21 juli 1999 door Justine Pardoen

Weerbaar worden tegen de mentale dreun van flames

Van januari 1999 tot april 2001 verzorgde Ouders Online elke woensdag een halve pagina over 'opvoeding' in het dagblad Trouw, geïnspireerd op datgene wat er die week bij Ouders Online was voorgevallen. Het onderstaande artikel maakt deel uit van die serie.

Dit is deel 2 van een serie van twee. Vorige week stond de ontoereikendheid van technische hulpmiddelen centraal.

Kinderen opvoeden tot verantwoordelijke Internet-gebruikers gaat verder dan hun hand vasthouden bij het surfen. Dat heeft onder andere te maken met het feit dat het Internet meer is dan een digitale televisie met wat meer kanalen dan je gewend bent; het is een leefgemeenschap, net als het echte leven.

Wat zijn dan de gevaren waaraan een kind bloot staat in de virtuele wereld van het net? Natuurlijk: de digitale kinderlokker, de nachtmerrie van elke ouder. Op Internet wordt het 'hawking' genoemd: pedofielen die als roofvogels boven kinder-sites hangen, contact leggen met kinderen die hun e-mail adres prijsgeven, en hen uitnodigen voor een ontmoeting in de echte wereld. Om kinderen bewust te maken van de risico's, werden in maart van dit jaar 150.000 'Surfsafe'-ansichten verspreid over 700 scholen. Met teksten als: "Je adres en telefoonnummer, maar ook foto's van jezelf laat je niet zomaar overal slingeren. Dus ook niet op Internet, want je weet maar nooit wat anderen ermee doen". De campagne is een inititatief van het Meldpunt Kinderporno op Internet en de Nederlandse afdeling van ECPAT, een internationale organisatie tegen kinderprostitutie.

Geen kwaad woord over die campagne, maar hawking komt in Nederland weinig voor. Het Meldpunt Kinderporno op Internet kent slechts vier gevallen. Een reëler gevaar is de mentale dreun die een kind kan krijgen bij het lezen van een 'flame' (scheldbericht of agressieve tekst). "Hé eikel, heb je wel eens nagedacht met die blubberige massa van jou die ze hersens noemen?". Om dat soort formuleringen gaat het dan. Flames vind je vooral in openbare discussies op forums, mailinglists en chat-kanalen. Zelfs volwassen nieuwelingen op het net kunnen er nog flink van schrikken, en voor kinderen geldt dat nog sterker. Ouders moeten hun kinderen leren dat flames een vervelend maar wel normaal onderdeel van de communicatie op het net vormen, dat je ze niet letterlijk moet nemen en dat je er in ieder geval niet op moet reageren. Schouders ophalen en 'deleten' maar.

Een ander gevaar waar ouders beducht voor moeten zijn, is de tijd die een kind op het net doorbrengt en de intensiteit waarmee dat gebeurt. Er wordt wel eens gezegd dat het Internet zo'n risico voor vereenzaming oplevert. Het tegendeel lijkt echter het geval te zijn: juist door het gemak waarmee je online 'vrienden' maakt en het gemak waarmee je communiceert met gelijkgestemden, is het zo verslavend. Voor je het weet zit je kind uren per dag achter de PC, wat niet gezond is. De symptomen zijn gemakkelijk te herkennen: een torenhoge telefoonrekening (tenzij je een vaste kabelverbinding hebt), afnemende aandacht voor vrienden in het echte leven en teruglopende schoolprestaties doordat er minder tijd aan huiswerk wordt besteed. Duidelijke afspraken over de hoeveelheid tijd die achter de PC wordt doorgebracht zijn dus noodzakelijk. Bij hardleerse kinderen kan een oppasprogramma als Cyber Patrol worden ingezet, dat de verbinding na een vooraf ingestelde tijd onverbiddelijk verbreekt.

Dan zijn er de gevaren die niet zozeer betrekking hebben op het kind zelf, als wel op de zo moeizaam geïnstalleerde en afgeregelde PC. Een gewiste harde schijf is geen drama, maar wel heel vervelend. Net zo vervelend als een gebroken ruit ("Niet voetballen in de voortuin!") of een vernielde video-recorder ("Geen boterhammen in die gleuf!"). Bij Internet-gebruik schuilt het gevaar wat dat betreft in de virussen en aanverwante plaagprogramma's. Leer je kind dus om nooit onbekende 'attachments' (e-mail bijlagen) te openen of activeren en geen programma's te downloaden van persoonlijke homepages. Oftewel: ook 'online' mag je geen snoepjes aannemen van vreemden.

Het opvoeden van kinderen tot verantwoordelijke Internet-gebruikers lijkt al met al heel sterk op alles wat in de gewone opvoeding ook gebeurt. Dus als het goed is, zijn de meeste instructies voor veilig Internetten overbodig. En toch heeft het zin je kind expliciet te verbieden om een creditcard-nummer door te geven via Internet, om afspraakjes te maken met vreemden of om passwords door te geven. In de virtuele wereld zie je nog minder wie je voor je hebt. In de praktijk blijkt dat je in de virtuele wereld minder goed van vertrouwen moet zijn. Niets is wat het schijnt, maar ook dat went op den duur.

Surftips

[De pagina's die hier genoemd werden, zijn inmiddels verouderd of niet meer beschikbaar]