Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

20 april 2007 door Sarcas

29. Kostschool in Siberië

Sarcas is boos en verdrietig, omdat zijn dochter van school wordt gestuurd. Dat leidt tot wilde taferelen.

Het moest er dan toch van komen. Na het laatste rapport is ons dringend aangeraden een andere school te zoeken voor onze dochter. De twee laatste rapporten waren hoopvol, maar het allerlaatste was teleurstellend.

Vooral teleurstellend is echter dat ze nauwelijks schijnt te beseffen dat dit door haar eigen gebrek aan inzet komt. Bijna alle vakken hebben een onvoldoende voor 'concentratie', oftewel 'inzet in de klas'.

"Kan niet!", riep ze verontwaardigd, "Ik ga steeds voor in de klas zitten, ik let op, en ik werk hard!"

We beaamden dat dit inderdaad wel heel eigenaardig was, maar dat de komende ouderavond beslist voor opheldering zou zorgen. En ja hoor, dat deed hij. Op één uitzondering na wisten de docenten te vertellen dat ons ijverig meisje voornamelijk zit te kwekken. De laatste twee weken was het wel wat minder. Maar dat waren de twee weken ná het rapport.

Vleesgeworden verontwaardiging

"Oordeel docenten... kwekken... niet werken... niet serieus... toekomst in eigen handen... wat hadden we nou afgesproken... verprutst... teleurgesteld... ander schoolsysteem... ", pseudo-preek ik, in de vage hoop een Gesprek over de Problemen te voeren.

"Ze liegen!", weet onze vleesgeworden verontwaardiging. "Ik doe mijn best! Ik zit echt vooraan en ik let op!"

"Ja maar", spoor ik moeiteloos en door ervaring wijzer geworden het gat in de redenatie op, "deed je dat ook al vóórdat dit laatste rapport kwam?"

Billen gebrand, blaren zitten

"Maar die van Frans heeft een hekel aan me! En daar heb ik echt mijn best gedaan!", krabbelt ze hevig terug, lappen terrein prijsgevend.

Ik overweeg nog even om haar te herinneren aan een uitspraak van een week of twee geleden, toen ze me vertelde dat de leerkracht Frans eigenlijk wel meeviel. Maar het doet er niet zo toe, besluit ik. De strijd is al gestreden. En verloren. Ik ga geen ruzie meer maken over de rokende puinhopen. Het is: zitten-blijven en een andere school.

"Ja maar, als ik nou héél hard..." begint ze weer.

"Nee", snijden mijn vrouw en ik deze doodlopende weg af. "Een paar maanden geleden waren we in het stadium 'Als je heel hard werkt, dan kunnen we dit misschien oplossen'. Maar dat was toen. Nu is het voorbij. Het is over. Kans gehad, verprutst. Billen gebrand, blaren zitten."

Kwaadheid inslikken

Ik ben teleurgesteld. Er is zoveel moeite gedaan. En als ik dan de leraren hoofdschuddend hoor zeggen dat ze het heel erg gezellig heeft op school, maar dat er van werken weinig terecht komt, dan gromt er iets diep in mij.

Ik wil razen en tieren. Mijn toorn over haar uitstorten. Haar een magistrale trap onder haar luie reet geven, zodat ze met een fraaie boog heel hard in aanraking komt met de feiten. Maar kindjes slaan schijnt niet goed voor ze te zijn. Krijgen ze later last van. Dus slik ik mijn kwaadheid maar in.

Bloeiend sociaal leven

Een andere school dus. Misschien is dat wel goed. Een school hier dicht in de buurt, klassikaal, meer discipline, meer orde & regelmaat.

"Hier?!", brult onze dochter bij het vernemen van het plan. "Hier op school?! Ik wil naar de [...]-school!"

De [...]-school in de grote stad ligt vlakbij haar huidige school en er zitten een hoop vrienden en vriendinnen van haar op. Laat ik nou geen rekening hebben gehouden met haar vrienden. Goh.

"Ik heb wel een sociaal leven hoor!", probeert ze nog. Fijntjes deel ik haar mede dat haar bloeiende sociale leven en haar onvermogen om dit te scheiden van haar Verantwoordelijkheden, haar tot dit ellendige lot hebben verdoemd.

De aarde beeft

Maar dochterlief is niet thuis. Ze is er wel, maar... ze is er niet. Sta je daar als ouder, vol van verwijten, teleurstelling, beschuldigen en verloren hoop, en dan zapt je puber naar een geestelijk ander kanaal. We staan wel tegenover elkaar, maar één van ons is er niet meer bij. Ik kijk haar in de ogen en ik zie mijn eigen spiegelbeeld niet eens meer.

"Je hebt maar te gaan waar we je heensturen", rommelt het laag. De aarde beeft. Een bijtende zwavelgeur maakt het ademen moeilijker. Wolken as filteren het zonlicht tot een vuile gloed. Scheuren en kloven vergroten zich met grof geweld ten koste van het krijsende gesteente. De vloeibare ingewanden der aarde flakkeren onheilspellend op.

"Echt niet", zegt Pompei, en wandelt de deur uit.

Kostschool. In Siberië. Nu.