18 oktober 2017 door Nederlandse Federatie Stotteren (NFS)

Stotteren - tips voor ouders

Ter gelegenheid van Wereldstotterdag, op 22 oktober, publiceerde de Nederlandse stotterfederatie (NFS) tips voor ouders. Omdat die tips nogal lastig te vinden zijn, herhalen we ze hieronder.

Opmerking vooraf: we hebben de originele tekst hier en daar wat aangepast en verduidelijkt omdat hij soms wel erg ingewikkeld was (met 'referentiepunten', 'ijkpunten' en 'interventies').

Tip 1 – Zoek een stottertherapeut.
Wacht niet te lang wanneer je merkt dat je kind stottert. Hoe eerder je kind geholpen wordt, hoe beter. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat vroegtijdige behandeling de kans op blijvend stotteren kan verkleinen. Op www.stotteren.nl vind je een screeningslijst om te bekijken of begeleiding al dan niet nodig is.

Stotteren is een ingewikkeld probleem en vergt vaak specialistische kennis. Sommige logopedisten zijn gespecialiseerd in stotteren. Je vindt ze op de site van de Nederlandse Vereniging voor Stottertherapie waar ook staat wat 'stottertherapie' inhoudt. Logopedie en stottertherapie wordt overigens volledig vergoed door alle zorgverzekeraars.

Tip 2 – Weet wat het stotteren uitlokt bij je eigen kind.
Ouders kunnen helpen bij het verminderen van stotteren. Op www.stotteren.nl vind je tips over spreken met je kind. De logopedist-stottertherapeut kan je daar meer over vertellen. Wat kan stotteren uitlokken? Wanneer heeft het kind er veel last van? Of wanneer juist niet? Zijn er periodes (in het jaar) wanneer je kind meer of minder stottert? Zijn er momenten (op de dag) die stressvol zijn, en daardoor meer gestotter veroorzaken?

Tip 3 – Vertel het aan de leerkracht (en aan de klas)
Leerkrachten hebben veel kinderen onder hun hoede, en ze hebben niet altijd ervaring met stotteren. Zorg dat je aan het begin van het schooljaar de situatie uitlegt, ook al is het voor buitenstaanders niet te horen dat je kind stottert. Mocht je kind op den duur meer last krijgen van het stotteren, dan was de leerkracht daar al op voorbereid. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. En bedenk: er is veel onwetendheid over stotteren; ouders zijn een belangrijke informatiebron.

Zorg ook dat de klasgenoten weten wat er aan de hand is. Een logopedist kan samen met je kind voorlichting geven aan de klas. Bijvoorbeeld in de vorm van een gezamenlijke spreekbeurt. Dat zal het begrip bij anderen vergroten, en de kans op pesten aanzienlijk verkleinen. Op www.stotteren.nl staat een spreekbeurt-hulp.

Let op: het stotteren kan in de loop der tijd meer of minder worden. Houd de leerkracht – en zo nodig ook de intern begeleider (IB'er) – jaarlijks op de hoogte van de ontwikkelingen.

Tip 4 – Schakel extra hulp in.
Nadat je zelf de situatie hebt uitgelegd aan de leerkracht (zie Tip 3), is het handig om ook de therapeut in te schakelen. Die kan misschien nóg beter uitleggen hoe ingewikkeld stotteren in elkaar zit, en de leerkracht helpen. Bovendien heb je dan minder het gevoel dat je als overbezorgde ouder staat te roepen om speciale aandacht.

Als de overgang naar de middelbare school aan de orde komt, bespreek dan met de therapeut en de leerkracht hoe je dat slim kunt aanpakken. Er zijn therapeuten die een groepstraining geven voor kinderen uit groep 8. En er is een brochure te downloaden over de start op de middelbare school op www.stotteren.nl.

Tip 5 – Maak leestoetsen en moeilijke spreekmomenten bespreekbaar. (Let op: leestoetsen zijn niet verplicht.)
De drie-minuten-toets (DMT) en de AVI-leestoets leveren vaak problemen op. Leerkrachten denken dat deze toetsen verplicht zijn. Dat is echter niet het geval voor kinderen met spraakproblemen. Er zijn alternatieve toetsen. Het is zelfs voor de onderwijsinspectie ook akkoord als met een goede reden geen leestoets wordt afgenomen. Stotteren is daarbij een goede reden. Op www.stotteren.nl is hierover een brochure te downloaden. Spreekbeurten en presentaties kunnen ook stressvol zijn voor je kind. Hoe kun je het makkelijker maken?

Er zijn stottertherapeuten die op grond van hun bevoegdheid tot het stellen van de diagnose 'stotteren', indien nodig en gewenst, een stotterverklaring voor de school opstellen. Deze kan dan aangeven dat het stotteren voor het kind problemen kan geven en dat het daarom speciale aandacht van de leerkracht nodig heeft en alternatieve mogelijkheden voor mondelinge toetsen en presentaties mag gebruiken.

Tip 6 – Wees alert op pesten.
Uit onderzoek blijkt dat kinderen die stotteren, vaker worden gepest dan kinderen die niet stotteren. Let dus goed op de signalen. Op www.stotteren.nl is een brochure te downloaden met korte tips en een uitgebreidere toelichting.

Tip 7 – Blijf in contact met de leerkracht.
Vloeiend spreken is het ene moment gemakkelijker dan het andere. De signalen zijn soms subtiel en kunnen verloren gaan in het grote geheel van een schoolklas. Als je een korte lijn met de leerkracht hebt, kun je signalen van slechtere dagen of periodes makkelijker doorgeven. Spreek af wat voor iedereen het beste werkt, houd elkaar op de hoogte.

Tip 8 – Overleg met je kind.
Elk kind is anders en heeft andere ondersteuning nodig om minder last te hebben van het stotteren.

Leer je kind om over het stotteren te praten. Wat vindt jouw kind prettig? Wat maakt het spreken makkelijker? Wat zijn de gevoelens over stotteren?

Op stottertherapie wordt je kind stotter-expert. Dat betekent dat hij eventuele vragen over stotteren kan beantwoorden.

Tip 9 – Zorg ook voor jezelf.
Wanneer je kind stottert, heeft dat effect op jou als ouder. Soms hebben zorgen, frustratie, machteloosheid en verdriet de overhand. Het gaat om je kind, maar het raakt ook jou, als ouder. Zorg goed voor jezelf en sta ook stil bij je eigen emoties. Praat er zo mogelijk over met andere ouders die ook een kind hebben dat stottert. Bij sommige therapeuten worden er ouderavonden georganiseerd.

Bron: Stotteren in de klas – tips voor ouders (pdf)