16 juli 2019

Meer nodig voor betrokken vaderschap

Vaders willen na de geboorte van hun kind meer betrokken zijn bij de zorg, maar nemen daarvoor nog weinig ouderschapsverlof op en passen hun werkschema minder vaak aan. Dit komt onder meer door gebrek aan steun en aanmoediging op hun werk.

Het draagvlak voor betrokken vaderschap is gegroeid in de samenleving als mede in de politiek. Er is een voorzichtige verschuiving zichtbaar binnen Nederland - bijvoorbeeld bij de media, in de samenleving, in relaties en bij vaders zelf - in de opvattingen over thema’s zoals vaderschap, gender en mannelijkheid. Er zijn ook positieve ontwikkelingen vanuit de politiek. In 2018 is gekozen voor de uitbreiding van de verlofregelingen voor partners. Ondanks het groeiende draagvlak laat een gelijke werk en zorg verdeling in de praktijk bij veel ouders nog op zich wachten.

Rapport

Onlangs presenteerde Rutgers het rapport ‘The State of Dutch Fathers. Vaderschap in Nederland: van willen naar doen’. In het rapport doet Rutgers aanbevelingen om betrokken vaderschap, zoals het opnemen van vaderschapsverlof, op verschillende niveaus verder te stimuleren: van individu tot overheidsbeleid. Het rapport laat zien wat er moet gebeuren om de nieuwe wet WIEG (Wet Invoering Extra Geboorteverlof) tot een succes te maken.

Om vaders meer te betrekken bij de kinderen is op 1 januari het recht op verlof na de geboorte van de baby uitgebreid van twee naar vijf dagen. De werkgever betaalt dit verlof en mag dit niet weigeren. Daarnaast mogen vaders vanaf 1 juli 2020 ook gebruikmaken van het aanvullend vaderschapsverlof van vijf weken tegen 70 procent van hun salaris. Werkgevers kunnen dit aanvullen tot 100 procent.

Sociale acceptatie

Uit het rapport blijkt dat vaders meer tijd met hun kinderen willen doorbrengen, maar ze al jaren minimaal gebruik maken van de formele mogelijkheden om hun arbeidspatroon aan te passen (bijv. deeltijd werken of ouderschapsverlof). Om daadwerkelijk de zorg gelijkwaardiger te verdelen lijkt naast financiële belemmeringen ook de mate van sociale acceptatie mee te spelen. Sociale acceptatie binnen een organisatiecultuur en het hebben van rolmodellen onder collega’s, managers en andere vaders stimuleren vaders om meer te gaan zorgen. Hiervoor is het niet alleen belangrijk dat vaders op de werkvloer ondersteund worden, maar ook dat zij binnen partnerrelaties en met andere vaders in gesprek gaan over hun ouderrol en de werk- zorgverdeling.

Cultuuromslag

Er is dan ook een culturele omslag nodig op alle niveaus van de samenleving om vaders meer te betrekken bij de zorg en opvoeding van hun kinderen en het gezinsleven. De aanbevelingen binnen het rapport geven aanknopingspunten hoe deze cultuuromslag bereikt kan worden.

Zo kan nationale wetgeving en beleid, bijvoorbeeld de huidige verlofregelingen, verbeteren en verbreden zodat niemand uitgesloten wordt. Bewustwording binnen de (pre-)natale gezondheidszorg en het onderwijs kan bijdragen om (de meerwaarde van) betrokken vaderschap binnen die beroepsgroepen hoog op de agenda te krijgen. Hierdoor kunnen professionals een rol spelen om betrokken vaderschap te promoten en krijgen zij handvaten krijgen om vaders beter te bereiken en betrekken bij hun werk. Het is van belang dat bedrijven niet alleen werk- familiebeleid ontwikkelen maar dat ook in de praktijk brengen. Behalve HR-afdelingen kunnen ook managers en collega’s een voorbeeldrol vervullen door zich positief uit te spreken over het verlof en beslissen om werk en zorgtaken beter te verdelen. Het rapport roept tenslotte vaders nadrukkelijk op om uit de ondersteunende ouderrol te stappen en ook de positie van primaire opvoeders te nemen en pleit voor meer solo-zorg door vaders.