Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

21 oktober 2019 door Paul Morsch

De zwemjuf

Astrid en Paul proberen zich als ouders van hun drie kinderen Bram (5), Anne (10) en Lot (11) zo goed mogelijk door het leven te worstelen.

‘HELP HAAR DAN!’ schreeuwt de moeder van Madelief tegen de geluidsdichte muur van glas waar wij ouders achter staan. Aan de andere kant van het glas is Madelief in paniek geraakt nadat zij zich verslikt heeft. Haar mond is telkens maar zo kort boven het wateroppervlak dat de teugen lucht die ze naar binnen zuigt keer op keer leiden tot hernieuwd verslikken. Met haar armen slaat Madelief ondertussen om zich heen, wat haar situatie er bepaald niet beter op maakt. De moeder van Madelief rent langs ons heen naar de kleedkamers die toegang geven tot het bad.

Op de kant kijken de andere kinderen met bezorgde blikken toe en herbeleven de keren dat zij zelf een dergelijke doodstrijd voerden. Diverse kinderen maken al aanstalten om mee te huilen bij het vooruitzicht zo dadelijk ook het water in te moeten. Bram die wel vaker blijk geeft van een groot solidariteitsgevoel, breekt de ban en huilt als eerste mee met Madelief.  

Boven het doodsbange hoofd van Madelief, zweeft het hoofd van de zwemjuf. Het contrast kon niet groter zijn. Naarmate de paniek bij Madelief groeit, lijkt de zwemjuf steeds rustiger te worden en kalmer te praten. Ik hoop dat haar glimlach is om Madelief gerust te stellen.

Ik beweeg van achter de ruit mee met de juf, zoals ik ook meebeweeg bij een voetbalwedstrijd. Buk dan, til Madelief uit het water, communiceert mijn lijf vanachter de ruit. De juf is een gespierde breedgeschouderde zwematlete, waar ik in de breedte makkelijk twee keer in pas. Madelief kan ze met een simpele zwaai op de kant werpen. Een zeeleeuw trouwens ook.

Eindelijk grijpt ze in. Ze takelt de hyperventilerende Madelief met één hand uit het water en zet haar op een bankje. Stroperige draden slijm hangen bij Madelief uit haar mond.

De deur van de kleedkamer zwaait open en moeder verschijnt. Met een oerblik in haar ogen en in volle vaart rent ze richting haar dochter. De zwemjuf vindt dat overduidelijk geen goed idee, maakt het stop gebaar met rechts en met links wijst ze afwisselend naar de beide schoenen van de moeder. Daar zitten geen blauwe hoesjes omheen zie ik. De moeder van Madelief negeert de signalen. Rent voorwaarts. Haar armen gestrekt voor zich uit. Even lijkt de moeder langs de zwemjuf te glippen, maar die draait op het laatste moment haar lichaam in waardoor de moeder tegen haar opbotst. Of liever gezegd terug stuitert en verbouwereerd op de grond belandt.

‘Sadistisch secreet,’ sist de moeder naast me. ‘Je moet echt wel een zieke geest hebben, wil je zwemjuf worden.’ 

‘Sadisten herhalen vaak wat ze zelf hebben meegemaakt,’ zegt een andere moeder. ‘De ellende die hen is aangedaan, vieren ze op latere leeftijd bot op anderen.’

Ik probeer me een voorstelling te maken van wat dit betekent voor de juf die al honderden kindertjes de doodsangst heeft bijgebracht. We kijken elkaar nog heel even aan en draaien ons dan weer naar de zwemjuf. Welk jeugdtrauma kan verscholen liggen onder dat massieve oppervlak van spieren?