4 september 2013 door Marjon Klomps

11. Communicatie-beest

Jules heeft te weinig herseninhoud, geen spraakcentrum, een ontwikkelingsachterstand en vrij ernstige gedragsproblemen. Moeder Marjon vertelt.

In deze aflevering: laat Jules zich van zijn beste kant zien, en ontploft hij niet als mama hem niet meteen begrijpt.

Het is zondagochtend, best vroeg. De broers zijn op hun kamer aan het spelen en Wil ligt nog te slapen. Ik ben met Jules beneden. Het is de ochtend na de verjaardag van Chris.

Jules zoekt de ballonnenpomp. De dag ervoor had opa hem geleerd ballonnen op te blazen met een pomp. Geweldig vond hij het, hij pompte ze tot barstens toe vol lucht. Dan knapten ze, of ze vlogen van de pompmond af en maakten heerlijk onverwachte bewegingen tijdens hun krimpvlucht.

Dat wil Jules nog wel een keer! De doos met slingers en ballonnen heeft hij al gepakt, en geopend op de bank gezet. Maar hij zoekt nog meer. "Kijken" gebaart hij, en duikt de kast in. Hij kan niet vinden wat hij zoekt.

- "Wat zoek je Jules?" vraag ik. Ik heb nog geen idee. Hij maakt een rond gebaar en wiebelt wat met zijn armen.
- "Bal?" Ne.
- "Pop?" Ne. En "Boe," zegt hij.
- "Boek?" Ne.
- "Koe?" Ne.
- "Wil je een botsing maken met de auto's?" Ne.
- "Was er buiten een klap?" Ne.

Net als ik begin te vrezen voor een driftbui uit frustratie, rent Jules naar zijn spraakcomputer. Klik, klik, klik: fietspomp.

"Fietspomp?" Ik begrijp het nog steeds niet. Jules schudt zijn hoofd, loopt de kamer in, en komt terug met een lege ballon. Drukt weer op het plaatje, en wijst dan op de ballon. "Boe," zegt hij, en in zijn blik meen ik een vriendelijk geduld te zien. Hij kijkt me rustig en helder aan.

Ik voel trots voor mijn zoon. Die zo goed kan uitleggen. Zo vindingrijk is in het zoeken naar oplossingen als we hem niet begrijpen, en zo'n oneindige drang naar communiceren heeft.

"Zoek je de ballonnenpomp?" vraag ik met een lach op mijn gezicht. Jules springt op en neer van opwinding, zo blij is hij dat ik hem begrijp.

"Jááá!" roept hij enthousiast. Ik pak de pomp van de kast. Als ik hem aan Jules geef, ga ik door mijn knieën en pak ik zijn kin in mijn hand. "Jules, kijk me eens aan?"

Hij kijkt me aan. "Dat heb je heel goed uitgelegd Jules," zeg ik tegen hem. "Dat is heel goed van Jules. Want mama begreep het eerst niet hè?" Jules schudt zijn hoofd. Hij denkt even na, maakt dan met zijn vuist tegen zijn hoofd het gebaar voor 'dom'. "Ma," zegt hij met zijn schorre stemmetje en begint gemeen te grijnzen.