Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

25 februari 2020 door Loth van Veen

Van gestreste scholier naar veerkrachtige student

Stress tijdens de studie, steeds meer jonge mensen rapporteren burn-out klachten, scholieren ervaren druk, de media staan er bol van, dat is je vast niet ontgaan. Als studiekeuzeorganisatie werkt Intermijn veel met jongeren die al hebben gestudeerd of bijna gaan studeren.

We begeleiden precies deze generatie die al op jonge leeftijd aangeeft stress en druk te ervaren. Het is haast onvermijdelijk om dit issue op te pakken in onze begeleiding. Terwijl de overheid onderzoek doet naar de oorzaken van deze tendens, vragen wij ons af: Hoe kunnen we in de tussentijd zelf al over tot actie? Of nog specifieker: Hoe begeleiden we de jongeren naar een goede balans tussen in- en ontspanning? Hoe voorkomen we dat nog meer studenten vastlopen omdat ze de (studie)stress niet aankunnen? En hoe zorgen wij er als begeleiders voor dat we de aankomende student veerkrachtig het studentenleven in sturen? Intermijn deelt haar visie in combinatie met praktische tips die je kunt inzetten in de begeleiding van scholieren en studenten.

Stress is nuttig

Stress wordt door jongeren veelal negatief bestempeld, en daarmee gaan we voorbij aan de positieve functie en zelfs noodzaak ervan. Van oorsprong is stress een reactie op een (al dan niet externe) prikkel die spanning veroorzaakt, en de mens hielp te overleven. De spanning gaf onze voorouder de mogelijkheid in geval van gevaar te kunnen vluchten, vechten of bevriezen. Heel functioneel dus! Ook naast dit overlevingsmechanisme kan stress heel handig zijn: het kan zorgen voor een toename in alertheid en concentratie, en kan je helpen in een (work)flow te komen. Stress hoeft dus niet enkel negatief te zijn en kan dus aanzetten tot actie! Voor scholieren en studenten goed om te weten, zodat zij zich niet direct laten afschrikken door (de term) stress.

Stress als we falen

In onze prestatiemaatschappij is er weinig ruimte voor het maken van fouten. We zien graag dat de zaken goed gaan, en als we eens iets fout doen, dan graag eenmalig – want dan heb je er toch van geleerd? En het liefst gebeurt dat falen ongezien. Social media dragen hieraan bij: we zien veelal andermans succesverhalen en mooie plaatjes. De missers worden nauwelijks gedeeld.

Het gevolg is dat jongeren het maken van fouten krampachtig proberen te voorkomen. Onbegonnen werk, want – zoals we weten - fouten maken is onvermijdelijk. Falen leidt op deze manier geregeld tot schaamte of eenzaamheid: ik faal - in tegenstelling tot alle anderen - en dat is niet oké. Begrijpelijk dat dat de druk ook voor jongeren nogal opvoert.

What to do? Zoals al gezegd: fouten maken is onvermijdelijk. Als het dan toch bij het leven hoort, dan kunnen we het maar beter omarmen. Zo besteden wij wekelijks aandacht aan falen, middels de ‘misser van de week’. Jongeren delen in de groep wat er die week misging. Zo wordt het maken van fouten bespreekbaar en doorbreken we het taboe op falen. Wanneer heb jij voor het laatst een misser gedeeld?

Maak studenten bewust van hun eigen grenzen

Stress hoort – net als falen – bij het leven, en kan zelfs functioneel zijn. Maar waar ligt de grens? Geregeld klinken er geluiden over een verwende generatie, die lastig met tegenslagen omgaat. Maar waar baseren we dat op? Iedere generatie groeit op in een andere context, en de jongeren van nu hebben te kampen met compleet andere omgevingsfactoren en stressoren dan de generaties hiervoor. Ongeacht of dat de druk die deze generatie ervaart nu ‘terecht’ is of niet, dat zij druk ervaart staat buiten kijf. Voor de jongeren van deze generatie is het dus belangrijk om na te gaan waar in de huidige context hun grens ligt. Dat zal anders zijn dan bij een andere generatie en ook per individu kan het immens verschillen. De vraag die we moeten stellen is dus niet zozeer ‘waar ligt de grens?’, als wel ‘waar ligt jouw grens?’. En misschien wel belangrijker: wat doe je als jouw grens is bereikt?

What to do? Ga met jongeren in gesprek, en laat het ze uittekenen: Waaraan merk je dat jouw stoplicht op oranje springt? Welke fysieke, mentale en gedragssignalen horen er voor jou bij een oranje stoplicht? Want bij een oranje stoplicht, daar ligt de grens. Hoe ziet een groen stoplicht eruit, en een rood? En welke acties kan je ondernemen om te zorgen dat jouw stoplicht niet (nog eens) op rood springt? En niet onbelangrijk: wanneer en hoe vraag jij om hulp? Aan ons de taak om studenten deze vragen te stellen en hen te stimuleren op zoek te gaan naar de antwoorden en zo bewust te worden van hun eigen grenzen.

Besteed aandacht aan 'opladers'

De focus ligt onze prestatiemaatschappij veelal op – de naam zegt het al - presteren. We kijken naar wat er te verbeteren valt en niet zozeer naar wat er al goed gaat. Het risico bestaat dat je niet (meer) weet waar je nu echt blij van wordt en wat je energie oplevert. Zo ook scholieren en studenten. Wanneer ik hen vraag waar zij energie van krijgen en opladen dan heeft het gros geen flauw idee. En dat wekt zorgen want als je niet voldoende investeert in de dingen die energie opleveren, heb je ook geen energie uit te geven.

Iedereen heeft verschillende batterijen:  De fysieke, mentale, emotionele en motivatie batterij. Deze houden verband met elkaar en het is belangrijk om in kaart te brengen in hoeverre ze zijn opgeladen. Wat laadt jouw batterij op?

Creëer overzicht: haalbare doelen en een realistische planning

Zomaar even een greep uit het leven van een student: Voldoende studiepunten halen voor het Bindend Studie Advies, leuke dingen doen met huisgenoten, lid zijn van de studievereniging, gamen, geld verdienen met een bijbaantje, aanwezig zijn op social media, piekbelasting richting het eind van het blok, genoeg tijd vrij maken voor familie, sporten, en een sterke Fear Of Missing Out. Zie al die ballen maar eens hoog te houden tijdens je studietijd. Overzicht creëren helpt dan een boel. Helder krijgen wat je graag wilt bereiken en hierbij haalbare doelen en subdoelen stellen, daar acties aan verbinden, en deze inplannen in een realistische planning vergroot het overzicht over wat je te doen staat en versterkt je gevoel van controle. Bovendien kan je echt tot rust komen wanneer je ontspanningstijd hebt ingepland, omdat je weet dat je andere taken al zijn ingepland. Wekelijks reflecteren op de uitvoerbaarheid van de gemaakte planning, zodat je waar nodig je planning kunt bijstellen voor de volgende week, helpt je planning optimaliseren.

What to do? Wij werken bewust met een studentenplanner, (en geen studieplanner), omdat het maken van een planning zo veel meer activiteiten omvat dan alleen die van de studie. Het inplannen van activiteiten uit het persoonlijke leven van de student zijn minstens zo belangrijk, en is niet los te koppelen van de studieplanning. Help studenten met het helder krijgen van hun persoonlijke- en studiedoelen, deel ze waar nodig op in subdoelen en plan hierbij concrete acties met hen in.

Op welke manier besteed jij met je kind aandacht aan het leren omgaan met stress? Op welke manier werk jij samen met hen toe naar een goede balans tussen inspanning en ontspanning?