13 april 2007

Onzedelijk gedrag op de basisschool

Afgelopen week berichtten 'deskundigen' over 'onzedelijk gedrag' van basisschoolleerlingen. Iedereen klonk zeer bezorgd. Is het werkelijk zo erg als werd gesuggereerd?

Afgelopen donderdag, 12 april, luidde de psychologe Martine Delfos de noodklok over 'seksueel wangedrag op basisscholen'. Ze deed dat in het actualiteiten-programma Netwerk, dat haar verhaal illustreerde met diverse praktijkvoorbeelden. Variërend van jongetjes die meisjes op schoot nemen en "neuken!" roepen, tot jongetjes die hun klasgenoten in de billen knijpen.

Dramatische Netwerk-tune

Hebben we hier te maken met een echt probleem of met een media-hype? Onder begeleiding van de dramatische Netwerk-tune, die we vooral associëren met oorlogen en terroristische aanvallen, meldde EO-presentator Tijs van den Brink "dat basisscholen er nauwelijks over durven te praten", dus dat klonk wel ernstig.

Maar waarover durven basisscholen dan nauwelijks te praten? We hebben een analyse gemaakt van het programma, en dat leverde het volgende op.

Waar gaat het over?

  • het grootste deel van de gedragingen die gerapporteerd werden, is van alle tijden. Handtastelijkheden, vuilbekkerij, en jongetjes die hun broek laten zakken, zijn er altijd geweest en zullen er altijd blijven. Wel heel vervelend natuurlijk, maar zeker niet nieuw.
  • een deel van de gedragingen is wél nieuw, zoals het likken aan elkaars piemel. Onze seksuologe Sanderijn van der Doef zegt hierover dat kinderen dat niet uit zichzelf doen, maar dat ze het ergens gezien moeten hebben. Martine Delfos suggereerde terecht dat internet-porno hierbij als inspiratiebron gediend kan hebben. De vraag die echter gesteld moet worden, is of dit gedrag schadelijk is of niet. En eigenlijk weet niemand dat. Wanneer wordt er echt een grens overschreden? Welke grens is dat? Wiens grens? En wie bepaalt dat?
  • de schaal waarop 'onzedelijk gedrag bij basisschoolleerlingen' voorkomt, lijkt groter te zijn dan vroeger, maar er zijn geen cijfers beschikbaar.
  • in de Netwerk-reportage werd gemeld dat er kinderen geschorst zijn vanwege hun grensoverschrijdende gedrag. Op zich is het toe te juichen dat scholen zo'n stap durven te nemen als er opgetreden moet worden. (We krijgen soms mail van ouders die teleurgesteld zijn dat hun school geen keuzes durft te maken.) Maar het blijven natuurlijk wel incidenten. Net zoals er ook af en toe kinderen geschorst worden vanwege agressief gedrag of pesten. Kinderen doen nu eenmaal dingen die niet mogen en dat moeten we hen vertellen. Dat is opvoeding. Maar we moeten er als opvoeders wel voor waken dat niet elk kindergedrag dat correctie behoeft, verheven wordt tot een groot probleem.
  • het taalgebruik rond de vermeende misstanden was opvallend, en hier en daar tegen het tendentieuze aan. "Jonge daders en hun slachtoffers", sprak de voice-over dreigend, alsof het om soort Marc Dutroux-zaak ging. En een woordvoerder van de onderwijsbond bepleitte een "schoolveiligheidsplan"; een soort evacuatieplan maar dan anders.

Handjes boven de dekens!

Al met al hebben we toch sterk de indruk dat die Netwerk-reportage wel érg zwaar was aangezet, met een hoog Back to the fifties-gehalte. Handjes boven de dekens!

Het klonk allemaal een beetje als 'seks is vies en als er kinderen bij betrokken zijn dan is het nog veel viezer'. Terwijl kinderen natuurlijk gewoon experimenteren met van alles en nog wat. Vanzelfsprekend kunnen daar dingen bij misgaan. Dat is inherent aan experimenteren. De bedoeling is echter dat wij ze als volwassenen leren wat wel en niet acceptabel is, waarbij we ze vooral moeten doordringen van het feit dat je nooit iets mag doen wat de ander niet wil. Seks of geen seks. Heel specifiek in dit geval: dat je het lichaam van een ander niet als speelgoed mag gebruiken voor je eigen pleziertjes. En omgekeerd: dat je niet alles wat een ander wil, hoeft te accepteren. Ook al is het je vriendje, of ook al word je bedreigd.

Merkwaardige paradox

Wat dat betreft zien we een merkwaardige paradox. Aan de ene kant staat iedereen op zijn achterste benen als blijkt dat er dit soort dingen gebeuren, terwijl men aan de andere kant niet bereid is om fatsoenlijke seksuele voorlichting te geven.

Precies een maand geleden, in de Week van de Lentekriebels, was er nauwelijks een basisschool te vinden die bereid was om daar aandacht aan te besteden. Veel te eng vinden leerkrachten dat. Om van structurele aandacht voor seksuele voorlichting op basisscholen nog maar te zwijgen.

Hierbij willen we dus toch vooral pleiten voor goede seksuele voorlichting. Ook op scholen, waar je er met al die kinderen samen over kunt praten. Je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen. Juist in deze tijd, waarin kinderen – vooral meisjes – door de van commercie doordrenkte media geseksualiseerd worden, is het van belang dat er met ze gepraat wordt over seks, over gevoelens, over wat jij wilt en wat de ander fijn vindt of niet. Zodat ze leren begrijpen dat echte seksualiteit om iets anders gaat dan wat ze in de media zien.