17 februari 2012 door Marie Louise Wibier

05. Tweede prijs

Marie Louise Wibier neemt ons mee in de wereld van de basisschool. Leerzaam voor beginners, herkenbaar voor gevorderden.

In deze aflevering: hoe een tweede prijs bij de klasse-bingo tot nadenken stemt.

Het duurt nogal lang voordat mijn zoon de school uitkomt. Ik ga even binnen kijken. Hij staat met een behuild gezicht bij zijn blauwe luizenzak om zijn jas aan te trekken. Zijn juf vertelt dat hij erg verdrietig is omdat hij de bingo niet heeft gewonnen. Ja, verliezen moet je ook leren. De stagiair heeft een tweede prijs voor 'm geregeld. Hij laat mij het A4'tje zien: een kleurplaat waarop met grote letters TWEEDE PRIJS staat.

Het lijkt wat overdreven, dat diepe verdriet, maar ik begrijp het wel. Van de zomer hadden we op de camping ook een bingo. Eén groot drama was het. Bijna alle kinderen wonnen een prijs, behalve mijn zoon. Het meisje tegenover hem scoorde de ene vette prijs na de andere. Toen ze eindelijk een jongensprijs won, ging die naar haar broertje, die net binnen kwam lopen. Mijn zoon wilde nooit meer bingo spelen.

Maar ja, hij zit op school en hij moet meedoen. De bingo was bedoeld als leermoment. Terwijl je een leuk spelletje doet, herhaal je de cijfers en leer je verliezen. Leren verliezen is moeilijk bij bingo. Of je nu slim bent of handig, of dat je een bepaalde strategie volgt, het maakt niet uit. Het is een kwestie van geluk hebben. En geluk hebben is niet zo tastbaar, voor een 7-jarige.

Op de fiets naar huis praten we erover na. Uit zijn verhaal begrijp ik dat hij een valse bingo had. Ik zie het voor me. Helemaal in de overtuiging dat je een cadeau krijgt en dan gaat het niet door. "Nou," zeg ik, "het kan nog erger. Bij een valse bingo moet je voor de hele groep hardop een liedje zingen." Maar ook dat was hem niet bespaard gebleven. Hij heeft toen in hoog tempo Cowboy Billy Boem gezongen.

Ik begrijp de tranen nu helemaal, maar hij is vet getroost. Van zijn vriend kreeg hij een cool disco-balletje. Dat balletje geeft rood en blauw licht als je het schudt. En van de stagiair kreeg hij die speciale kleurplaat.

Inmiddels heeft hij er een nachtje over geslapen en hij is er nog niet helemaal gerust op. "Het is toch wel een échte tweede prijs?" vraagt hij. "Ja," zeg ik. "Dat staat er toch op? En als je het van school hebt gekregen, dan is het heel echt." Waarna ik me opeens realiseer dat zijn vraag terecht was. Het is een troostprijs, geen prijs voor de op een na beste. Slimme jongen.