Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

19 januari 2000 door Justine Pardoen

Wakker liggen van de leesles

Van januari 1999 tot april 2001 verzorgde Ouders Online elke woensdag een halve pagina over 'opvoeding' in het dagblad Trouw, geïnspireerd op datgene wat er die week bij Ouders Online was voorgevallen. Het onderstaande artikel maakt deel uit van die serie.

De dochter van José wordt 's nachts wel eens huilend wakker omdat ze leert lezen. Kinderen die in groep 3 'maan-roos-vis' leren lezen, maken kennis met het eenogige gedrocht Karbonkel, die een rol speelt in de bijbehorende schooltelevisieserie 'Ik Mik Loreland'. Sommige kinderen komen Karbonkel ook 's nachts in hun dromen tegen.

De leerkracht van haar dochtertje is erg te spreken over de leesmethode en de ondersteunende televisieserie, maar José maakt zich zorgen: "Als kinderen er nachtmerries over krijgen kan dit toch geen goede leermethode genoemd worden?"

Ineke herinnert het zich nog goed, vertelt ze op het Forum van Ouders Online. Toen haar dochter vier jaar geleden leerde lezen, was ook zij bang voor Karbonkel. Susanna heeft wel eens meegekeken toen haar zoon in groep 3 zat: "Ik snap die angstdromen wel, het is inderdaad een eng beest." In de klas van haar dochter, die nu in groep 3 zit, hoeven kinderen die het te eng vinden, niet te kijken, weet ze. Als Karbonkel langskomt, mogen ze op de gang spelen.

Elsie Sloot is opvoedkundige te Rotterdam. In haar eigen praktijk voor opvoedingsadvies krijgt ze wel eens te maken met een kind met Karbonkel-angst. Sloot: "Als een kind daar zulke angstfantasieën door ontwikkelt, legt dat de belangrijke verantwoordelijkheid van leerkrachten en ouders bloot. Zij hebben de taak te voorkomen dat het kind getraumatiseerd wordt. Dan moet je wel weten dat het niet zozeer de angst zelf is die een kind zou kunnen traumatiseren, maar de manier waarop de omgeving erop reageert. Als je niet serieus genomen wordt, ze plagen je in de klas omdat je bang bent of ze vinden je kinderachtig: dan worden het wel heel erg zware lessen voor een kleuter."

Sommige kinderen hebben er na jaren nog steeds last van. De dochter van Chritien is al tien, maar zo nu en dan steekt de Karbonkel-angst weer de kop op. Christien: "De meester sprak er in de kring wel over en ze mocht tijdens de uitzending op schoot zitten, maar het werd steeds erger. Uiteindelijk hoefde ze niet meer te kijken, maar toen zat de angst er al goed in. Eigenlijk vind ik het zot dat een schooltelevisie-uitzending zo in elkaar gezet wordt dat kinderen er bang van kunnen worden en dat scholen die serie dan gewoon blijven gebruiken, jaar in jaar uit."

Wat ouders zot vinden, blijkt een weloverwogen besluit van de makers van de serie. Wilma de Boer van de afdeling communicatie bij Teleac/NOT legt uit: "Er is bewust voor gekozen om de serie spannend te maken. Uit onderzoek blijkt namelijk dat kinderen dan hun aandacht er beter bij houden."

In de serie 'Ik Mik Loreland' gaat het meisje Mik op zoek gaat naar letters, maar ze wordt daarbij gedwarsboomd door de dreigende Karbonkel. De serie bestaat uit drie delen van elk bijna tien afleveringen. Naarmate de serie vordert, groeien Mik en Karbonkel nader tot elkaar. Karbonkel wil de letters helemaal niet afpakken om Mik te dwars te zitten, maar omdat hij zelf zo graag wil leren lezen. Als die aap uit de mouw is, worden het meisje en het monster dikke maatjes.

