6 mei 2020 door Karin Schrijver

Dubbele gevoelens

Mijn leven is er niet bepaald spannender op geworden sinds het coronavirus in het land is. Nu wil ik ook niet alles afschuiven op het coronavirus, maar het zorgt er wel voor dat het leven nog iets rustiger is dan dat het al was voor dit virus de hoek om kwam. Een rare tijd waarin ik aan de ene kant tot rust kom en aan de andere kant ook druk ben. Een dubbel gevoel, want het is juist rustiger en tegelijk ook drukker. Zo anders en toch ook weer niet.

Een van de dingen die een soort van hetzelfde is gebleven, is dat ik aan het werk ben. Ik werk parttime in een bakkerswinkel en we zijn gewoon open. We hebben wel aangepaste openingstijden maar mensen hebben brood nodig en dus bakken we gewoon verder. Dat zorgt ervoor dat ik drie dagen per week buiten de deur ben. Dit betekent dat mijn zoon drie dagen, de hele godganse dag, alleen thuis is. Wel met het gezelschap van onze katten en dat is maar goed ook.

Ik denk namelijk dat als wij geen katten hadden rondlopen, meneer de hele dag op zijn kamer zou zitten om te gamen. Ik stuur hem in mijn lunchpauze een appje om te vragen of hij al wel gegeten en gedronken heeft. Want puberjongens vergeten dat nog wel eens, is mijn ervaring. Gelukkig ben ik hem nog nooit verrimpeld en uitgedroogd tegengekomen na een werkdag. Maar je weet maar nooit, dus app ik hem. Over eten en drinken, maar ook of hij al gedoucht heeft en hij de katten eten heeft gegeven. Daarom is het dus maar goed dat we katten hebben. Die hebben honger, en als ze honger hebben laten ze hem dat echt wel weten. Met als gevolg dat zoonlief van zijn kamer komt en dus ook de keuken tegenkomt onderweg naar de voerbakken. Dat helpt hem eraan herinneren dat hij ook nog even iets moet eten en drinken.  Ik overdrijf het misschien een beetje, maar je snapt mijn punt wel denk ik.

Ik moet bekennen dat ik het nu nog lastiger vind om te gaan werken dan voor de corona-tijd. Het is namelijk heel fijn om samen thuis te zijn. Ik geniet ervan om hem te helpen met huiswerk en samen te kletsen. Om er te zijn als een docent belachelijk veel huiswerk opgeeft, als hij het overzicht kwijt raakt of als in zijn ogen een online spel één doffe ellende blijkt te zijn. Dan ben ik graag bij hem om met hem te lachen, hem aan te moedigen en hem te kunnen troosten als dat nodig is.

Ik kan er zo om lachen als hij in zijn eigen taal dingen probeert uit te leggen. Praat Nederlands jongen, dan verstaat je moeder het ook. Als je zelf een puber in huis hebt, zul je het met me eens zijn: pubers hebben een eigen taal, net zoals peuters en kleuters dat ook hebben. De woorden zijn net als toen zelf bedacht of bestaande woorden die verdraaid zijn in een nieuw jasje.

Het thuiskomen is ook anders dan voorheen, al heeft het ook wat overeenkomsten. Zo is hij nog steeds blij als ik thuis kom en krijg ik meteen een knuffel. Als hij niet middenin een belangrijk online potje zit natuurlijk. Dat neem ik voor lief, want ik vind een knuffel van hem één van de fijnste momenten. Maar het grote verschil zit hem vooral in hoe hij zich voelt sinds hij al weken thuis is. Hij is rustiger, meer ontspannen en er is ruimte voor andere dingen gekomen in zijn hoofd. Hij komt met super interessante vragen, denkt meer na over dingen en is zoveel minder overprikkeld. Dit aspect van de quarantaine vind ik fijn. Ik word er heel blij van als ik hem zo zie lachen als ik thuis kom, waar ik voorheen vaak een oververmoeide en overprikkelde Robin aantrof

En dat stukje baart me wel zorgen. Het mag duidelijk zijn dat ik geen juf ben en dat de leerkrachten op school er niet voor niks zijn. Ik begrijp het hele naar school toe gaan, de sociale omgang en het leren op een school heel goed. Maar de overprikkeling, de druk en de stress niet. Het kan niet de bedoeling zijn dat kinderen in dit schoolsysteem gepropt worden en er zo gespannen uitkomen.

De ontspanning in zijn gezicht en in zijn lijf is zichtbaar nu hij vanuit huis les krijgt. Maar dat is best een dubbel gevoel, want het kost me aardig wat tijd om hem te begeleiden bij zijn (t)huiswerk naast mijn parttime baan, het huishouden en het werken aan mijn online bedrijf.  Het is maar goed dat sociale contacten minder zijn nu, want hier heb ik het al druk genoeg mee.

Aan de ene kant mag het wel weer normaal worden. Het heeft lang genoeg geduurd. Tegelijkertijd moet ik daar weer om lachen, want wat is normaal. Ik doe alles al anders. Ik denk anders. Ik voed vrij op en ik ben anders. Wat is normaal dan eigenlijk. En wil ik dit normaal dan wel. Ik ga er nog eens over nadenken, zodat we ook na corona in ontspanning kunnen blijven.