Pelle
07-12-2009 om 13:04
Trouw: overijverige ouder kweekt onderpresterend kind
Trouw: Overijverige ouder kweekt onderpresterend kind
Onderpresterende kinderen kunnen hun ouders tot wanhoop drijven. Twee moeders maakten het mee en schreven vervolgens een boek met tips hoe hiermee om te gaan.
Heb je al je boeken in je tas, ben je je agenda niet vergeten, denk je aan het werkstuk dat vrijdag afmoet, zal ik voor het eten die Franse woordjes overhoren?
Het dagelijks contact tussen Saskia Bruyn en haar zoon – die inmiddels in de derde klas van het gymnasium zit – bestond vanaf de start van de middelbare school steeds meer uit dergelijke vragen. Ze moest wel, dacht ze, want zijn schoolresultaten lieten te wensen over.
„Ik probeerde maar grip te krijgen op zijn prestaties. Móe werd ik er van”, vertelt ze. „Maar hij bleef relaxed. Zei ik: heb je dat proefwerk al terug? Dan zei hij vaag: oh, weet ik eigenlijk niet. Verdoezelen van de werkelijkheid werd gewoon voor hem. Niet eens bewust. Ook hijzelf wist vaak niet meer hoe het zat, hij leefde in een soort permanente mist over school.”
De zoon van Monique Schaminée vertoonde hetzelfde probleemgedrag. De jongens zaten in Nijmegen bij elkaar in de klas. Het advies van de basisschool en de uitslag van de Citotoets gaven aan dat zij dit niveau aankonden, maar ze bakten er vervolgens weinig van.
Schaminée: „Moest hij iets inleveren op een bepaalde dag, was ie het vergeten. Altijd weer wat. Liegen tegen mij. Zijn focus lag niet bij de school. En toch wilde hij zelf graag naar het gymnasium.”
De sfeer had in beide huishoudens behoorlijk te lijden onder de schoolproblemen van de kinderen. Bruyn: „Aan het begin van de middelbare school denk je nog dat ze opstartproblemen hebben, maar als dat blijft en in de tweede klas doorgaat, dan is er meer aan de hand. Hoe krijg je die motor aan de praat, hoe krijg je ze gemotiveerd voor school?”
Schamineé werkt op een school met hoogbegaafde kinderen, Bruyn studeert psychologie en is onder meer actief als mediator. De beide, vrij wanhopige, moeders herkenden veel in elkaars verhalen en gingen op zoek naar informatie. Ze speurden naar bestaand onderzoeksmateriaal. Veel vonden ze niet en daarom besloten ze zelf een boek te schrijven. ’Onderpresteren’ verscheen eind vorige maand. Met tips voor ouders van leerlingen van de middelbare school die onderpresteren.
Hoe weet je nu als ouder of een kind onderpresteert? Misschien heb je wel te hoge verwachtingen? Volgens Bruyn, naast moeder freelance journaliste en student psychologie, is dat onderscheid weldegelijk te zien. Als een kind continu slechte cijfers voor een bepaald vak haalt, heeft het daar gewoon moeite mee, dan is er geen sprake van onderpresteren. „Maar als de cijfers heel grillig zijn, de ene keer hoog, dan weer heel laag, dan is er wel iets anders aan de hand.” Een leerling die na een scheiding of verhuizing een tijdje minder scoort, hoeft niet meteen een groot probleem te hebben. „Die heeft een mindere periode die het later weer inhaalt. Onderpresteren is een chronisch probleem, dat houdt niet op. Het betekent dat een kind op school structureel minder presteert dan waartoe het in staat is.”
Ook andere verschijnselen kunnen duiden op onderpresteren. Een kind kan de hele tijd van alles vergeten, uren boven de boeken hangen en toch een onvoldoende scoren, niet weten hoe het een klus moet oppakken, faalangst hebben.
Hoe komt dit? De twee moeders dragen in het boek een duidelijke boodschap over, die mogelijk niet elke ouder welgevallig zal zijn. Die luidt: achter ieder onderpresterend kind schuilt een overijverige ouder. Het zijn in hun visie de ouders die hun gedrag moeten veranderen. Dat begint al op de basisschool. Schamineé herinnert zich achteraf hoe zij zelf kwaad werd toen haar zoon trots vertelde dat hij met rekenen had geleerd over kwartjes en dubbeltjes. Kwaad op de school: want de euro was er al, de schoolboeken waren verouderd.
„Ik had moeten zeggen: wat goed dat jij dat al kunt, maar ik reageerde door te zeggen wat stom dat jij dat leert, de school zou beter moeten weten.” Daarmee tastte ze de loyaliteit aan die haar zoon voelde met de leerkracht, denkt ze nu. „Hoe kon hij de volgende rekenles nog serieus nemen?”
