Algemeen Ouderschap Algemeen Ouderschap

Algemeen Ouderschap

Lees ook op

Opvoeding peuter 2,5


Wat bij ons ook helpt is dingen niet vragend stellen. Dus niet: wil je je schoenen aandoen? Ik zeg dan: doe je schoenen aan.

Och ja, peuters...ik weet nog dat ik de dagen soms ook echt lang vond ja. Dus ik begon ook altijd vroeg met koken en hup door naar bed. 
Daarnaast hielp het voorbereiden hier ook wel, aankondigen als een activiteit bijna af is, nog één rondje, dat soort dingen. 
En voor zover het lukt elkaar afwisselen. Als je er even doorheen zit neemt man het over en andersom. 
Wat voor mij ook hielp was mezelf voorhouden dat mijn belangrijkste taak was om voor de kindjes te zorgen. Ik zat vaak in mn hoofd met dingen die nog gedaan moesten worden wat me soms ongeduldige maakte naar de kinderen (bijvoorbeeld even snel doorlopen in de winkel, want ik moet thuis nog veel wassen wegdraaien). Dat werkte niet zo lekker...Als ik mezelf voor hield dat het mijn belangrijkste taak was om een leuke dag met de kinderen te hebben, stemde me dat milder en geduldiger.

Het is een lastige fase maar ze gaan steeds meer begrijpen en kunnen zichzelf ook steeds beter verwoorden (waardoor ze of met een alternatief komen of jij kan helpen een oplossing aan te dragen). 
Onze 4 jarige benoemt nu regelmatig wat ze nodig heeft. Dat ze graag buiten wil blijven en vraagt dan of het goed is dat ze na de speeltuin (terwijl ik kook) nog even in de tuin mag spelen. Of geeft aan dat ze niet uit bad wil omdat ze nog een navelpluis heeft/het niet koud wil hebben. Dan kan je de belemmering oplossen. 

Wat hier helpt: 
1. Pick your battles, moet je echt weg uit de speeltuin of kan je nog even blijven. Soms kiezen we bewust een battle uit omdat we willen dat dat element in de toekomst minder battles oplevert. 
2. Stel kaders en blijf consequent. (Al kunnen kaders vaak net iets ruimer dan je initieel denkt, zie ook 1))
3. Geef je kind binnen de kaders autonomie. En dat is een mix van keuzes geven en zelfstandigheid (we gaan naar buiten, kies jij de schoenen om aan te trekken? Of Wil je de jas mee of aan?)
4. Vang niet alle negatieve gevolgen van de keuzes af. Dus zonder handschoenen naar buiten en koude handen door de sneeuw: misschien zijn handschoenen toch handig laten we ze aan doen. 
Langer in de speeltuin blijven, dan geen tijd voor filmpje/thuis spelen voor bedtijd. 

Ander voorbeeld met slapen: van mij hoeft een kind niet perse te slapen maar peuter bedtijd is bedtijd. Kortom, je gaat naar bed (en blijft in bed), maar je mag best nog even zingen, je knuffels een verhaal vertellen, liggen met je ogen open. (En dan komt de slaap vanzelf wel).

Ik denk dat de overgang van niet meer slapen en dus nog wat moe zijn niet helpt, dus door die fase moet je even heen en wat vaker tot tien tellen . Kun je 's middags op de bank rustig voorlezen? Dan rust ze toch een beetje, zonder te slapen en kan ze de middag misschien beter aan. 
Een van onze kinderen wilde ook graag dingen zelf beslissen. Dan gaf ik de keuze tussen twee dingen. Ipv de autonomie te geven over (bijvoorbeeld) wat wil je aan, een jurk of een rok, een broek of een korte broek, een t-shirt of een trui, vroegen we: wil je je rode of blauwe broek aan. Dan hadden wij het bepaald, maar dacht zij dat zij het bepaal had. Voor de anderen legden we gewoon de kleren klaar.

Steeds bedenken: het is maar een fase en ook bedenken: is de strijd erg belangrijk? 

Reageer op dit bericht

Je moet je bericht bevestigen voor publicatie, je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.