20 maart 2008 door Frans Laarmans

Mijn kind wil geen vader meer

Deel 9 van onze serie over bijzondere kinderen gaat over ouderverstoting. Vader Frans Laarmans vertelt hoe dat voelt.

Afgelopen week belde ik de school van m'n zoon in de stad B.: "Waar blijft nu toch het laatste rapport?" Z'n moeder stuurde het weer niet en ik wachtte al lang. De decaan: "P. zit hier sinds het begin van het schooljaar niet meer op school. We hoorden dat hij misschien naar een internationale school ging."

Waar is m'n zoon? Laat ik u de radeloosheid en de pijn besparen.

Vrienden

Er waren vrienden die de pijn konden voelen, die een traan wegpinkten of onderdrukten. De meesten kwamen direct met goed bedoelde raad, want we zijn een gerationaliseerde samenleving waar je pijn kunt en moet verhelpen, als niets meer helpt. Desnoods met een tv-programma. (Deze site, Ouders Online is daar een mooi voorbeeld van: wat een ongehoord prachtige verzameling wijsheid bij elkaar. U hoeft maar een kik te geven en hup daar is een antwoord. Voor alles een oplossing...)

Die goed bedoelde raad van mijn omgeving is al jaren hetzelfde. De ene helft zegt sussend: "Je kind komt wel naar je toe als hij ouder is". De andere helft zegt strijdlustig: "Je moet je ex eens flink aanpakken, een tijdje niet meer haar vorstelijke beloning voor de misdaad sturen" (ik betaal al jaren ruimhartig voor mijn kinderen en hun moeder). "Of je gaat naar de rechtbank."

Ik wil het niet

Beide soorten adviezen zijn even juist als zinloos. Ik wil dat helemaal niet. En wel hierom niet: ik wil de vervreemding niet accepteren en ik wil de haat niet accepteren. En ik wil daar zeker niet ook nog zelf een schepje bovenop doen met harde maatregelen.

Ik zie Batlieden, Supermannen en Zorro's tegen gevels klimmen en vergaderingen verstoren. Ze schreeuwen om aandacht van de media. Zal dat helpen? De Dwaze Vaders zullen nu toch gehoord worden? Regelmatig mailt een kennis een artikel van weer een actie en toont plaatsvervangende blijheid voor de aandacht voor mijn lot. Maar ik weet het, eerlijk gezegd, niet zo. Ik ben niet blij met hun openbare strijd. Hoe komt dat toch?

Misschien omdat het weer, zoals met alle discussie in deze maatschappij, om belangen gaat. De vaders hebben een belang en veel meer nog: ze hebben een recht. En dat recht willen ze afdwingen. Ze 'komen op voor hun belangen'. Goed toch?

Geschonden recht

Ik weet het nog steeds niet. M'n geschonden recht zit me natuurlijk wel dwars. Zo heb ik bij tijd en wijle aanvechtingen om de president van de rechtbank in Rotterdam in een parkeergarage op koele wijze aan zijn einde te helpen, of in de sector 'familierecht' van die rechtbank met een karabijn een aantal advocaten die de haat opstoken en daar goed aan verdienen, weg te helpen. (Domme gedachten, tja soms gaat het even mis...)

En belangen? Zeker ook, er is een omgangsregeling vastgelegd. Afschuwelijk woord: 'omgangsregeling'. En bijna zo erg: 'omgangsrecht'. Of: 'echtscheidingsconvenant'. Nou, die vellen vol afspraken resulteren in de praktijk in maandelijks 2.600 euro overmaken naar een ver land en nooit iets terugkrijgen.

Ik haat die haat

Maar mijn geschonden recht, daar gaat het me toch niet echt om. Wat me wél vreselijk dwars zit, is die haat. De haat waarmee mijn kinderen worden grootgebracht. M'n gevoel stuit steeds weer op die haat en de machteloosheid om er wat aan te doen.

Zijn wij een extreem geval? Ik ben bang van niet. Overal hoor ik moeders – bij vrouwen merk ik vaak grotere teleurstelling – maar ook vaders, impliciete boodschappen van haat afvuren. Ze kijken dan schuin naar me met zo'n blik die zegt: "hoor mij nu toch subtiel zijn!"

Maar God, wat zijn ze bij mij aan het verkeerde adres. Ik haat die haat. Het eerste wat ik doe bij een moeder die de vader zonodig moet veroordelen, is tegen het kind lieve dingen zeggen over die vader. En andersom evenzeer: als vrienden of kennissen het wagen om hun ex te veroordelen bij hun kinderen, kunnen ze de wind van voren krijgen van me. Zaai geen haat bij je koters...

Beter scheiden dan ruzie maken?

En nog zoiets: toen het huwelijk dreigde te stranden, stonden vrienden klaar met de mededeling: het is beter voor de kinderen dat ze uit elkaar gaan dan dat ze ruzie maken. Die Pavlov-reactie, je hoort haar dagelijks. Redelijk, toch? Maar waar waren jullie om met ons te vechten om weer op de rails te komen, om het begin en de kern van ooit diepe liefde terug te vinden en weer te laten bloeien? Om met ons te huilen, bidden en vechten?

Het is veel makkelijker om het failliet van een relatie te accepteren dan je ertegen te verzetten. En zo gaan ook maar weinig mensen in verzet tegen de overwinning van de haat die allerwegen voortschrijdt. Het is een oorlog die zich vlak onder onze neus afspeelt. Een oorlog met grote gevolgen voor de kinderen. Voor iedereen.

Waarom impliciet die haat accepteren en voeden? Waarom zeggen mensen zo vaak: "Het is beter zo." Voor wie eigenlijk?

Het gaat niet om de vaders

Ik zal tot in m'n graf houden van de moeder van m'n kinderen, en ook van de andere vrouwen die sedertdien passeerden. Ik hou van hen, het is een niet te wissen harde schijf. De liefde voor hen is onuitwisbaar, als die is voor vrienden die vrienden zijn en niet alleen maar wijsgeren.

We zouden die haat niet moeten accepteren, niet bij kinderen, niet bij ex'en, niet om ons heen, niet in de samenleving, niet op televisie, niet op school. We zouden zij aan zij moeten gaan staan om kinderen groot te brengen zonder haat. Dat is waar het, denk ik, om gaat. Het gaat niet om de vaders of hun rechten, maar het gaat om de kinderen. Het is niet een gevecht vanuit het belang van vaders, maar het gaat om ons allemaal en de geschonden kinderen in het bijzonder.

Omdat kinderen de liefde nodig hebben, niet de haat. Opdat ze liefde doorgeven en geen haat. En omdat het niet nodig zou moeten zijn om wijze adviezen te krijgen om met haat te leren leven.