24 september 2012 door Marie van Hout

Mijn kind heeft ingebeelde lelijkheid

De 15-jarige zoon van Marie heeft ingebeelde lelijkheid (Body Dismorphic Disorder Disease). Wat doet zo'n stoornis met een kind en het gezin?

Als je kind geboren wordt, wens je hem of haar alle geluk in de wereld. Zo mooi en lief, dat verdient-ie toch? Hoe wreed en onbegrijpelijk als datzelfde mooie kind zichzelf zo lelijk vindt dat hij dood wil. Helemaal omdat niemand ziet wat hij ziet in die vreselijke spiegel.

Enig idee waar je allemaal je gezicht in weerspiegeld ziet? En hoeveel tijd dat dagelijks kost om daar zo vaak mogelijk naar te kijken? Onze puberzoon Wesley was zo onzeker over zijn uiterlijk dat hij overal zijn spiegelbeeld zocht, om te concluderen dat het niks was.

Hij ontwikkelde een eetstoornis en waanbeelden. Zelfmoord was de enige oplossing in zijn ogen. Vanwege het verdriet dat het ons, zijn zussen en ouders, zou doen, was plastisch chirurgie nog een optie. Veertig dwanghandelingen en 3 jaar later is het ellendige gevoel enigszins onder controle. Wesley ziet de toekomst weer zonnig in. Maar daar is wel heel wat voor nodig geweest.

Doe normaal!

Hoe vaak zeg je als ouder tegen je puber die klaagt over een lelijk lichaamsdeel: "Doe normaal". Wij hadden dat heel vaak gezegd, misschien wel te vaak. Wat ging er mis? Wat hadden wij gemist?

Het begon met zijn te dikke bovenbenen. Daarna had hij last van zijn onderkin. Uiteindelijk werden het te dikke wangen. Wesley probeerde zijn onzekerheid te verbergen door stoere kleding en dito gedrag. Onacceptabel, vond zijn 'groepje' in het kleine dorp waar we net naar toe waren verhuisd.

Door pesten en bedreigingen, onder andere via sociale media, wilde hij niet meer naar zijn sportclub. Ooit zijn lust in zijn leven. Nadat hij een te leuke rap met een vriend had gepost op Youtube, werd hij volledig buitengesloten.

Hiphop

Dansen was zijn redding uit deze negatieve situatie. Dansers dagen elkaar op een positieve manier uit om het beste van jezelf te laten zien en jezelf continu te overtreffen.

Vol enthousiasme stortte Wesley zich op deze nieuwe uitdaging. Hij was grenzeloos. Terugblikkend is dit de rode draad: alles deed hij met 200% inzet. Daarnaast bestond er dan niets meer.

Al snel was hij een verdienstelijk breakdancer, ging naar wedstrijden, sloeg aan het C-walken – waarmee je via Youtube battles hebt – en kwam in het demonstratieteam terecht. Geweldig! Toch?

Dwangmatig

Het bleek toch niet zo leuk. Beweging was niet lekker, beweging zorgde voor verbranding van calorieën en daarmee voor dunnere wangen. Dat wij niet zagen wat hij zelf in de spiegel zag, vond hij logisch: ouders zijn niet objectief.

Van andere mensen in zijn omgeving nam hij complimenten ook niet aan. Zij waren immers door ons geadviseerd om dit te zeggen. Het resultaat was afschuwelijk: Wesley wantrouwde ons en wij voelden ons machteloos en buitenspel gezet.

Doodswens

Vlak voor zijn 15e verjaardag dronk ik samen met Wesley thee na dansles. Hij was weer continu geconfronteerd met zijn spiegelbeeld in de dansstudio. En toen zei hij het. Hij wilde dood. Want wij gunden hem geen plastische chirurgie. Een andere oplossing zag hij niet. Hij had al bedacht hoe en waar.

Hij had het nog niet uitgevoerd omdat hij wist dat dit ons, zijn zussen en ouders, enorm veel verdriet zou doen. Dat bevestigde ik. Wat kon ik anders? Wesley geloofde niet in het praten met iemand over zijn problemen, dus daar zat ik dan met mijn mond vol tanden. Als moeder en als coach en bedrijfsmaatschappelijk werker.

Hoe kon ik hem helpen? Ik had echt geen idee. Daarom vroeg ik hem om mij te helpen. Ik had hulp nodig om hem hier beter in te kunnen begeleiden en vroeg hem de volgende dag met mij naar de huisarts te gaan. Dat wilde hij wel. Dat was zijn redding.

Body Dismorphic Disorder Disease

Een week later zaten we met een spoedmelding bij een polikliniek van een jeugdpsychiatrische instelling. Na intake-gesprekken en onderzoeken hoorden we 3 maanden niets. Intussen werd het probleem steeds groter.

Wesley had beloofd zichzelf niets aan te doen, tot duidelijk was wat er met hem aan de hand was. Toch waren we iedere dag bang voor een rampzalig telefoontje. Later bleek dat de psycholoog en de psychiater in de instelling Wesley niet als acuut suïcidaal hadden beoordeeld. Er waren nog te veel ankers die hem verhinderden om de daad bij het woord te voegen.

Uiteindelijk werden we twee dagen voor Kerstmis uitgenodigd voor een gesprek. De diagnose: Body Dismorphic Disorder Disease met dwanghandelingen, depressieve kenmerken, en een neiging tot anorexia.

Vanwege de leeftijd en de hersenontwikkelingsfase van Wesley zou de behandeling met spoed starten. Met ons allemaal. Gezinstherapie dus. Was er dan iets mis met ons gezin? Vol vragen zonder antwoorden gingen we de Kerstperiode in.

Systeemtherapie

Eind januari volgde het eerste gesprek met een systeemtherapeut en het hele gezin. Het was de therapeut direct duidelijk dat het niet aan ons gezin lag. De meiden hoefden niet meer mee, behalve als Wesley of zijzelf dat wilden. [Bij systeemtherapie wordt gekeken naar het gezin als geheel - red.]

Kort daarop organiseerde de school van Wesley een wintersportvakantie. Wesleys droom! Het zou om 5 dagen gaan. Wel of niet doen? Zadelden wij de school en zijn medeleerlingen niet met een enorm risico op wanneer Wesley mee zou gaan? We overlegden met zijn mentor die mee op reis ging, en namen samen de beslissing: "Wesley, ga maar mee op reis."

Prozac

Vijf dagen later haalden we een doodvermoeide zoon op bij school. Het snowboarden vond hij geweldig. Na een paar uur slaap kwamen de verhalen. De reis was geweldig, maar het had hem enorm veel energie gekost. De psychiater bevestigde het: men had onderschat hoever Wesley al in zijn dwanghandelingen en wanen zat.

Er was maar één oplossing: Prozac. Was er al veel bekend over het effect en de bijwerkingen van Prozac op jongeren in deze hersenontwikkelingsfase? Nee. Alternatieve medicijnen zouden als bijwerking gewichtstoename kunnen veroorzaken. Geen optie bij Wesley, vandaar een lage dosering Prozac en indien nodig: uitbouwen naar een maximum dosering. Daarnaast begon Wesley aan wekelijkse cognitieve gedragstherapie, in combinatie met maandelijkse systeemgesprekken.

Vooruitgang en terugval

De eerste maanden bracht ik Wesley naar zijn wekelijkse sessie. Hij werkte keihard aan zichzelf en we zagen hem pogingen doen om zijn dwanghandelingen onder controle te krijgen. Het was een enorm gevecht.

Na een paar maanden ging hij zelf op zijn fiets door weer en wind naar de sessies. Wat een doorzettingsvermogen toonde hij. De therapeuten waren verbaasd over zijn inzet, zijn creativiteit, en zijn wil om zijn probleem onder controle te krijgen.

Onze jongste dochter was intussen met veel enthousiasme aan de brugklas begonnen. Driekwart jaar later wilde zij van school. Problemen. Meidengedoe. Ook hier speelden social media een rol.

Na wat moeizame gesprekken bleek dat zij ons niet had willen belasten met haar problemen omdat we al genoeg problemen hadden met Wesley. Ze had besloten dat ze haar eigen problemen maar moest oplossen. Pas toen realiseerden we ons de impact van het traject van Wesley op onze andere twee kinderen. Ook de oudste, inmiddels het huis uit en studerend, bleek nog iedere dag te leven met de angst voor een telefoontje met het bericht dat haar broer dood was.

Geen garantie op geluk

Inmiddels is er binnen ons gezin veel uitgesproken en bespreekbaar. We hebben goede afspraken gemaakt, geven elkaar zonodig kritiek en stemmen verwachtingen op elkaar af. De meiden hebben geleerd hun eventuele behoeftes en angsten uit te spreken en ons daarin niet te sparen

Er is goede hoop dat Wesley zijn stoornis onder controle krijgt. Er is een terugvalpreventieplan gemaakt dat met ons is doorgenomen. Zijn netwerk, waaronder zijn school, is hier ook over geïnformeerd en iedereen is gevraagd om op terugvalsignalen te letten en die zo nodig te melden.

Ik realiseer me dat er geen garanties op geluk zijn. Hoezeer je dit je kind ook toewenst bij zijn of haar geboorte. Wesley moet zelf een goede balans vinden en aangeven welke ondersteuning hij hierbij nodig heeft.

Hij realiseert zich dat hij altijd gevoeliger voor stress zal blijven dan zijn leeftijdsgenoten. Bij stress blokkeert hij, met apathisch gedrag. Dan heeft hij hulp van zijn omgeving nodig om weer in beweging te komen.

Hij weet dat hij anders is dan zijn leeftijdsgenoten en dat hij ruim twee jaar verloren heeft. Hij wil niets liever dan die jaren inhalen, en daar heeft hij zelfvertrouwen voor nodig. Daar schort het voorlopig nog aan.

Tegelijkertijd zie ik dat dit traject hem ook veel gegeven heeft: doorzettingsvermogen en veerkracht. Wie weet hoe hij daar in de toekomst zijn voordeel mee kan doen? Ik zie mogelijkheden!