12 mei 2006 door Sarcas

12. Mei-vakantie

Vakanties zijn lastig, als je zelf geen vakantie hebt. Vooral als het huis bijna affikt door toedoen van je kind.

Ik houd van vakanties. Mmmm, lekker vrij, beetje uitslapen, rommelen in huis, lang ontbijten als het al middag is. Dat werk. Ontzettend jammer dat ik dat niet had, vakantie. Dochterlief wel, die had mei-vakantie.

'Wij' hadden bedacht dat de vakantie een mooie gelegenheid bood om weer eens wat van de huiswerk-achterstanden weg te werken. 'Zij' vond dat in principe ook wel goed, maar dat het huiswerk dan ook daadwerkelijk door haar moest worden gemaakt, was wel een minpuntje, in haar optiek.

Af en toe heel moe

Ik word daar af en toe heel moe van. Je kunt redelijk zijn, consequent, eerlijk, open, standvastig, en wat al niet, maar soms zijn pubers gewoon onuitstaanbaar irritant en zouden ze moeten worden opgesloten in een schuur met enge insecten, zodat wij ouders ons kunnen verlustigen in hun angstig gejammer dat ze eruit willen, waarna er diverse beloftes en verzekeringen van goed gedrag afgedwongen kunnen worden, vanaf heden tot het einde der tijden. Maar daar zal wel weer een wet tegen zijn, helaas.

Het gedrag van mijn dochter lijkt een golfbeweging te maken, waarbij het gemiddelde normale gedrag gaandeweg steeds iets hoger scoort op de irritante-puberschaal. Dan is ze puur onuitstaanbaar, en dan weer poeslief. En tussendoor wordt ze steeds meer puber.

Een dikke walm vulde het huis

De eerste dag van de vakantie had mevrouw op een haar na ons huis laten afbranden. Een leeslampje naast haar bed hing tegen een sierkussen aan, en het kussen vatte vlam. Ik dobberde nutteloos in bad rond, maar mevrouw Sarcas rook een penetrante brandlucht, en onraad, en snuffelde het hele huis door. Dochterlief stond op het punt het huis te verlaten met een vriendin.

Toen mijn vrouw de puberkamer binnenkwam, lag daar het kussen vrolijk te branden op het bed. Met geluk en handigheid kon ze het kussen mpg net naar de douche sleuren en zo de vlammen doven. Een dikke walm vulde het huis.

Omdat één en ander natuurlijk met de nodige herrie gepaard ging, besloot ik uit mijn bad te verrijzen om te zien wie mijn rust zo bruut aan het verstoren was en waarom. Onnodig te zeggen dat ik schrok. Een brandend kussen op een bed. Dat heeft maar enkele minuten nodig om een serieuze brand te worden.

Groot vertoon van lijden

Terwijl we naar het half verkoolde kussen staarden, kwam de schuldige binnen. Ze was nog wat vergeten. Uiteraard kreeg ze de volle laag: "lichten weer aangelaten, zo vaak gewaarschuwd, onverantwoordelijk gedrag, zie wat er van komt, aan de dood ontsnapt" en meer van dit soort kernbegrippen werden door ons op luide toon en met veel misbaar kenbaar gemaakt.

Met een uitgestreken gezicht hoorde ze ons een tijdje aan. Toen zij ze: "Ik heb het licht niet aangelaten, het is dus niet mijn schuld. Mijn vriendin wacht beneden, doei", waarna ze de trap af liep op weg naar buiten.

Als volleerde synchroonzwemmers hapten mijn vrouw en ik op het zelfde moment naar adem, en donderden in stereo dat ze nu en ogenblikkelijk terug naar boven moest komen. Met die typische, net iets te langzame, uitgerekt bewegingen en groot vertoon van lijden kwam ze aangesjokt. Wat we nou eigenlijk wilden, zij had het licht niet aangelaten dus was het haar probleem niet.

"Ja", schamperden we. "*Wij* hebben jouw bedlampje zeker aangelaten."

"Ik kan dus weer gaan?" informeerde ze, zich al omdraaiend.

Puberhersens werken anders

Ik weet het, puberhersens werken anders, zoals de Volkskrant laatst nog meldde. Maar eigenlijk werken ze niet, is mijn ervaring. En ons geduld en begrip zijn gewoon niet bestand tegen dit soort egocentrisme.

Zij had het lampje niet aan laten staan, dus was het haar probleem niet. "Of we nog wel een nieuw kussen konden kopen", vroeg ze later. Ik heb maar geen antwoord gegeven. Ik zou zelfs nu nog niet weten wat ik daarop had moeten zeggen.

Zo begon de mei-vakantie. En zo ging-ie door. Het belangwekkende vervolg leest u over twee weken.