9 februari 2000 door Justine Pardoen

Wie van z'n kind houdt, bindt het vast

Van januari 1999 tot april 2001 verzorgde Ouders Online elke woensdag een halve pagina over 'opvoeding' in het dagblad Trouw, geïnspireerd op datgene wat er die week bij Ouders Online was voorgevallen. Het onderstaande artikel maakt deel uit van die serie.

Cato is het zat. Nadat haar tweejarige dochter zichzelf bij het zwembad in de wc had opgesloten en daarna bijna in het diepe sprong, was de maat al vol. Toen ze de volgende dag bijna van een roltrap viel en later de winkel uitrende, kocht Cato een tuigje. "Wat vinden jullie ervan en werkt het?"

Natuurlijk werkt het. Maar hoe voelt het? Het voelt niet goed. Moeders voelen zich schuldig, maar ze troosten zichzelf met de gedachte dat het kind er geen last van heeft. Rosanna: "Hij heeft totaal niet in de gaten dat hij vastzit." Afke: "Wij pakten haar altijd bij haar sjaal of capuchon, maar een looplijntje om haar pols leek me een stuk vriendelijker." Coty: "Hij is eraan gewend en steekt zijn handjes al uit om in te steken."

Coty geeft toe dat het eigenlijk geen gezicht is: "Hond links aan de lijn, kind rechts aan de lijn en de kinderwagen in het midden." Oh ja, en dan het commentaar. Rosanna: "Sommige mensen blaffen zelfs." Ellen: "Dan zou ik zeggen: 'pas op, hoor, hij bijt'." Margot: "Ze vroegen ons: 'speelt ze voor paardje?' Ja, hop paardje hop." Marijke: "Niets van aantrekken, hoor. Veel plezier met uitlaten!"

Kirstin tipt nog: "Koop zo'n uittrekbare looplijn voor honden. Veel goedkoper!"

De lijnende moeders krijgen groot gelijk van Penelope Leach, schrijfster van het handboek 'Baby en kind'. Wie van zijn kind houdt, bindt het vast. Leach: "Deze nuttige uitvinding is ten onrechte in een kwaad daglicht gesteld, omdat het de vrijheid van het kind zou beperken. In feite geeft het juist vrijheid aan kinderen in deze leeftijdgroep."

Ook Leach heeft nog praktische tips. Koop voor een jonge peuter geen polsbandje, maar een tuigje met leidsels. Met de korte leidsels kan het kind niet ver weg. Hoe langer de lijn, hoe groter de kans dat een voorbijganger erover struikelt, waardoor het kind omvalt. Met korte leidsels kan het kind niet om een paaltje draaien. Ook voorkom je dat hij zelf valt: als hij struikelt, trek je de leidsels aan. En als hij plotseling ergens wil gaan zitten, trek je hem net op tijd weer omhoog.