5 leuke tips om kinderen meer te laten bewegen

21 oktober 2025

5 leuke tips om kinderen meer te laten bewegen

In een wereld met veel schermtijd en dagenlang zitten op school is het een uitdaging om kinderen voldoende te laten bewegen. Maar met een beetje creativiteit maak je bewegen een stuk leuker. In dit artikel delen we daarom 5 tips om je kind meer te laten bewegen én ze het zelfs leuk te laten vinden.

1. Maak schermtijd actief

Dit is dé tip voor de digitale generatie van nu: de loopband voor de tv. De regel: vanaf nu mag televisie kijken alleen lopend gebeuren. Zet de loopband voor de televisie en laat je kind rustig stappen tijdens het kijken. En nee: je kind hoeft echt geen marathon te rennen. Houd het op wandeltempo en zorg dat je kind het tempo makkelijk bij kan houden. Op deze manier wordt passieve tijd omgezet in beweging. En zeg nou zelf, lopen op de walking pad klinkt toch ook gewoon cool? Wedden dat je kind op deze manier trouwens minder lang tv wil blijven kijken? Win-win!

De geschikte leeftijd voor een loopband varieert sterk, maar de meeste kinderen rond de 4 tot 6 jaar kunnen op de loopband. Is jouw kind een dromer of gaat het soms zomaar stilstaan op de loopband, dan moet je misschien nog iets langer wachten. Zorg in ieder geval dat de loopband altijd op een lage snelheid staat, dat een volwassene toezicht houdt en je kind goede sport- of wandelschoenen draagt.

2. Geef zelf het goede voorbeeld

Kinderen kopiëren het gedrag van hun ouders. Als jij actief bent, wordt bewegen voor hen ook vanzelfsprekend. En als jij meedoet, vinden ze dat ook nog eens ontzettend leuk. Dus: ga samen op avontuur! Laat de auto staan voor kleine boodschappen en pak de fiets of ga wandelen. Maak van een wandeling een speurtocht en daag elkaar uit: wie ziet de meeste vogels of rode auto’s!

3. Beweeg in je dagelijks leven

Bewegen hoeft niet altijd in de vorm van sporten te zijn. Ook thuis kun je samen prima meer bewegen. Zorg dat je kind na elk half uur stilzitten (lezen, huiswerk maken, knutselen) even opstaat om te bewegen. Doe dan bijvoorbeeld samen een 1-minuut-challenge. Denk aan 1 minuut op één been staan, zo hoog mogelijk springen of zo hard mogelijk op je plek rennen. Zo activeert het lichaam weer en daardoor verbetert de concentratie ook.

Je kunt bewegen ook koppelen aan andere dagelijks terugkerende activiteiten. Zet bijvoorbeeld elke avond na het eten dansmuziek op en verander de woonkamer in een disco. Trek springend je pyjama aan of laat je kind helpen met huishoudelijke klusjes zoals de vloer vegen of stofzuigen.

4. Maak buitenspelen leuk

Buiten is er ruimte voor de grote bewegingen die ze binnen niet kunnen maken, zoals rennen, klimmen en gooien. Maar kinderen hebben vaak geen zin om naar buiten te gaan. Actief speelgoed kan het interessanter voor ze maken. Denk aan: een trampoline, basketbalring, skippybal, of stoepkrijt. Met stoepkrijt kunnen ze een hinkelbaan, letters of cijfers tekenen waar ze op moeten springen.

Ga ook regelmatig op zoek naar een klimrek. Klimmen en klauteren versterkt de spieren en botten en is goed voor de motoriek. Of ga lekker naar het bos. Kinderen vinden het vaak heerlijk om in bomen te klimmen, over boomstammen te balanceren en te klauteren over heuveltjes.

5. Verken nieuwe sporten

Sporten in een team of bij een club zorgt voor structuur en een sociaal moment. Misschien zit je kind al op een sport, en gaat het daar met tegenzin naartoe. Dan is het een leuk idee om verschillende proeflessen te volgen. Misschien is voetbal het niet, maar judo, turnen, streetdance of tennis wel. Het is belangrijk dat ze iets vinden dat ze écht leuk vinden om vol te houden. Sporten met vriendjes en vriendinnetjes verlaagt de drempel meestal. Vraag rond wie van hun klasgenoten op een sport zit en of ze een keertje mee mogen.

Dus haal die loopband in huis (geen smoesjes dat je daar geen ruimte voor hebt, want een loopband inklapbaar schuif je zo onder de bank!), ga zelf meer wandelen, bedenk leuke challenges, maak buitenspelen leuker en ontdek nieuwe sporten. Zo maak je bewegen een stuk leuker voor je kind – en voor jezelf trouwens ook!