Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

22 september 1999 door Justine Pardoen

'Niet met de toet-toet maar met de auto'

Van januari 1999 tot april 2001 verzorgde Ouders Online elke woensdag een halve pagina over 'opvoeding' in het dagblad Trouw, geïnspireerd op datgene wat er die week bij Ouders Online was voorgevallen. Het onderstaande artikel maakt deel uit van die serie.

"Zal ik je handjes even wassen met een zeepje en een washandje? Meteen je mondje even en je wangetjes, dan ben je klaar voor je bedje om slaapjes te doen." Melodieus uitgesproken, met een hoge stem en iets langzamer dan normaal, en de baby of peuter weet onmiddellijk: 'dat is speciaal voor mij bedoeld'.

Mensen die zelf geen kinderen hebben, ervaren die grote stembuigingen, de overdreven vraagintonatie, en de hoge stem die allerlei onzin-vormen uitkraamt ("giegiegiegoegoe", "bbwwwwwaaa, jie, jaa, jij, oohhh!") al of niet vergezeld met een opvallende gezichtsmimiek, als een sterke vorm van regressie. Maar ook ouders zelf kunnen zich mateloos ergeren aan dit kinderachtige gedrag tegenover hun kinderen.

Vooral het gebruik van de vele verkleinwoorden leidt tot irritatie. "Mijn oppas praat alleen maar in de verkleinvorm. Ik heb gezegd dat ik dat niet bevorderlijk vind voor het taalgebruik van mijn peuter. Hij noemt haar nu al 'mijn oppasje'. Ben ik nu zo'n pietlut of hebben anderen dat ook?", vraagt Anne op het Forum van Ouders Online.

Aligonda had hetzelfde, maar loste het vrij snel op: "Vanaf het begin zijn we heel duidelijk geweest tegen de familie en de oppas. Wij gaan niet 'dag in de toettoet', maar gewoon 'weg in de auto'. Nooit meer problemen gehad." Maar anderen blijven hardnekkig volharden, zo blijkt uit de klachten over de 'hapjes' en 'slaapjes' voor 'baby'tje Sallysally', hun lieve 'poezepoes'.

Wat is er dan mis mee? Sommigen ervaren de verkleining als kleinering. Ellen: "Ik zeg wel: 'zullen we je speentje zoeken?', maar ik wil niet mijn eigen kind kleineren. Hij heeft dus geen 'buikje', of 'handjes'." Ook Mickey en Eef doen er niet aan mee. Zij ervaren het immers ook als denigrerend als ze 'vrouwtje' of 'collegaatje' heten. En wat te denken van de stijl in tijdschriften en reclame-uitingen als: 'Je wilt toch het allerbeste voor je kindje?' en 'Je kunt de billetjes afvegen met een dotje watjes, ook de oogjes en oortjes niet vergeten'. Dan word je toch niet meer serieus genomen?

Waarom praten volwassenen zo kinderachtig tegen kleine kinderen? Maaike Verrips, taalkundige aan de Universiteit van Utrecht en auteur van het boek 'De taal van je kind', legt uit dat ouders hun taalgebruik aan het niveau van een kind aanpassen, omdat ze het -- net als kinderen -- prettig vinden om begrepen te worden. Daarom maken ze hun zinnen minder ingewikkeld, praten ze langzamer en passen ze de vorm van de woorden aan. Bijna elke taal kent een vorm van 'motherese': taalgebruik dat speciaal toegesneden is op de communicatieve situatie tussen verzorger en kind. Ouders gebruiken het dus om contact te maken en niet zozeer om taalles te geven.



Verrips: "Elke taal heeft zo zijn eigen vormen van 'motherese'. Het Duits kent net als het Nederlands veel verkleinwoorden ('händchen'), maar het Frans doet meer met verdubbelingen. Zoals wij 'wafwaf' zeggen, gaan Franse kinderen '(faire) dodo' (slaapje doen) of 'pipi' (plasje doen). Het woord voor 'speen' is in veel talen 'lala'. Vaak kies je dus voor vormen met heldere klanken (de 'ie' doet het erg goed zoals in het Engelse 'doggie') en woorden met twee lettergrepen, waarbij de klemtoon op de eerste lettergreep komt. Naar het hoe en waarom van 'motherese' is eigenlijk weinig onderzoek gedaan, maar uit recent onderzoek blijkt wel dat een kind door de klemtonen informatie krijgt over wat de woorden van een taal zijn."

"Toch zijn er ook culturen waar het niet voorkomt. De volwassenen daar nemen niet eens de moeite om kleine kinderen rechtstreeks aan te spreken. Maar ook die kinderen leren in hetzelfde tempo hun moedertaal spreken, hoor." aldus Verrips.



Caroline begrijpt niet waar iedereen zich zo druk over maakt. "Jullie moeders hebben vroeger waarschijnlijk ook 'gekoediekoediet' en 'gejut' en kijk eens hoe geweldig ABN jullie nu spreken." Syl woont in Australië: "In het Engels heb je die verkleinwoordjes niet en als ze niet bestaan, dan ga je ze toch een beetje missen."

Kinderen die zelf al wat praten, doen de specifieke verzorgerstaal al snel na als ze zich richten tot een kind dat nog niets zegt. Tegen die tijd vinden ze het ook meestal niet meer aangenaam als ze zelf zo worden aangesproken, weet Joke uit eigen ervaring. "Verzorgerstaal kan dus absoluut genn kwaad, maar nodig is het niet, en op een gegeven moment moet je er wel mee ophouden", vindt ook Verrips. "Als je tegen een kind van vier nog zo praat, pakt dat anders uit dan tegen een kind van twee. En je moet ook niet op dezelfde manier gaan praten als je peuter. Hij of zij begrijpt je beter als je gewoon praat en niet als een andere peuter. Als een kind aanvoelt dat het onder zijn niveau wordt aangesproken, is dat juist weer niet bevorderlijk voor het contact tussen ouder en kind."