4 september 2013 door Marjon Klomps

15. Hartstikke sterk

Jules heeft te weinig herseninhoud, geen spraakcentrum, een ontwikkelingsachterstand en vrij ernstige gedragsproblemen. Moeder Marjon vertelt.

In deze aflevering: gaat Jules op avontuur in het Kabouterbos. En heeft hij een ontmoeting met een deftige dame, aan wie hij al zijn oerkracht toont.

We zijn in het Kabouterbos. Het Kabouterbos ligt tegen een stuwwal die zich heeft gevormd tijdens de laatste ijstijd, en dankt zijn naam aan de aanwezigheid van een tiental stenen tuinkabouters. De kabouters wonen volgens de legende in een oude holle eik, die de zeer toepasselijke naam 'Kabouterboom' draagt.

Jules is verrukt van het kabouter-idee. Met grote passen, armen ver van zijn lichaam, hoofd naar voren gebogen, struikelt hij over het bospad naar boven. Op gezette tijden moet hij treden nemen, die gemarkeerd worden door dunne boomstammetjes. Dat valt nog niet mee als je haast hebt en geen diepte ziet. Maar het lukt hem als eerste van het gezin boven te komen. Hij kijkt achterom naar ons, gebaart druk, maakt luide klanken: "Maa! Ko!" Slaat rechtsaf, een wankel bruggetje op.

"Jules! We gaan naar links!" roept Wil. Jules is te opgewonden enthousiast om er een punt van te maken. Met een vervaarlijke beweging keert hij en stapt weer van het bruggetje af. "Jaaa!" juicht hij en koerst de andere kant op.

Ilian en Chris laten zich aansteken door het enthousiasme van Jules en beginnen ook te rennen. Zoeken stokken, keilen keien het dal in. Wil rent achter Jules aan. Ik geniet van de aarzelende lente, de bosgeur.

Dan zien we de eerste kabouter. "Kijk, Jules!" wijs ik. "Een kabouter!"

Helaas, Jules heeft even geen tijd. Er ligt een dikke boomstam langs het pad. Die moet natuurlijk opgetild worden. Jules kijkt stralend op naar Wil. "Pa," probeert hij zijn vader om te kopen. En maakt het gebaar van 'thuis'. Heftig knikt hij met zijn hoofd.

Wil is na zoveel jaar Monster wel wat gewend. En weet driftbuien in de kiem te smoren. "Dat is goed, Jules," zegt hij vriendelijk. "Neem hem maar mee." Jules begint intens tevreden aan de stam – die drie keer zo groot en twee keer zo breed is als hijzelf – te sjorren.

Intussen komen twee wandelaars ons tegemoet lopen. Hij is rond de zestig, zij iets jonger, en nogal deftig. "Zooo..." zegt de mevrouw. Het klinkt een beetje alsof ze de herinrichting van het bosinterieur door boom-architect Jules niet geheel op prijs stelt. "Dat is wel een héle grote tak..."

Jules blijft gebogen over de boomstam staan, kijkt met zijn gezicht ondersteboven tussen arm en buik door om te zien wie er commentaar geeft. Even blijft hij peinzend zo staan. Dan komt hij omhoog, begint breed te grijnzen, trekt de mouw van zijn jas iets op en heft zijn arm als een bodybuilder. Kan ik best! Ik ben hartstikke sterk!