En ouders nemen hun kinderen te snel werk uit handen. Ze gaan voor ze naar de bibliotheek als ze een werkstuk moeten maken. Terwijl die verantwoordelijkheid bij het kind ligt. Bruyn: „Je geeft het ongewild de boodschap mee: jij kan dit niet alleen. Ik heb dat soort dingen ook gedaan. Je schiet op de basisschool in een rol en daar kom je later niet meer van af.”
Op de middelbare school kan dit fiks uit de hand lopen. Verstokte probleemgevallen laten in de loop van de eerste en in elk geval in de tweede klas zien dat ze de slag nog niet te pakken hebben. De juiste werkhouding ontbreekt. Bruyn: „Dat is het beste moment om er iets aan te doen.”
Ouders moeten op radicale wijze breken met de manier waarop ze hun kind denken te ondersteunen, via het zogenoemde revolutiegesprek, schrijven de twee. Eerst moeten zij samen bedenken hoe het anders kan in huis en dan wordt het kind geconfronteerd met nieuwe regels. De hoofdzaak: het schoolwerk is voortaan zijn verantwoordelijkheid. Heeft het kind hulp nodig, dan kan het erom vragen. Verder wordt het met rust gelaten
Naar cijfers wordt niet meer geïnformeerd, de vraag is nu hoogstens: wat heb je vandaag voor leuke dingen gedaan op school? Bruyn: „Wij hebben mijn zoon gezegd: vanaf nu geldt een strikte scheiding. Er zijn regels in huis, zoals je kamer moet opgeruimd zijn, daar houden we je aan. Maar je moet zelf je tas inpakken en als je iets vergeet, los je het zelf op.”
Onderpresteren komt veel voor, zeggen de schrijfsters. Tussen de 10 en de 18 procent van de leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs presteert onder hun niveau, constateerde de onderwijsraad, adviesorgaan van de minister van onderwijs, in het rapport ’presteren naar vermogen’ uit 2007. De raad denkt dat het onderwijs de problemen op moet lossen met bijvoorbeeld meer maatwerk op school.
Bruyn: „Een van de lessen die wij geleerd hebben is juist: leg de verantwoordelijkheid voor je kind niet bij de school. Tenzij de situatie heel extreem is natuurlijk. Maar de meeste scholen doen hun best en zijn zoals ze zijn. Leer je kind daar uit te halen wat er voor hem in zit. Als hij klaagt, zeg dan: ga in de leerlingenraad. Laat het hem zelf oplossen.”
Zelf hebben de twee moeders af en toe nog wel moeite met de nieuwe situatie in huis, al is de sfeer sterk verbeterd. Bruyn: „Je moet hem loslaten en dat is moeilijk. Soms is er het gevoel: laat ik hem nu gewoon stikken. Maar ik geef hem juist lucht.”
Schaminée: „Ik vind het nog wel lastig om mijn zoon te vertrouwen. Liegen over cijfers was al zo gewoon geworden, dus ik weet nog niet precies wat ik moet denken over hoe het nu gaat. Maar ook dat moet ik loslaten.”
Hoe herken je een onderpresteerder?
- langdurige dalende lijn in de cijfers
- sterk wisselende cijfers, achten en vieren voor hetzelfde vak
- weinig verantwoordelijkheidsgevoel voor omgeving, hobby’s, sociaal leven
- afhankelijke opstelling, hulpeloos
- begint veel, maakt niets af
- met alles bezig, behalve met school
- liegen over cijfers en alles wat met school te maken heeft
- meer info: www.onderpresteren.nl
Wilma
07-12-2009 om 15:22
Heb zo mijn vraagtekens
De kenmerken van een onderpresteerder zijn ook kenmerkend voor mijn eigen kind, terwijl die volgens mij geen onderpresteerder is qua leren, dus ik vind ze een beetje algemeen, bij veel dingen passend.
Groetjes,
Wilma
rodebeuk
07-12-2009 om 18:53
Breder
Je kan het op deze manier veel breder trekken... we hebben het uiteindelijk over autonomie.
Mag een kind van zijn eigen fouten leren en zijn eigen weg gaan? Lijkt mij erg nuttig.
Ik denk inderdaad dat op dat vlak wel een gevaar op de loer ligt dat ouders er teveel bovenop zitten. Maar dan bedoel ik dus niet puur school, maar veel breder.. alles wat een kind zelf kan doen zou het ook zelf moeten doen, dat zou vanzelfsprekend moeten zijn.
Onderpresteren bij begaafde kinderen is een wat ingewikkelder probleem volgens mij. Soms willen kinderen erbij horen, je aanpassen is heel erg belangrijk bij de kleuters bijvoorbeeld. Dan ben je er niet met je kind loslaten, dan is er meer aan de hand. Je ziet dan bijvoorbeeld dat kinderen doen alsof ze nog niet kunnen lezen..
Tirza G.
07-12-2009 om 19:49
Gelukkig
Ik ben een uitzondering. Er zijn weinig gemakzuchtigere moeders dan ikzelf en ik heb een prima onderpresteerder, die overigens erg tevreden is met zichzelf. Hij mag dat ook gewoon van mij, onderpresteren. Intelligentie is een kadootje. Maar je mag wel zelf beslissen of en wanneer je het uitpakt.
