28 juli 1999 door Justine Pardoen

Ouder verlangt soms terug naar kinderloze tijden

Van januari 1999 tot april 2001 verzorgde Ouders Online elke woensdag een halve pagina over 'opvoeding' in het dagblad Trouw, geïnspireerd op datgene wat er die week bij Ouders Online was voorgevallen. Het onderstaande artikel maakt deel uit van die serie.

Het grootbrengen van kinderen vereist een schier oneindige reeks hulpmiddelen. Van luier tot fiets en van tuitbeker tot schooltas. Die dingen zijn allemaal ooit 'ontworpen', en vaak niet best, zo blijkt. Ouders Online vroeg zijn lezers om te inventariseren wat er allemaal niet deugt. Of wat nog helemaal niet bestaat, maar er wel zou moeten zijn.

Wat een leed sprak er uit de enorme hoeveelheid inzendingen. Het leven van de gemiddelde ouder is een aaneenschakeling van ergernissen. Babyfoons die gesprekken van amateurzenders weergeven, of het gehuil van andere kinderen laten horen dan die van jou. Afsluitbare bekers die zo lekken dat ze de hele inhoud van de schooltas onbruikbaar maken, autogordels die zich als wurggordel ontpoppen, gevaarlijk speelgoed, afgevende kinderkleding, instabiele wandelwagentjes... het hebben van kinderen lijkt één grote slapstick.

Hilarisch maar soms ook zorgwekkend. Sommige inzendingen maken bijvoorbeeld pijnlijk duidelijk dat niet iedereen in de wieg gelegd is voor het ouderschap, en dat de zwaarte van het hebben van kinderen niet alléén toegeschreven kan worden aan kortzichtige ontwerpers of falende fabrikanten. Kinderen hinderen: is er niet iets te verzinnen om even van hen verlost te zijn? Iemand suggereert serieus om kinderstoelen, autostoeltjes en aankleedkussens uit te rusten met klittenband, om beweeglijke kinderen in te tomen. Een ander is zo gehecht aan zijn rust-uurtje voor de tv, dat hij oppert: "Als je nou een baby een soort petje geeft met een klein cameraatje erop (draadloos) dan kan je hem in de woonkamer laten kruipen terwijl je voor de tv kan blijven zitten en zo nu en dan even overschakelen naar het kanaal waarop je kunt zien wat hij of zij aan het doen is."

Of neem die ouders die er maar niet aan kunnen wennen dat tafelmanieren niet aangeboren zijn, en graag een reuzentafelkleed zouden hebben dat afhangt over de tafel en doorloopt tot onder de stoelen. Nee, sommige ouders verlangen onmiskenbaar terug naar kinderloze tijden.

Het meest intrigerend in de categorie 'nooit gemaakt maar wel onmisbaar' was het verzoek om een apparaat te ontwerpen waarmee een te heet geworden vloeistof kan worden afgekoeld. Elke ouder kent het probleem: het flesje heeft iets te lang in de magnetron gestaan, de thee is te warm of de soep kookt nog, en het lukt maar niet om de vloeistof op de gewenste temperatuur te krijgen. Tegen de tijd dat het afgekoeld is, is je kind van zijn stoel gegleden of erger. Industrieel ontwerper Gerbrand Bas, tevens voorzitter van de stichting GIO (Goed Industrieel Ontwerp) legt uit dat een dergelijk apparaat er ook nooit zal komen: "Warmte is energie, maar kou is niets. Kou is 'het gebrek aan warmte'. Je kunt dus wel iets warm maken door warmte toe te voegen, maar niet iets koud maken door kou toe te voegen. Het enige wat je kunt doen, is het weghalen of afvoeren van warmte, wat altijd moeizamer zal gaan dan het toevoegen ervan." In ieder geval niet zoals de inzender wilde: als een handzaam apparaat aan de muur, en natuurlijk goed schoon te maken.

Maar de meeste reacties gaan over het vervoer van kinderen. Buggies die topzwaar worden na het boodschappen doen, kinderwagens die niet in de bus passen, zadelveerbeschermers voor fietsen die niet afdoende zijn; de ellende is groot. Vooral veiligheidskwesties baren de meeste ouders zorgen, waarbij twee thema's centraal staan: de autogordel-problematiek en het knikkebollen van kinderen in de auto en op de fiets. Een attente lezer maakte de redactie erop attent dat er voor het knikkebol-probleem al oplossingen bestaan, meestal in de vorm van opblaasbare ringen die het hoofd fixeren, maar aan de autogordels moet toch echt wel iets gedaan worden.

Het autogordel-probleem kent meerdere aspecten. Berucht is bijvoorbeeld het feit dat de gordels op de achterbank vaak te kort zijn om een kinderzitje naar behoren vast te maken. Eventuele welvingen in de zitting van de bank maken het er ook niet makkelijker op. Er bestaan weliswaar gordelverlengers maar het gebruik daarvan wordt soms afgeraden omdat ze niet meegetest zijn in de botsproeven van de autofabrikant. Maar ook bij oudere kinderen blijken gordels zorgen te baren. Een inzender: "Vanaf zo'n jaar of vier zitten de kinderen niet meer in een autozitje; het alternatief is dan een stoelverhoger en de gangbare gordel. Nu hebben we een tijdje voor de oudste dochter een soort driehoekbevestiging gehad zodat ze niet gewurgd werd door de band die over de schouder hoort. Maar dit was geen succes. Ook heb ik eens in een test gelezen dat deze niet volstaat. Waarom is er op dit vlak nog niets veiligs uitgevonden?"

De Stichting Consument en Veiligheid voert op dit moment intensief campagne voor het veilig vervoeren van kinderen. Een woorvoerder: "Ouders weten misschien wel wat veilig is en wat niet, maar in de praktijk zijn ze soms laks. Ze onderschatten de risico's." Maar de Ouders Online-lezers zijn zich wel degelijk bewust van de risico's. Blijkbaar ligt hun probleem een stap verder: 'ik wil het veilig doen, maar hoe eigenlijk?' Het blijkt dat er wel veilige oplossingen zijn, maar ouders moeten erg veel moeite doen om ze te vinden. Daar ergeren ze zich mateloos aan.