3 mei 2021 door Shelby Vos-van Andel

10 tips voor je kind met dyslexie

Heeft jouw kind dyslexie en ben je op zoek naar tips? In dit blog geeft Shelby Vos-van Andel, intern begeleider in het basisonderwijs en verantwoordelijk voor dyslexie-aanvragen, 10 tips voor kinderen met dyslexie. Behalve spelling en lezen is er ook sociaal emotioneel veel te leren voor je kind na de diagnose. Daarom vind je hier ook een paar tips om dat bespreekbaar te maken.

Tip 1: geef uitleg over dyslexie

Eén van de onderdelen van een dyslexietraining die kinderen na een diagnose krijgen is psycho-educatie. Dit betekent dat er uitleg gegeven wordt over wat dyslexie is. Waarschijnlijk weet je kind al wel dat het een leesprobleem is. Moeilijke dingen bespreken gaat vaak beter als je dit spelenderwijs doet, door er bijvoorbeeld samen over te lezen. Leuke en leerzame boeken (ook voor jou als ouder) over dyslexie zijn:

  • Ik heb dyslexie, nou en!, Ilonka De Groot. In dit prentenboek vertellen vijftien kinderen wat dyslexie voor hen betekent. Op de rechterbladzijde staat telkens een verhaaltje met een tekening, op de linkerbladzijde een tip voor ouders en leerkrachten.
  • Nu weet ik eindelijk wat dyslexie isChantal Engbers. Het boekje is tweeledig opgesteld: een linkerpagina voor de ouders met informatie over de hersenwerking bij dyslexie, en een rechterpagina met een tekening en een eenvoudigere tekst voor de kinderen.
  • De dyslexie survival gidsAnnemie De Bondt, Nico de Braeckeleer. Deze survivalgids staat boordevol met informatie over hoe dyslectische kinderen zichzelf kunnen helpen. Oefeningen, softwarepakketten, nuttige websites, quizzen, mopjes, bekende personen met dyslexie, illustratieve tekeningen en verhalen van lotgenoten.

Tip 2: breng de kwaliteiten van je kind in beeld

Onze hele maatschappij, op het internet, de televisie en op school draait het grotendeels om geschreven taal. En dat is voor veel dyslectische kinderen dus vaak een confrontatie met de moeilijkheden die ze daarmee hebben. Besteed extra aandacht aan de dingen waar je kind wél goed in is en bespreek dat er veel meer kwaliteiten zijn dan alleen goed kunnen lezen. Bijvoorbeeld creatief zijn, goed kunnen presenteren, mondeling jezelf goed verwoorden etc. Geef gerichte en gemeende complimenten over de dingen waar jouw kind in uitblinkt. Dus niet alleen ‘goed gedaan’, maar ‘jij kunt hele originele knutselideeën bedenken!’ Doordat jij met die positieve bril naar je kind kijkt, breng je de kwaliteiten in beeld en vergroot je de eigenwaarde van je kind. En daarmee stimuleer je weer zijn mentale gezondheid.

Tip 3: laat je kind zelf meedenken in wat ‘helpt’

Omdat je kind vaak al wat ouder is wanneer de diagnose dyslexie gesteld is, geeft dit ook kansen om kinderen zelf mee te laten denken in wat helpt. Geef je kind bijvoorbeeld zelf ook instemming voor het oefenen, laat je kind meedenken welk moment van de dag hiervoor het fijnste is en wanneer er even niet geoefend hoeft te worden. Maak zo samen een plan, en noteer dit bijvoorbeeld in een schema. Dan is het meteen een vaste afspraak en wordt het een routine zonder al te veel weerstand.

Tip 4: zoek met je kind naar bekende dyslecten

Kinderen met dyslexie kunnen soms het gevoel hebben dat ze ‘anders’ of ‘dom’ zijn, en daardoor minder kunnen bereiken dan hun klasgenootjes. Zeker vanaf groep 5 gaan kinderen hun prestaties meer vergelijken met andere kinderen. Kijk dan eens samen naar lijstjes van beroemde mensen met dyslexie op internet. Bijvoorbeeld Leonardo DaVinci, Albert Einstein, Steven Spielberg en Robbie Williams. Allemaal beroemdheden die heel veel bereikt hebben met hun talent!

Tip 5: zorg voor een goede afstemming met de leerkracht

Als je kind naar de volgende groep gaat, is er meestal een overdracht geweest van de ene naar de andere leerkracht. Hierdoor weet de juf of meester vaak al wel wat de aanpak was in het vorige schooljaar. Toch is het altijd handig om tussentijds wat dingen af te stemmen. Niet alle teksten uit het lesprogramma zijn geschikt voor dyslecten. Zo heb ik weleens ouders gehad van een leerling die meehielpen om teksten om te zetten naar de voorleessoftware. Ook is het handig dat de leerkracht weet waar je kind tijdens de dyslexiebehandeling mee bezig is. Je kunt bijvoorbeeld toestemming geven dat de behandelaar overlegt met de meester of juf om bijvoorbeeld de spellingregels of elkaar af te stemmen.

