4 september 2013 door Enno van der Heijden

26. Zoenziekte

Afwisselend beschrijven Emmy de Wit (moeder van twee dochters) en Enno van der Heijden (vader van een zoon en een dochter) de seksuele ontwikkeling van hun tieners, en de manier waarop je daar als ouders mee prutst.

Ja hoor, we zijn de klos. Anne heeft de ziekte van Pfeiffer, aka the kissing disease. We waren er al bang voor, vanwege haar vermoeidheid, haar keelpijn, en de gezwollen klieren in haar nek, al wekenlang. Maar de bloedtest was overduidelijk.

"Eh, hoezo, 'overduidelijk'?" vroeg ik de huisarts. "Zo'n test zegt toch alleen iets over de aanwezigheid van antistoffen? Die heb ik zelf waarschijnlijk ook, zoals zoveel mensen." Waarop de huisarts geduldig uitlegde dat er twee soorten antistoffen bestaan: acute antistoffen en historische antistoffen. Anne heeft overmatig veel acute antistoffen, dus dat betekent dat ze nu Pfeiffer heeft.

Ik was nogal geschrokken van die Pfeiffer-diagnose, omdat ik meteen een heel schooljaar zag verdampen. Ik kon zomaar twee of drie klasgenoten van vroeger voor de geest halen, die er minstens een jaar zoet mee waren. Met vreselijke vermoeidheid, en thuisblijven, en zittenblijven en al. Brrr...

Mijn vrouw was ook nogal geschrokken. Die was aan het googelen geslagen, en stuitte op allerlei akelige pagina's over de relatie tussen Pfeiffer en MS. Is Pfeiffer het voorstadium van MS? "Nee hoor," lachte de huisarts. "Zeg maar tegen je vrouw dat ze moet stoppen met googelen. Daar wordt ze alleen maar ongerust van. Er zijn zóveel ziektes waarvan we de oorzaak niet kennen, zoals MS, of het chronisch vermoeidheidssyndroom. Dat nodigt uit tot speculeren. Maar een echt verband met Pfeiffer is nog nooit aangetoond."

Vervolgens begon hij nóg harder te lachen, toen ik vertelde over de afgelopen periode. Anne had een vriendje, waarmee ze haar eerste seksuele ervaring had gehad. Geweldig was dat. Maar op een gegeven moment was de liefde bekoeld. Omdat die jongen alsmaar zo moe was, en steeds minder interesse in haar toonde. Dat zinde haar helemaal niet. Ze wilde passie! En hartstocht! En vanwege het gebrek daaraan had ze het maar uitgemaakt. De dokter lachte zich een kriek.

Ikzelf vond het helemaal niet zo grappig. Die jongen moest ingelicht worden, vond ik. Zodat hij wist wat er met hemzelf aan de hand zou kunnen zijn. Maar dat vond Anne helemaal niet. Die was nog steeds boos op hem. Pas na heel lang aandringen, en hefbomen, en chanteren ("Anders doen wij het"), zette ze mopperend en sputterend een berichtje op zijn Facebook.

Afijn, we zien wel hoe het verder loopt. Misschien is ze er na een paar weken al vanaf, misschien duurt het langer. Of veel langer. Het moeilijkste zal nog zijn om haar wat meer thuis te houden, en vroeg naar bed te laten gaan. Want na jaren van braafheid heeft ze sinds kort het leven leren kennen, met feesten, en drinken, en 's nachts laat thuiskomen, of pas de volgende dag.

Het probleem doet zich meteen al voor: ze moet toch echt vanavond naar het feest van haar beste vriendin. Die – ter ere van haar 16e verjaardag – ook nog cocktails gaat serveren. Terwijl acohol nu beslist taboe is. Zou Anne naar haar eigen lichaam kunnen luisteren, zoals de huisarts adviseerde? Ik vrees het ergste. Pubers zijn niet goed in luisteren. En moet ik naar mijn vrouw luisteren? Die wil dat ik Anne om 10 uur wegsleep van dat feest, als ze dan nog niet thuis is. Zo'n jaren '50 opvoedingsstijl ben ik niet echt gewend...