De Boer: "Na de eerste uitzendingen in 1994 kregen we van leerkrachten te horen dat sommige kinderen de serie te eng vonden. We hebben daar toen direct iets aan gedaan. Spannend is goed, maar het is niet onze bedoeling om kinderen nachtmerries te bezorgen. Al bij de tweede keer dat we het uitzonden was de muziek die het optreden van Karbonkel begeleidde, minder dreigend. De enge vis die in het begin meedoet, is eruit geschreven en in het derde deel van de serie is Karbonkel zelfs volledig getransformeerd: de pop is vervangen door een geschminkt mens, met twee ogen in plaats van één."

Bij Teleac/NOT kan men zich voorstellen dat ouders zich zorgen maken over het effect van Karbonkel. Maar er is ook een andere kant: de serie heeft op kinderen een enorme positieve aantrekkingskracht en is zeer effectief. De Boer: "Kinderen identificeren zich sterk met Mik en dat is heel gunstig. Het stimuleert ze enorm om zelf te leren lezen. De resultaten zijn opvallend goed, zelfs bij kinderen die grote moeite hebben met lezen, zoals kinderen met het syndroom van Down."

Als leerkrachten er al over denken om de serie af te schaffen, geeft het succes van de serie ter ondersteuning van het leesonderwijs toch de doorslag om dat niet te doen. Anita Bremer, juf van groep 3 op een school in Amsterdam: "Ook wij hebben erover gesproken of we ermee moesten doorgaan, maar het is gewoon te goed om ermee te stoppen. Elk jaar zijn er twee of drie op een groep van dertig die bang zijn. Maar de andere kinderen vinden het grappig en uitdagend; de sfeer is een beetje magisch. Maar ook bij mij hoeven ze niet te kijken, hoor. Soms gaan ze eerst iets anders doen, maar dan komen ze naderhand toch terug. Kijken naar enge programma's kan ook leuk zijn, dat hebben wij toch ook? Kinderen moeten met hun angsten ook leren omgaan."

Teleac/NOT wijst erop dat er ook begeleidend materiaal is voor de leerkrachten zelf, waarmee ze zichzelf en de kinderen kunnen voorbereiden op de afleveringen. De Boer: "Die programma's moeten natuurlijk wel ingeleid worden. De essentie van schooltelevisie is niet alleen dat er op school gekeken wordt, maar dat de leerkracht er iets mee doet. Maar ook als dat zo is, blijven sommige kinderen bang. Inderdaad ongeveer tien procent." Opvoedkundige Elsie Sloot: "Ik heb wel eens gedacht dat sommige kinderen die angst voor Karbonkel ook een beetje koesteren."

De meeste leerkrachten weten inmiddels wel dat ze altijd ook Teleac/NOT kunnen bellen voor hulp, maar ouders zelf komen niet zo snel op dat idee. De Boer: "Toch zijn we daar wel op ingericht. Ouders doen ons zelfs tekort als ze geen contact met ons opnemen als er een probleem is. Als ze ons niets laten weten, kunnen we ook niets doen."

Wat kan Teleac/NOT dan doen voor de bange kinderen en hun bezorgde ouders? Wilma De Boer: "We kunnen kinderen een foto opsturen die we speciaal hiervoor hebben laten maken. Op de foto staat de poppenspeler met zijn poppen van Karbonkel en de vis. Vooral een kind dat nog wankelt tussen fantasie en werkelijkheid, kan door die foto gemakkelijker beseffen dat het allemaal niet echt is."

"Een klas kan ook een Karbonkelpop adopteren voor een week", tipt De Boer. "Ook op dit moment is Karbonkel uit logeren op een school. Aan het begin van de week is hij nog een monster, maar aan het eind van de week nemen de kinderen huilend afscheid. We schreeuwen het niet van de daken dat we dit doen, maar toch is Karbonkel vrijwel nooit meer thuis. De pop is zelfs al bijna stukgeknuffeld."

Ouders die met Teleac/NOT willen praten over hun kind met Karbonkel-angst, mogen Wilma de Boer altijd bellen (035-629 34 06) of mailen ([email protected]).