hij een aantal boeken met val-instructie.

Val-angst

Kinderen zijn in het begin vaak bang om te vallen. Lotens: "Eerst moeten kinderen van hun val-angst afkomen, daarna worden er allerlei handigheden aangeleerd. 'Afslaan', bijvoorbeeld, dat is dat je tijdens je val met je armen flink hard op de mat slaat, zodat je automatisch doorrolt." Hij leert de kinderen dat ze hun armen niet gebruiken om hun val tegen te houden, maar als schokdempers. En om goed door te rollen zonder met hun hoofd op de grond te komen.

Lotens: "Bij het achterovervallen kun je het best je armen voor de borst houden. Op het moment dat je neerkomt moet je - net als een judoka - met twee armen op de grond slaan, zodat je je val breekt", legt hij uit. "Kinderen zijn soms nog wel bang om hard met hun handen op de grond te slaan, omdat dat pijn doet."

Goed voorover vallen is wat moeilijker uit te leggen. Als je struikelt, val je met je gezicht naar de vloer. Lotens: "Op dat moment moet je meteen je lichaam draaien, zodat je neerkomt op je schouder en niet op je hoofd. Met je handen zet je je dan af en draai je meteen door. Je maakt als het ware een koprol." Vallen is nooit prettig en dat kan zo'n training ook niet veranderen. Maar pijn in je handen na een val is beter dan een gebroken arm, vindt Lotens.

Zelfvertrouwen

Leren vallen gaat om meer dan bescherming van het lichaam alleen. Als je leert vallen en zonder brokken weer kunt opstaan, krijg je zelfvertrouwen. Kinderen die goed door tegenslag heenkomen, ontwikkelen een sterk levensgevoel: 'wat er ook gebeurt, ik kan mezelf redden.'

Je zou willen dat elk kind zo in het leven staat. Niet agressief, maar zelfredzaam. Niet bang, maar met zelfvertrouwen. Leren gaat niet zonder vallen. Daarom is vallen én weer opstaan zo belangrijk.

Lees ook: