14 juni 2011 door Marcus Meesterman

Mijn kinderen zijn uit huis geplaatst

Volgende week zondag is het vaderdag. Hierbij alvast een wrang voorproefje, van een vader die contact met ons opnam over zijn uit huis geplaatste kinderen.

Toen mijn vrouw overleed, bleef ik achter met twee kleine kinderen. Het was een zware tijd en uiteindelijk bleek ik niet sterk genoeg. Ik redde het niet alleen, maar ik was ook niet sterk genoeg om hulp te vragen. Wist ik veel, wat dat voor consequenties zou hebben...

Ik zocht steun in de alcohol en raakte eraan verslaafd. Vervolgens verloor ik mijn baan, en pas op dat moment voelde ik dat ik goed in de shit zat. Via de huisarts kwam ik bij een psycholoog terecht. Ik begrijp nog steeds niet goed waarom ik niet eerder om hulp heb durven vragen.

Voor praktische hulp wat de kinderen betreft, verwees de psycholoog me naar Bureau Jeugdzorg. Ik ben gegaan, maar dat maakte mijn problemen alleen maar groter. In plaats van opgelucht, werd ik boos en ik ben dat nog steeds. Geen enkel moment heb ik het gevoel gehad dat er gekeken werd naar wat ik nodig had aan hulp. Langs mij heen werd naar de kinderen gekeken, en binnen no time waren ze weg. De hulp nam mijn leven van me af.

Ineens zat ik alleen thuis, zonder vrouw, zonder moeder voor mijn kinderen, zonder baan, en uiteindelijk ook zonder mijn kinderen.

Ik zou ze pas terugkrijgen, zeiden ze, als ik van de drank kon afblijven. Inmiddels drink ik niet meer. Maar ik heb nog geen werk en ik zit in de schuldsanering. Het voelt totaal uitzichtloos. Ik vraag de voogd steeds wanneer ik mijn kinderen terug kan krijgen. Geen idee. Ik vraag de voogd steeds wat ik moet doen om goed genoeg te zijn als vader. Dan antwoordt hij ontwijkend. Hij moedigt me aan, dat zie ik wel. Maar het voelt ook uitzichtloos. Ze vertrouwen me gewoon niet meer.

Eigenlijk voel ik mee ook heel eenzaam. Inderdaad ben ik niet de beste vader die mijn kinderen zich kunnen wensen op dit moment. Dat zie ik ook wel. Maar ik ben wel hun vader. Hun enige vader. Er wordt goed voor ze gezorgd nu. Dat zie ik ook wel. Maar ik wil zelf voor ze zorgen. Kan ik dat echt niet? Wanneer kan ik dat dan wel?

Als ik weer werk heb maak ik meer kans dat ze terug kunnen komen, maar dan heb ik weer minder tijd voor ze. Dan moeten ze toch ook opgevangen worden na school. Ze zitten nog op de basisschool. Het zijn lieve jongens. Hun moeder zou trots op ze zijn geweest. Ik ben zelf ook trots. Ze zijn sterk, denk ik. Sterker dan ik misschien wel.

Ik had gewild dat het anders kon. Had Jeugdzorg ze thuis kunnen laten bij mij als ik eerder aan de bel had getrokken? Waarom heeft niemand mij ooit hulp aangeboden toen mijn vrouw stierf? Iemand in huis, tijdelijk misschien, die de eerste paar maanden met ons een nieuwe vorm van huishouden had opgezet, dat had ik wel prettig gevonden. Dan hadden de eenzaamheid en de onmacht misschien ook niet zo toegeslagen. Dan was ik waarschijnlijk niet verzopen in het bier. Ik weet het niet. Als, als...

En ja, nu moet ik voor straf mijn kinderen missen. Ik weet ook wel dat Jeugdzorg zich met ons zo bemoeit vanwege het belang van de kinderen. Maar ik voel me wel heel erg buiten spel gezet. Ik heb geen werk en geen geld. Maar ik heb wel een huis en heel veel liefde. Ik ben bang dat ze steeds weer opnieuw zullen beslissen dat ik niet goed genoeg ben om zelf voor mijn kinderen te zorgen. Dat ik nooit meer kan bewijzen dat ik het kan. Dat ze altijd zullen blijven denken dat ze het zelf beter kunnen.

Maar ik blijf het proberen. Er is ook niet zoveel anders om voor te leven eigenlijk.

Ik drink niet meer, helemaal niet meer. Dat is me wel gelukt, hoewel het nog elke dag vechten is. Maar ja, wie wil nu zo'n wrak werk geven, hè? Ik zie er ook niet uit. Ik ben in de afgelopen jaren heel veel ouder geworden. Het is sowieso niet gemakkelijk in deze tijd, om op mijn leeftijd nog nieuw werk te vinden.

Ik begrijp dat jullie niets voor me kunnen doen. En nee, ik klaag ook eigenlijk niet over Jeugdzorg. Zij doen ook maar hun werk. Maar ik wilde toch mijn verhaal even kwijt.