Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

21 april 2021 door Lisanne Karstenberg

Van schreeuwende kleuter naar hopeloze moeder

Het was zondagmiddag, het was niet echt lekker weer en we hadden net met het gezin gezellig gewandeld. Ik weet niet wat het was maar ik voelde het al de hele week...

De kinderen zijn moe, ze zijn vroeg wakker en moeten nog steeds wennen aan het ritme en vijf dagen school. Eerder op bed, later op bed, in de ochtend terug sturen. Het werkt even allemaal niet. Ze zijn prikkelbaar en hierdoor zijn wij ook prikkelbaar. Ze vitten veel op elkaar en wij, als ouders, bespreken de opties. Moeten we ze meer vrijlaten? Of moeten we er juist meer bovenop gaan zitten?

We weten het even niet meer. Op school kreeg ik ook al signalen dat hij ‘het malle vel’ aan heeft. We proberen als ouders één lijn te vinden maar we weten niet wat werkt. Boos doen, lief doen, dreigen, overleggen. Autoritair of juist de samenwerking opzoeken. Onze trukendoos is op, mijn energie level laag. Iedere ochtend vanaf 6.15 in de weer. We zijn het niet meer gewend.

Zodra we de oudste aanspreken op zijn gedrag schiet hij in zijn coping stijl door kinderlijk ontroostbaar te gaan huilen. Hierdoor is er geen gesprek meer mogelijk en krijgt hij eigenlijk daarna zijn zin. Dat is wat er de afgelopen dagen gebeurt. Ik ben er klaar mee. Ik laat deze kleuter niet langer over me heen lopen.

Het lijkt even goed te gaan

Ze zitten samen in de keuken te spelen met zijn strijkkralen. We hebben maar één bordje waar de kralen op liggen en ze spelen heerlijk samen. Ze kunnen het wel. Maar nummer twee is soms wat onhandig en ongeduldig ook nog wel. Blijkbaar zit er een kraaltje niet goed en krijgt ze hem er niet uit. Ze slaat met platte hand op tafel. Ze slaat zo hard dat de helft van de kraaltjes omhoog springen. Niet handig, klopt. Maar meneer de oververmoeide kleuter besluit te dreigen dat zij alles goed moet doen. Zij heeft hier geen zin in en zegt nee. Ik aanschouw dit staaltje kleutercommunicatie vanuit de woonkamer. Doordat mevrouw zegt het niet alleen te willen doen, besluit meneer haar met vlakke hand te slaan.

Nog zo’n coping strategie waarvan wij als ouders al 895 keer hebben gezegd dat we niet willen dat hij slaat. Hij doet het toch. Onze dochter komt huilend de woonkamer in en ik besluit het gesprek met meneer de kleuter in de keuken aan te gaan.

Zoals ik al omschreef, hij is niet voor rede vatbaar. Meneer vervalt in kinderlijk hard huilen om maar niet met mij te hoeven praten. Ik ben er klaar mee, en laat hem dit keer niet zijn zin krijgen. Ik wil hem uitleggen dat ik wil praten. Hij gaat nog harder schreeuwen en ik denk alleen maar: Ik zet hem op marktplaats voor geld toe. Als meneer door heeft dat ik blijf staan omdat ik wil praten, begint hij uit de kast boeken van papa op de grond te gooien.

Dit is een standaard ritueel dat hij doet wanneer hij zijn zin niet krijgt. Ook dit hebben we hem meermaals uitgelegd: Niet met onze spullen gooien.

Het praten lukt niet, het 843 x uitleggen heeft geen effect gehad. Ik besluit om uit mijn comfortzone te stappen en meneer te spiegelen in zijn gedrag. Ik smijt het plankje met strijkkralen door de keuken. Ja ik. Meteen voel ik me een oer-slechte moeder, maar ik heb het al gedaan. Even is mijn kleuter meneer stil, ik zie een opening voor gesprek. Maar hij is voornamelijk boos. Boos omdat nu alle kraaltjes van het plankje zijn. Boos dat hij ze niet wil opruimen. Boos omdat hij tien plankjes wilde maken en nu weer opnieuw moet beginnen.

Ik weet niet of het heeft geholpen, ik weet niet of het handig was. Als een opvoedcoach dit zou lezen, zou ze het waarschijnlijk afkeuren. Maar ik reageerde vanuit emotie, iets wat vrouwen (en vermoeide moeders, vooral vermoeide moeders) doen. Ik keur het zelf ook niet goed. Maar ik zat met mijn handen in het haar. Het einde van mijn latijn. Ik probeerde iets om zijn gedrag om te buigen.

Uiteindelijk hebben we het samen opgeruimd, en tijdens het eten, een half uurtje later hebben we er zelfs nog even over kunnen spreken. Hij dacht dat hij straf zou krijgen vanwege het slaan, terwijl hij dat deed omdat zijn zusje begon. Kinderlogica. Ik snap hem wel. Hij spiegelt mij ook even: hij gaat ervan uit dat hij straf krijgt, terwijl hij vindt dat de oorsprong ergens anders ligt.

Een mooi leermoment, in ieder geval voor mij. Misschien hem wat meer loslaten en haar wat strenger benaderen en corrigeren?

We gaan ermee aan de slag. Het opvoeden van kinderen: wie had ooit gezegd dat dit een eitje is? Het is de meest moeilijke baan ter wereld. Zwaar onderbetaald ook.