Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

14 december 2010 door Bas Levering

Nederlandse moeders houden niet zo van straffen

Dr. Bas Levering (historisch pedagoog) reageert op ons onderzoek 'Wie zoet is...'. Met onder andere: een analyse van de pedagogische tik.

"Kinderen worden tegenwoordig te vrij opgevoed." Met die stelling is maar liefst 65% van de moeders het eens (15% oneens, 20% neutraal). Van zichzelf vinden moeders echter niet dat ze hun kinderen te vrij opvoeden. Ongeveer 85% oordeelt positief tot zeer positief over het gedrag van hun eigen kind.

Deze merkwaardig tegenstrijdige uitkomsten sluiten aan bij het resultaat van het onderzoek dat het tijdschrift J/M twee jaar geleden liet doen. Toen bleek dat verreweg de meeste opvoeders zichzelf goede opvoeders vindt, maar de buren niet. Daar is destijds nogal om gelachen, maar volgens mij is er een goede verklaring voor die tegenstrijdigheid te geven.

In ons overvolle land storen we ons tegenwoordig blijkbaar aan het gedrag van andermans kinderen, als het maar even afwijkt van wat wij zelf 'behoorlijk en gepast' vinden. Er bestaat een goede kans dat de buren wel tevreden zijn over het gedrag van hun eigen kinderen. Ook zij vinden zichzelf goede opvoeders, maar ze houden er gewoon iets andere opvattingen op na.

Aantrekkelijk beeld

Het beeld van de Nederlandse moeder als moderne betrokken opvoeder dat uit het onderzoek oprijst, is een aantrekkelijk beeld. En dat het overgrote deel van de moeders de opvoeding niet als een zware last ervaart, maar dat dat niet betekent dat er geen vragen en onzekerheden zijn, sluit aan bij dat bestaande beeld.

Dat de meerderheid van de moeders vindt dat hun kinderen op straat door vreemden en leerkrachten op school aangesproken mogen worden op wangedrag, zou ik wel eens nader onderzocht willen zien. Bij onderzoek als dit speelt natuurlijk altijd de spanning tussen 'doen' en 'zeggen wat je doet'.

Interessante tegenstrijdigheid

Maar laten we het over straffen hebben, een van de belangrijkste onderwerpen van het onderzoek. Ook hier levert het onderzoek een interessante tegenstrijdigheid die om een verklaring vraagt. Er blijken heel veel moeders te zijn die spijt hebben van de tik die ze naar eigen zeggen nooit hebben gegeven.

Ik zet de belangrijkste cijfers nog even op een rij:

  • 80% Van de moeders zegt het in de opvoeding zonder tik af te kunnen. Maar omdat meer dan 80% ingaat op de vraag of men spijt heeft als men een tik heeft gegeven, blijkt dat de overgrote meerderheid van de moeders ooit wel eens een tik te geven.
  • 25% Vindt dat slaan onder geen enkele voorwaarde is toegestaan.
  • 40% Vindt dat een tik af en toe geen kwaad kan en ook 40% vindt dat een tik beter is dan morele druk; veel minder dan het percentage dat zich ooit aan een enkele tik 'bezondigt'.

Dat schept een mooi beeld van de ambivalentie tegenover slaan: er eigenlijk tegen zijn en er in de meerderheid van de gevallen dat het je toch overkomt, of dat je vindt dat het toch moet, er achteraf spijt van hebben.

Verbod op slaan

Dat is nog eens iets anders dan de opvoeding van Franse of Engelse ouders bij wie de tik nog echt tot het standaardrepertoire behoort. De Nederlandse opvoeders hebben door de eeuwen heen niet zo veel opgehad met de harde hand.

In Nederland is met de leerplichtwet in 1901 ook het verbod op slaan op school ingevoerd. In Engeland heeft men daar tot het eind van de vorige eeuw op moeten wachten.

Volgens het onderzoek van Ouders Online en Mijn Geheim vallen er in 95% van de Nederlandse gezinnen nooit echt harde klappen.

Symboolwetgeving

In maart 2007 is het verbod tegen de 'pedagogische tik' in het Algemeen Burgerlijk Wetboek opgenomen. Ik was daar toen geen voorstander van. Ik begreep de redenering van de bevlogen ijveraars tegen kindermishandeling wel. Als je nooit met slaan begint, kan het ook niet erger worden. Maar uit Amerikaans onderzoek was al gebleken dat 'de pedagogische tik' onder bepaalde voorwaarden helemaal geen negatieve gevolgen heeft.

Destijds heb ik de opname van het verbod op 'slaan' in het ABW "symboolwetgeving" genoemd. Ook de voorstanders van het verbod wisten toen al dat het om een dode letter zou gaan en dat er nooit iemand daadwerkelijk veroordeeld zou worden. Let wel, we hebben het hier niet over kindermishandeling. Die misdaad was natuurlijk al lang opgenomen in het wetboek van strafrecht.

Wat nu door het onderzoek "Wie zoet is..." van Ouders Online en Mijn Geheim nog eens bevestigd wordt, wisten we toen eigenlijk ook al. Namelijk dat verreweg de meeste ouders uitgaan van een opvoeding zonder fysieke correcties, en dat zij die enkele corrigerende tik achteraf liever niet gegeven zouden hebben.

Rekening houden met anderen

Een onderwerp als 'de pedagogische tik' kun je natuurlijk niet goed bevragen als je niet differentieert naar leeftijd. Het maakt immers nogal wat uit of we over peuters spreken of over oudere kinderen.

Bij oudere kinderen is slaan eigenlijk altijd uit den boze. En als we nu met z'n allen inderdaad vinden dat kinderen tegenwoordig 'te vrij' worden opgevoed, dan moeten we maar putten uit dat enorme arsenaal van andere middelen dat ons ten dienste staat om kinderen te corrigeren.

Want om ervoor te zorgen dat kinderen rekening gaan houden met anderen, hebben ze echt een steuntje in de rug nodig. Sterker nog: dat moeten ze in de eerste plaats van hun ouders leren.