Tirza
Lynna
07-12-2009 om 20:48
Boek gelezen
Ik heb toevallig gister het boek gelezen waar dit artikel over gaat.
Toch had het boek wel een interessante benadering. Wat ik er uit ga gebruiken zijn de gesprekstechnieken, over hoe je je onderpresterende kind misschien weer gemotiveerd voor school zou kunnen krijgen. Woensdag komt ze weer hier en dan wil ik elke dag een gesprekje met haar gaan voeren, volgens de techniek uit het boek.
Dees *
07-12-2009 om 21:35
Oooh tirza
Wat zeg je dat weer mooi!
Die ga ik onthouden, wie weet komt ie nog van pas bij mijn prepuber van bijna 11.
Carla
09-12-2009 om 10:24
Heej dit gaat over mij
Ik vind het toch wel een eye opener..... Het lijkt wel over mij te gaan. Ik ben zo'n moeder die als er om hulp gevraagd wordt het wel even doet. Die regelmatig vraagt of de tas wel ingepakt is en of alles er wel inzit en ben ook nog in staat om het na te kijken. Met een beginnende puberzoon die roept jaaaahhhh mama dat heb ik al gedaan, of jaaahhh mama dat kan ik zelf wel. Euhhmm ik moet er dus wat aan doen, zal de website is even bekijken voor tips.
M Lavell
10-12-2009 om 09:52
Valse verwachtingen
Ik denk dat de dames zichzelf betrapt hebben op overcompensatie van dat wat hun kinderen vanzelfsprekend tekort komen. Pubers vergeten nu eenmaal tassen, agenda's, proefwerken of inleverdata van werkstukken en hebben geen overzicht in hoeveel uur zij wanneer tussen nu en de proefwerkweek aan hun huiswerk zouden moeten besteden.
Toch vraagt het onderwijs dat wel van ze.
Deze moeders lijken niks geleerd te hebben van hun eigen gedrag. Zij verwachten nog steeds dat pubers hun zaakjes op orde hebben, zeer gemotiveerd en zelfstandig aan hun huiswerk gaan en de school met gezellig optimisme, als een soort hobby, te lijf gaan.
Als ik het met een natte vinger psychologiseer, dan verwachten deze moeders van hun zoon dat het een meisje wordt. Liefst nog eentje die verliefd is op de meester én die een goed stel hersens heeft.
De dames beloven plechtig dat ze, tegen vergoeding natuurlijk, van uw onverschillige zoon ook een devoot meisje kunnen maken.
Devote meisjes vertellen natuurlijk alles over school. Iets niet vertellen duidt op verstoppen en dus op slechte cijfers. Doodgewone jongens vertellen niks. Ook niet als ze hoge cijfers halen. Dat merk je pas op het rapport.
De zelftest vraagt:
"Je kind heeft een slecht cijfer behaald. Hoe gaat het daarmee om?
X Vertelt het ons en is duidelijk in zak en as.
X Vertelt het ons vrolijk en nonchalant.
X Wij merken dit pas bij een rapport of ouderavond."
Devote meisjes doen alles met inzet. Ook school. Met tegenzin toch je werk doen komt in dat ideaalbeeld niet voor.
De test vraagt
"Huiswerk...
X ...maakt mijn kind altijd met veel inzet.
X ...maakt mijn kind alleen als ik erachter aan zit.
X ...heeft mijn kind nooit (zegt het)."
Ik kan nog wel even doorgaan. De boekentas is altijd op orde, kind is gemotiveerd voor school (de markt voor de cursus breidt zich nu enorm uit), school is een hobby, etc.
De verwachtingen van deze moeders zijn nog steeds onrealistisch. Hun zonen nog steeds kneedbaar naar het ideaalmodel:Lolita met ontluikend borsthaar. En nu is dat voor iedereen haalbaar via de cursus en dat voor maar 500 euro (inclusief koffie of thee).
Groet,
Miriam Lavell
Emmawee
10-12-2009 om 23:14
Aha!
Nu snap ik het! Ik was gewoon een jongen.
Ik heb op de middelbare school heel veel geleerd waar ik nu nog steeds last van heb. De belangrijkste les: uitstellen loont, met een beetje stress op het eind en / of een huilerig smoesje kom je er wel. Ik heb de zesjes-mentaliteit misschien wel uitgevonden en ben daar op school rijkelijk voor beloond (met achten en negens).
Mijn ouders bemoeiden zich niet of nauwelijks met mijn schoolwerk. Of het is niet tot me doorgedrongen, dat kan natuurlijk ook.
School was trouwens wel mijn hobby. Ik heb toen echt vreselijk hard gewerkt aan mijn sociaal-emotionele ontwikkeling. Heerrrrrlijk.
Groeten! Maw.

