15 mei 2006 door Heleen Wijbrans

Wapenwedloop in de tuin

Klapperpistolen en super-soakers zijn de droom van elke jongen. Hoe ga je daarmee om? Deel 2 van onze mini-serie over de Vredesweek.

"Ik wil een super-soaker XP85 voor mijn verjaardag, Opa!" "Wat zeg je, jongen?" "Opa verstaat me niet eens!" Onze vierjarige zoon begrijpt er niets van: hij zei het toch heel duidelijk. Een waterpistool, daar gaat het hem om, maar wel graag... De namen van super-soakers vliegen me om de oren: een CPS 500, een 2000, een 3000 misschien wel. Ook de grote broers bemoeien zich ermee.

Het is groot, het is van vrolijk gekleurd plastic, en het is gelukkig een waterpistool. We hebben er inmiddels diverse en er wordt vrolijk mee geschoten in de tuin. We hebben wel even laten zien dat het ook leuk is om op een stapel lege blikken te schieten. En als ze iemand aan het huilen maken, gaan de waterpistolen maar weer voor een tijdje op de kast.

Barbie voor jongens

Ik ben zelf niet opgegroeid met speelgoedwapens en heb er een flinke afkeer van. Maar wat je verbiedt, wordt extra aantrekkelijk, dus in ons gezin mogen waterpistooltjes wel, zeker op een warme dag. Of een klappertjespistool als je verkleed bent als cowboy.

Met een Actionman in gevechts-tenue, met een soort bazooka op zijn schouder, heb ik meer moeite. Maar gelukkig kwam die er niet, want toen de ene zoon hem op zijn verlanglijstje zette, zei zijn oudere broer snuivend: "Een Barbie voor jongens!" Nooit meer iets over gehoord.

Peace keepers

Wel kwam dezelfde zoon thuis van een logeerpartij bij opa en oma met een grote zak vol soldaatjes. "Het zijn peace keepers, mama!", riep hij toen hij zijn schat aan me liet zien. En echt, er stond 'Peacekeepers' op de verpakking. Verder zagen ze er nog net zo uit als altijd: Amerikaanse soldaten uit China, leek me, en geen blauwe helmpjes te bekennen.

Hij heeft er heerlijk mee gespeeld. "Ik schiet alleen de slechterikken dood, mama," zei hij vergoelijkend tegen mij.

Grote mensen naspelen

Toen de oudste zoon nog klein was, hadden we al dat moois niet. Hij was goed in het schieten met gevonden stokken. Van de brave knikkerbaan bouwde hij een soort dubbelloops-geweer waarmee hij vanachter de bank op zijn huisgenoten schoot, inclusief de poes.

Over de hele wereld schieten jongetjes op elkaar. Hoe zou dat toch komen? Kinderen spelen de wereld van de grote mensen na. Je moet daar rekening mee houden en steeds ook op je kinderen overbrengen wat jij er zelf van vindt.

Zorg dus voor speelgoed waarmee ze iets kunnen opbouwen, in plaats van alles stuk maken. Liever een computerspel waarmee je achtbanen kunt bouwen, dan een spel waarbij je tegenstanders doodschiet.

Oorlog op de bank

Soms lijkt het of onze drie kinderen alleen maar op en aan elkaar kunnen zitten, in plaats van náást elkaar op de bank. Als je er iets van zegt, gaat er toch nog, heel geniepig, een armpje achter iedereen langs, om nog snel een broertje te knijpen. "Ik wil niet dat je elkaar pijn doet", roep ik dan. Soms helpt het, maar vaak zit al snel de één weer bovenop de ander.

Het recht van de sterkste, lijkt het wel. We hebben er zelfs wel eens de bank voor verplaatst: alleen eenpersoons zitplaatsen voor de televisie. Maar dan zie je dat er in een stoel best plaats is voor twee en dat de kleinste broer lekker tegen de oudste aan in slaap is gevallen.

Op de bank voor de televisie zien ze trouwens ook de echte oorlog dichtbij komen. Via het (jeugd)journaal komen allerlei moeilijke kwesties voorbij. Dan blijkt al snel dat wat hier thuis gebeurt, helemaal geen oorlog is. Dit is kinderspel.

Echte oorlog

Op de televisie zien we kinderen en volwassenen in echte oorlogssituaties. De Palestijnse jongen die tegen zijn vader weggekropen schuilde, maar toch door een Israëlische kogel werd gedood. De bus met schoolkinderen in Israël die werd opgeblazen, niet per ongeluk maar expres. De vliegtuigen die op 11 september 2001 zich opzettelijk in het WTC-centrum boorden en zo onschuldige mensen meesleurden in een strijd, waarmee ze niets te maken dachten te hebben.

Je kunt deze beelden, die je als volwassene al haast niet kan begrijpen, niet weghouden van je kinderen.

Samen kijken en praten

De wereld met al zijn moois maar ook met alle oorlogsleed komt rechtstreeks bij ons thuis. Wat kun je anders doen dan steeds weer samen kijken, vertellen, uitleggen...?

Als kinderen ouder worden en hun eigen weg willen vinden, wordt het wat lastiger. Toch proberen we nog veel samen te doen. We overleggen naar welke films er wordt gekeken. Bij kinderen boven de 10 is dat soms een heel gepuzzel met de krant en de televisiegids. We kijken soms bewust samen een serieuze film, bijvoorbeeld met de oudste naar Schindlers List. Het maakte diepe indruk.

Liever zien we geen domme schietfilms, maar mag James Bond wel? Jongeren zien heus wel verschil tussen wat echt gebeurt en wat niet. Maar als ze te vaak en te veel geweld zien, gaan ze schieten of agressief reageren dan niet gewoon vinden? Ik weet het niet.

Niet terugslaan, maar terugstappen

We proberen ze juist mee te geven dat je een ander de ruimte moet geven. Dat een ander een andere mening mag hebben en dat tolerantie nodig is om goed met anderen te kunnen samenleven.

Dat halen we ook uit de verhalen in de bijbel. Je andere wang toekeren, is misschien moeilijk. Maar je kunt bij een conflict beter een stap terugdoen dan er vol inspringen.

Ik zal ook niet snel mijn kinderen het advies geven om terug te slaan, zoals ik wel van andere ouders hoor. Terugstappen en hulp zoeken bij je vrienden of een volwassene als je er niet uitkomt, lijkt me beter.

Ook de overheid propageert het nu bij jongeren: krijg je te maken met geweld, bel dan 112, zorg dat je de dader kunt herkennen maar blijf bij het slachtoffer. Want alleen zijn bij geweld en je verlaten voelen, is nog erger dan klappen oplopen.

Veiligheid begint dichtbij
Uit onderzoek blijkt dat veel mensen zich onveilig voelen. Het is heel beangstigend om je onveilig te voelen. Terwijl Nederland toch eigenlijk een veilig land is.

Als je meehelpt in buurtprojecten (zoals het eigen trapveldje opknappen en tot speeltuin voor alle leeftijden maken), dan gaan de kinderen de eigen omgeving als veilige plek ervaren.

Als je je buren kent en op een prettige manier samenleeft, dan geeft dat een veilige omgeving waar iedereen zijn eigen plekje heeft.

Verdraagzaamheid en vrede-lievend samenleven leer je tenslotte thuis en in je eigen buurt.