25 oktober 2002 door Justine Pardoen

03. Mede-menselijkheid gevraagd

Veel ouders worstelen met het dilemma dat het verstand soms iets anders zegt dan het gevoel. Discipline is nuttig maar verzaken mag ook. De leerplicht is okee maar schoolziek moet kunnen. Alcohol tijdens de zwangerschap is schadelijk, maar een glas wijn ontspant.

In de aflevering: de sluipmoordenaar van Washington en het zinloze geweld in Venlo. Alweer een dilemma.

Hoe onmenselijker het gedrag van anderen wordt, hoe meer mede-menselijkheid er van ons gevraagd wordt. Wat een dilemma.

Deze week schreef Patricia Cornwell, een bekende Amerikaanse thriller-schrijfster, in de Volkskrant over de inmiddels gearresteerde sluipschutter die rond Washington zoveel angst zaaide. Vrijwel dagelijks legde die man iemand neer. Zomaar. (Het bleken er overigens twee te zijn; een vader en een pleegzoon, maar dat doet er even niet toe. Om de lijn van mijn betoog helder te houden, blijf ik gemakshalve bij 'de sluipschutter'.)

Hoe leg je het uit aan je kinderen?

Dit monsterlijke gedrag maakt ons bang. Het is onbegrijpelijk. Zinloos geweld, heet dat tegenwoordig. En het komt ook in ons land voor. Deze week in Venlo nog: twee jonge mannen slaan een andere jonge man dood. Omdat hij iets aan te merken had op hun gedrag. Onbegrijpelijk geweld.

Op het Forum van Ouders Online vroeg een ouder zich af hoe je het uitlegt aan je kinderen dat er zomaar iemand op straat wordt doodgeslagen. Zoiets is niet uit te leggen. De vraag van je kind waarom zo iets gebeurt, kún je niet beantwoorden. Het is niet te begrijpen. En onze reacties erop zijn ook niet rationeel. We worden boos, verdrietig misschien. Maar vooral ook: we worden bang.

Een mens

Patricia Cornwell wees ons erop, dat die sluipschutter in de Verenigde Staten er waarschijnlijk helemaal niet zo monsterlijk uitziet als zijn gedrag. Net als seriemoordenaars, en ook die Venlose jongens, gaat het gewoon om iemands zoon, echtgenoot of buurman. Een mens. In de echte wereld lopen de boeven niet rond in gestreepte pyjama's en een loden kogel aan hun been! Om gek van te worden: moet je in de echte wereld bang worden voor je buurman?

We worden zo bang, constateert Cornwell, dat we ons terugtrekken uit het publieke leven. Even niet meer de deur uit als het niet meer nodig is. Niet in het donker meer naar buiten, niet meer uit eten, niet meer tanken, niet meer reizen, en geen geld meer uitgeven.

Ons leven ruïneren doen we zelf

Volgens Cornwell creëert angst alleen maar nóg meer angst: "Hoe meer angst we hebben, hoe meer angst we creëren, tot de dag komt – en die zal zeker komen – dat we niemand meer nodig hebben om ons leven te ruïneren. Dat kunnen we heel goed zelf."

Maar wat dan?

Tegengif

Het tegengif tegen zulk onmenselijk gedrag zou juist meer mede-menselijk gedrag moeten zijn. We moeten niet de blik naar binnen richten, teruggetrokken in een vesting, maar juist naar buiten. We moeten betrokken blijven: opletten op wat er om ons heen gebeurt en zorgen voor elkaar. We moeten weer echte buren van elkaar worden.

Onmenselijke dapperheid wordt helemaal niet van ons gevraagd, maar ook geen staart-tussen-de-benen-gedrag. Ik denk ook niet dat ik als een soort Superman tussen de vechtende testosteron-bommen in Venlo gesprongen was. De overheid roept ons dan ook op om erbij te blijven, 112 te bellen en zoveel mogelijk informatie te verzamelen.

Stel je voor...

Je móet blijven denken dat het anders kan. Dat je terreur kunt stoppen. Dat monsters geen mensen zijn. Stel je voor... Je moet blijven geloven dat jouw eigen gedrag iets kan uitmaken. Ook al weet je dat dat waarschijnlijk niet zo is.

Cornwell vertelde over een moeder van een kind dat zelf slachtoffer was van een onbegrijpelijke gewelddaad. Wat zij zou doen als ze in Washington woonde? In de auto stappen om de onvindbare sluipmoordenaar te gaan zoeken...

Geloof doorgeven

Deze week vertelde ik mijn kinderen dat elk mens geboren is met een goed hart, maar dat niet iedereen ernaar luistert. (Hoewel ik er regelmatig aan twijfel of het wel zo is dat iedereen het goede kent.) Toch wil ik erin blijven geloven en dat geloof doorgeven, omdat ik anders niet zou weten hoe we verder moeten.