Tip 6: bekijk met je kind hulpmiddelen voor dyslexie

Dyslexie is niet te genezen, maar er zijn wel heel veel hulpmiddelen op de markt die je kind kunnen helpen. Bekijk ze samen en laat je kind meedenken in wat voor hem/haar kan helpen. In het dyslexie-onderzoeksverslag staan vaak aan het einde diverse tips en hulpmiddelen die geadviseerd worden. Voorbeelden van hulpmiddelen zijn:

Tip 7: lees en oefen spelenderwijs

Waarschijnlijk krijgt je kind vanuit de dyslexietraining huiswerk voor lezen of spelling. Soms kan het prettig zijn om het ‘teksten lezen’ eens af te wisselen met leesspelletjes. Gekke stemmetjes lezen, om de beurt lezen, zingend lezen of kies eens een ander genre zoals een moppenboek. Zo stimuleer je het leesplezier.

Tip
: Maak er een spelletje van met deze leesbingo! Of oefen op een leuke manier de spellingregels met TaalExtra van Squla, een methode die kinderen helpt makkelijker en met meer zelfvertrouwen te leren lezen en spellen. De methode is niet alleen gebaseerd op de gespecialiseerde kennis uit dyslexiepraktijken, en vooral ook leuk door de quizzen en games van Squla.

Tip 8: stem de dyslexiebegeleiding af met school en thuis

Op sommige scholen bestaat de mogelijkheid om de dyslexiebegeleiding op school te laten plaatsvinden. Hierdoor hoeft je kind niet op een vrije middag óók nog naar dyslexietraining. Zorg dus voor een goede afstemming tussen school en thuis. Ook zie ik dat leerkrachten kinderen met dyslexie soms veel extra leeswerk meegeven. Natuurlijk is oefenen goed, maar blijf waakzaam dat je kind niet overvraagd wordt. Soms wordt er dan gekozen om luisterboeken in te zetten voor een ontspannen leesmomentje en leesplezier.

Tip 9: Lees samen boeken over dyslexie

Er zijn diverse leuke kinderboeken rond het thema dyslexie. Hierdoor herkennen kinderen zichzelf in een boek. Bijvoorbeeld:

  • Henk en de dansende letters, Henk Linskens. Wanneer Henk probeert te lezen ziet hij  “dansende letters”, waardoor hij achterblijft op school. Hij trekt zich dan maar terug in de zaken waar hij wel goed in is: tekenen, knutselen en dagdromen. In een van die dagdromen ontmoet hij Pablo Picasso, die zelf ook aan dyslexie lijdt en Henk van een inspirerend advies voorziet.
  • Een genie met dyslexieAnja Cocquyt. Rika heeft een geheim: ze heeft dyslexie. Wanneer Tim dit te weten komt, probeert hij haar te helpen. Maar dit gaat helaas niet zo vlot als hij had gehoopt. In dit boek komen verschillende dyslectische genieën ter sprake, wat illustreert dat dit geen levenslange beperking hoeft te zijn.
  • DwarrellettersSimone Foekens. Wanneer Maartje probeert te lezen, beginnen de letters voor haar ogen te dwarrelen en van plaats te veranderen. Dit maakt haar onzeker over haarzelf omdat ze nooit zeker is over wat ze leest.
  • Een kroon voor een kanjerLiesbeth Tilanus & Monique van der Zanden. Raf wordt op school gepest met zijn dyslexie. Wanneer zijn klas op een onbewoond eiland terechtkomt, ontpopt hij zich tot de held van het verhaal. Een verhaal dat dyslectische kinderen meer zelfvertrouwen geeft.
  • Ik ben niet bom! Marion van de Coolwijk. Sander heeft een probleem met lezen, waardoor hij wordt gepest op school. Wanneer hij getuige is van een inbraak op zijn school, gaat hij samen met zijn vrienden op detectivetocht. Door het verhaal kan hij zijn klasgenoten eindelijk duidelijk maken dat hij niet dom is omdat hij een leesachterstand heeft.

En bovenal: maak lezen weer leuk!

Tip 10: Wees alert op automatiseringsproblemen

Veel kinderen met dyslexie hebben ook problemen met automatiseren. Dit zie je bijvoorbeeld terug in het rekenen. Het automatiseren van sommen onder de 20 of het automatiseren van de tafels kan extra lastig zijn. Sommige kinderen mogen daarom na verloopt van tijd gebruik maken van een tafelkaart. Maar ook topografie met moeilijke plaatsnamen en bijbehorende schrijfwijze kan een flink struikelblok zijn. Soms helpt het om met de leerkracht af te spreken dat topografie mondeling getoetst wordt.

Dit artikel is een samenwerking met Squla en is eerder gepubliceerd op de website van Squla.