21 oktober 2019 door Joyce van Ombergen-Jong

Empty nest

"Heb je erg last van het empty nest syndroom?" vraagt een collega-ondernemer die ik na een tijdje weer eens echt spreek.

Ik heb haar net verteld dat allebei mijn kinderen binnen drie maanden het huis uit zijn gegaan. "Nee, daar heb ik helemaal geen last van. Sterker nog, ik ben mijn nest juist verder aan het empty-en", lach ik. Waarna ik toelicht dat ik met een enorme opruimslag ben begonnen. Werkelijk alles in huis wordt aan een kritische blik onderworpen. Stuk? Weg ermee! Op uitgekeken? Idem dito. Kastruimte in hun slaapkamers vult zich langzaam met mijn spullen. Hun bedden laten we staan, want ze zijn altijd welkom om te blijven slapen. Het kan te gek.

De spullen waarvan ik vermoed dat een ander er nog blij van wordt, geef ik weg of verkoop ik. Het meeste geef ik overigens weg, dat is gewoon veel leuker. De verraste blik van de ontvanger die uit beleefdheid nog vraagt "Weet je het zeker"? Als iemand echt iets terug wil doen omdat het anders niet goed voelt, ontstaat er soms een leuke barterdeal. Zolang het maar geen spullen zijn, want daar wilde ik nou juist vanaf. 

Maar goed, het empty nest syndroom gaat natuurlijk helemaal niet over spullen. Dat gaat over de afwezigheid van je kinderen in huis. Over het niet meer binnen kunnen lopen van de kamer van je dochter voor een praatje, het kopje thee samen, discussies over het opruimen, de afwas en regels binnen het gezin. Over muziek horen waaraan je een pesthekel hebt gekregen omdat je het te vaak op repeat uit de kamer van je zoon hebt horen schallen. Over de vraag 'Wat eten we vandaag"? of "Mam, heb je dat en dat kledingstuk gezien"? Het gaat over de alledaagse dingen die je met je kinderen verbindt.

Heel eerlijk… natuurlijk mis ik die dingen zo nu en dan. Het is heel dubbel, want het geeft ook rust en ruimte, en niet alleen in huis. Ook in mijn hoofd. Zo hoef ik niet constant te onthouden hoe laat mijn dochter waar opgehaald moet worden. Word ik niet meer 's nachts wakker als mijn zoon laat thuis komt of juist heel vroeg naar zijn werk moet. Gelukkig weten ze me allebei regelmatig te vinden via Whatsapp met een vraag om hulp of advies. Ze mogen dan niet meer thuis wonen … home is where the heart is en daarin zitten ze voorgoed!