Baby Essentials: 10x items die je leven fijner maken

5 november 2006 door Martin Pikaart

We moeten ruimte maken voor een ander soort kinderopvang

Moet je altijd kiezen tussen kinderopvang en thuisblijven voor de kinderen? Nee, het kan ook anders. Martin Pikaart pleit voor de participatie-creche.

Er is de laatste tijd veel te doen over kinderopvang, waarbij nogal eens met modder wordt gegooid. Vrouwen die kiezen voor reguliere kinderopvang – voor drie, vier of vijf dagen in de week – krijgen te horen dat ze hun kind verwaarlozen, terwijl moeders die de kinderopvang grotendeels zelf verzorgen, of overlaten aan opa en oma, wordt verweten dat ze hun talenten verspillen.

Maar intensieve zorg voor je kind en een baan zijn prima te combineren. Het principe bestaat al lang, maar tegenwoordig heet dit een participatie-crèche.

Het beste van twee werelden

Een participatie-crèche combineert de voordelen van de reguliere opvang met de voordelen van de opvang in de informele sfeer. Enerzijds gebeurt de opvang op een wettelijk erkende crèche, anderzijds zijn het bekenden die je kind opvangen.

Wat is een participatie-crèche?

  • de opvang vindt plaats in een ruimte die aan alle wettelijke eisen voldoet, zoals controle door GGD en brandweer, verplichting tot EHBO-diploma's, etc.
  • de enige wettelijke eis van reguliere opvang die niet geldt, is dat de crèche-leidsters gediplomeerd zijn. Een participatie-crèche wordt namelijk gerund door de ouders zelf;
  • je kunt in onderling overleg je kind brengen met de regelmaat die jou aanstaat op de dagen dat je opvang nodig hebt;
  • omdat je na een indraai-periode alle andere ouders goed kent, zijn dit tegen de tijd dat je je kind eraan toevertrouwt, goede bekenden geworden. Je vangt immers steeds met één andere ouder maximaal twaalf kinderen op;
  • de indraai-periode is nodig omdat zo'n crèche geheel op basis van vertrouwen functioneert. Alle ouders moeten dus vertrouwen hebben in nieuwe ouders; daarvoor is de indraai-periode bedoeld;
  • net als in de reguliere opvang ben je altijd van opvang verzekerd, want als een draai-ouder ziek wordt, zorgt die zelf voor vervanging;
  • zwangere draai-ouders (moeders) hebben recht op zwangerschapsverlof. Er wordt dus ook solidariteit gevraagd van de draai-ouders;
  • je krijgt geen boete als je je kinderen door omstandigheden niet op tijd kunt ophalen (net als in de informele opvang). De participatie-crèche is dus veel flexibeler dan de reguliere opvang. Geen zenuwen meer in de file;
  • ook vaders doen mee als draai-ouder. Ouder-participatie werkt bijzonder stimulerend voor de betrokkenheid van vaders. Het is voor alle ouders heel stimulerend om samen aan de slag te gaan.

Leerzaam

Samenwerken met andere ouders is heel leerzaam. Dit is echt learning on the job. In die zin kan het voor veel ouders fungeren als een beschermde variant van een training in het opvoeden van kinderen. Doordat je van elkaar ziet hoe de ander dingen oplost, kun je daar veel van opsteken.

Daarnaast zijn er regelmatig vergaderingen met alle draai-ouders om de gang van zaken te bespreken. Hier komen dingen aan de orde waarvoor tijdens het overdragen van de kinderen ('s ochtends en 's middags) geen tijd is. Bijvoorbeeld als kinderen in een periode zitten dat ze veel aandacht vragen, of zich juist afzonderen.

Hoe ga je daarmee om? Wat kun je eraan doen? Hebben de anderen dat ook? Die vragen komt geregeld aan bod en ze worden onderling of onder professionele begeleiding behandeld. Dat laatste gebeurt op professionaliserings-avonden, die meerdere malen per jaar plaatsvinden.

Wat betekent het voor de kinderen zelf?

Voor de kinderen is deze opvang natuurlijk anders dan een reguliere crèche. Er staan nu ineens twee ouders voor de groep en elke dag twee andere ouders. De meeste kinderen kunnen hier prima mee omgaan, en weten feilloos wat bij welke ouder wel en niet mag.

Natuurlijk zijn er regels waar iedereen zich aan houdt, maar daarnaast zijn er altijd dingen die aan het eigen oordeel overgelaten worden. Dat brengt voor de kinderen soms meer en soms minder vrijheid met zich mee. Net als in het echte leven. Overigens is het meestal zo dat de kindgroep stabieler is dan bij een reguliere crèche: omdat het voor de ouders vertrouwder voelt, hebben de ouders er vaak minder problemen mee om de kinderen vaker te brengen dan nodig is voor het werk.

Wat voor de kinderen geweldig is, is de variatie in aanbod. De ene dag staan er twee vaders die hun muziekinstrumenten meenemen, de volgende dag twee moeders die lekker sportief met de kinderen bezig zijn, dan weer een vader en moeder die een poppenspel opvoeren etc. Elke ouder heeft haar of zijn eigen specifieke talenten, en op deze manier kunnen de kinderen daar optimaal van profiteren. Bovendien zijn de ouders vrijwel steeds enthousiast, omdat ze maar een keer per week voor de groep staan.

En dan... de nadelen

Zijn er dan helemaal geen nadelen van een dergelijke crèche? Dat hangt natuurlijk af van je behoeften, maar de volgende punten zouden als nadeel opgevat kunnen worden:

  • het is pittig werk. Een ochtend en/of middag met een andere ouder voor twaalf kinderen zorgen is weliswaar verschrikkelijk leuk, maar ook behoorlijk intensief;
  • naast je draai-dagen is er een vergader-frequentie van eens in de 4 tot 6 weken voor de gezamenlijke organisatie van de crèche;
  • je moet openstaan voor suggesties van andere ouders;
  • het kost niet alleen energie, maar ook tijd. Voor ouders die allebei vijf dagen willen werken, is de participatie-crèche niet geschikt. Ook is het aan te bevelen om niet alle dagdelen waarop je vrij bent van je werk, te besteden aan de participatie-crèche. Daarvoor is het te pittig.

Deze crèches op basis van participatie bestaan al ruim dertig jaar en hebben bewezen kinderen en ouders een liefdevolle en beschermde plek te bieden waar ze zichzelf kunnen zijn.