17 december 2004 door Niels van de Griend

Waarom een testament? (deel 4 en slot)

Schenken en erven - Notaris Niels legt uit hoe je door 'sympathiek onterven' bepaalde successie-problemen kunt oplossen.

De kerst komt eraan, een tijd van gezelligheid en romantiek. Maar soms ook een tijd van spijt en verdriet. "Hè hè", denkt u. "Moet dat nou? Komt die notaris weer met zijn 'worst case'-scenario's...". "Het spijt mij zeer", antwoordt dan de notaris, "maar het leven is meer dan koek en ei, gezelligheid en romantiek".

Vandaar deze bijdrage, waarin ik zal uitleggen hoe je door 'sympathiek onterven' bepaalde successie-problemen kunt oplossen. Met name voor het probleem dat de kinderen successiebelasting moeten betalen over iets wat ze (nog) niet hebben.

De langstlevende blijft goed verzorgd achter

Op grond van de wettelijke verdeling of een langstlevende testament (opgesteld als de zogenoemde 'ouderlijke boedelverdeling'), wordt de langstlevende enig eigenaar van alles wat er is.

Dat is goed nieuws, naast uiteraard het verdriet in verband met het overlijden. De langstlevende hoeft zich over het algemeen geen zorgen te maken dat hij of zij (meestal zij) niet goed verzorgd achterblijft.

Ook de fiscus helpt mee aan deze verzorgingsbehoefte van de langstlevende echtgenoot. De vrijstelling voor de successiebelasting die de langstlevende heeft, bedraagt (afgezien van de vermindering met pensioen-aanspraken) bijna vijf ton.

In de meeste gevallen komt de langstlevende daar een heel eind mee. Zeker indien er sprake is van gemeenschap van goederen, want dan heeft de langstlevende natuurlijk al op grond van het huwelijk de helft van het totale vermogen. De andere helft is dan de nalatenschap.

Het erfdeel van de kinderen

In het hierboven omschreven systeem erven de kinderen gewoon mee, maar krijgen ze niks dan wel vrijwel niks in handen. Hun erfdeel wordt namelijk omgezet in een zeer beperkt opeisbare vordering in geld.

In de meeste gevallen komt het erop neer dat de vordering pas bij het overlijden van de langstlevende daadwerkelijk opgeëist kan worden.

Successiebelasting

Maar dan de fiscus. De kinderen krijgen zoals gezegd vrijwel niets in handen, maar moeten daar wel successiebelasting over betalen.

"Kan ik effe vangen?" vraagt de fiscus. "Wat krijgen we nou!", roepen de kinderen, die net de schok van de niet opeisbare vordering te boven zijn. We krijgen niks, maar moeten daar wel successiebelasting over betalen? Vindt u dat niet sneu voor ons?" "Ja erg sneu", antwoordt de fiscus, "maar ik kan er niks aan doen. Zo is de wet nu eenmaal".

Natuurlijk vinden we het allemaal erg sneu dat je belasting moet betalen over iets wat je (nog) niet hebt. Maar: de aardigheid is dat wij er wél iets aan kunnen doen. De wetgever heeft er al iets aan gedaan door te bepalen dat de successiebelasting door de langstlevende moet worden voorgeschoten. Langstlevende testamenten bepalen over het algemeen hetzelfde.

Probleem opgelost?

Zo, probleem opgelost. Nou ja, opgelost... Het probleem is pas opgelost als de langstlevende genoeg contanten heeft om de successiebelasting van de kinderen te kunnen voorschieten.

Als de langstlevende de successiebelasting niet kan voorschieten, is het probleem helemaal niet opgelost. Want dan moet hij of zij alsnog het theeservies of de familiejuwelen gaan verkopen om de belasting te kunnen betalen. En dat was nu juist niet de bedoeling. Het was immers de bedoeling dat de langstlevende ongestoord verder zou kunnen leven.

Onterven

Is er dan echt geen oplossing voor? Ja, die is er wel. Je zorgt gewoon dat de kinderen bij het overlijden van de eerste ouder geen successiebelasting hoeven te betalen. Hoe doe je dat? Door ze te onterven!

Maar dan wel onterven op een sympathieke manier. Je zegt namelijk niet dat de kinderen niks krijgen, maar wel dat de langstlevende alles krijgt en wel als enig erfgenaam. Zo'n testament is heel goed mogelijk.

Probleem alsnog opgelost. Want wat is tenslotte het verschil tussen een zeer beperkt opeisbare vordering en helemaal niets? Bij het overlijden van de eerste ouder is dat verschil zeer gering.

Het verschil komt pas daarná naar voren. Vooral in die gevallen waarin anders de vordering van de kinderen opeisbaar zou zijn, zoals bij overlijden, hertrouwen en faillissement van de langstlevende. Als er in geen vordering is, dan valt er ook niets op te eisen.

Ook zal bij het overlijden van de langstlevende niet geprofiteerd kunnen worden van de waardedrukkende factoren van de vordering als die er niet zijn. De kans is daardoor aanzienlijk dat er bij het overlijden van de langstlevende (veel) meer successiebelasting verschuldigd zal zijn. Het punt is echter dat de langstlevende daar geen last van heeft.

Wanneer is deze onterving zinvol?

Het spreekt voor zich dat deze 'onterving' vooral zin heeft in de volgende gevallen:

  • als de voor te schieten successiebelasting behoorlijk hoog is;
  • als het vermogen vast zit;
  • én als de kinderen gezamenlijke kinderen zijn.

In alle andere gevallen is het zeer de vraag of het aan te raden is. Toch is het een punt van overweging. Vraag uw notaris dus daarnaar!

Besluit u om uw testament op de hier besproken wijze aan te passen, dan heeft u in ieder geval leuke gespreksstof tijdens het kerstdiner.

Lees ook: