10 augustus 2020 door Vera Bijma

Ik durf me niet te bewegen

Kreun. Veel te vroeg staat mijn zoontje naast ons bed. En dat terwijl hij pas heel laat sliep. En ik nog veel later. Wat is dat toch met kinderen? Als hij naar school moet, is hij niet uit bed te branden. Maar zodra het vakantie is en er geen wekker gezet hoeft te worden, is hij wakker voor de eerste haan gekraaid heeft.  

Nee, terug naar zijn eigen bed wil hij niet. En voor ik nog meer kan zeggen, stapt meneer snel bij me in bed. Hij duwt me zachtjes maar doelbewust aan de kant en vleit zijn lieve hoofdje midden op mijn hoofdkussen. Gezellig met zijn rug naar me toe.

Zoals altijd zoekt hij contact met zijn hoofd tegen iets. Meestal ligt hij tegen zijn knuffels, soms tegen het hoofdeinde van zijn bed. Maar nu valt mij de eer te beurt. Wonder boven wonder valt hij vrijwel meteen in slaap. Dat is heel fijn voor hem. Maar ik durf me niet te bewegen. Want ik besef maar al te goed dat hij bij mijn geringste beweging weer wakker kan worden. En een moe kind… Nou ja, dat weten we allemaal wel. Dat wil je liever voorkomen. En dus lig ik zo stil mogelijk met mijn ogen dicht in de hoop zelf ook nog wat weg te doezelen.

Maar dan kriebelt er iets op mijn gezicht. Natuurlijk kriebelt er iets. Als je niet wilt bewegen, kun je er de donder op zeggen dat je iets voelt. Is het geen jeuk, dan wel kramp of een slapende arm. Aaargh! Met ingehouden adem breng ik heel, héél voorzichtig mijn arm naar boven. Oef, missie geslaagd. Ik heb aan mijn gezicht gekrabd en zoonlief slaapt nog steeds.

Nu ik nog. Maar dat gaat zo niet lukken, dat is me wel duidelijk. Ik besluit heel stilletjes uit bed te kruipen en in zijn bed te gaan liggen. Want ook ik heb dringend nog wat slaap nodig.

Op mijn tenen sluip ik naar de slaapkamer van mijn zoontje en ga zo stil mogelijk in zijn bed liggen. In het flauwe schijnsel van het bedlampje zie ik hoe zestien paar ogen me glazig aanstaren. Gezellig hoor, al die knuffels in bed. Snel sluit ik mijn ogen en hoop hartgrondig dat ik zelf ook zo gemakkelijk terug in slaap val. En warempel! Tegen mijn verwachting in, zak ik toch nog weg richting dromenland. Om op datzelfde moment aan de andere kant van de muur te horen: “Mama, waar ben je?” Kreun.