Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

29 februari 2008 door Justine Pardoen

Weerbaar maken én beschermen

Moet je reclame voor kinderen aan banden leggen of kinderen weerbaar maken? Justine Pardoen vindt het maar een rare discussie. Ze pleit voor en-en in plaats van of-of.

Kinderen hebben allerlei rechten. Een daarvan is: recht op informatie. Onder verwijzing naar dit recht is in het verleden vaak gepleit tegen web-filtering. We zouden kinderen niet moeten afhouden van informatie, maar ze moeten leren ermee om te gaan.

Deze tegenstelling komt overal terug, in allerlei discussies. Filteren of opvoeden? Beschermen of weerbaar maken? De keuze die je zou moeten maken tussen die zogenaamde tegenpolen leidt echter af van de werkelijke vragen die we ons moeten stellen.

Reclame voor kinderen

Ook bij reclame die gericht is op kinderen, zie je het weer terug. Je kunt dat soort reclame verbieden of je kunt kinderen weerbaar proberen te maken. Meer smaken zijn er niet, lijkt het.

Uit onderzoek weten we dat kinderen moeite hebben om reclame te onderscheiden van neutrale informatie. Kinderen tot 7 jaar zijn domweg niet in staat om reclame te onderscheiden van neutrale informatie. Net zoals een baby nog niet kan praten of lopen. Pas vanaf 9 jaar zijn ze in staat om reclame als zodanig te herkennen (bijvoorbeeld door de vormgeving), en om te doorzien dat reclame bedoeld is om je over te halen iets te kopen. Ze gaan dan de verschillende manipulatieve technieken herkennen. Kritisch zijn ze dan echter nog steeds niet. Pas vanaf 11 jaar kan een kind de kritische houding ontwikkelen die nodig is om mediawijs met reclame om te gaan.

En tóch zien veel mensen het niet zitten om reclame voor kinderen te verbieden. Hetzij uit pragmatisme of berusting ("je kunt er toch niets aan doen"), hetzij uit overtuiging, omdat kinderen er "recht" op zouden hebben om reclame te zien, zoals de lobby-organisatie Reclamerakkers betoogt (o.a. in een persstatement van 5 november 2007). En dus zou je ze weerbaar moeten maken.

Schijndiscussie

Maar eigenlijk is dit een schijndiscussie. Beschermen of weerbaar maken wordt steeds gepresenteerd als een keuze tussen twee elkaar uitsluitende opties, terwijl het helemaal geen kwestie is van of-of.

We hóeven helemaal niet te kiezen tussen de ene optie of de andere. Je kunt gewoon allebei doen. En in de praktijk dóen ouders dat ook al, in diverse situaties en omstandigheden.

Neem bijvoorbeeld de veiligheid in en om het huis. Aan de ene kant proberen ouders hun kinderen te behoeden voor al te grote gevaren, door die gevaren waar mogelijk weg te nemen. Bijvoorbeeld met traphekjes, afsluitbare medicijnkastjes, en afdekplaatjes op de stopcontacten. Aan de andere kant begeleiden ze hun kinderen bij het opgroeien, en het omgaan met de gevaren die daarbij horen. Ze leren ze lopen, snijden met een mes, en zelfstandig naar school te fietsen.

Beter opvoeden

De beleidsmakers, lobbyisten en politici die zo vurig pleiten voor het weerbaar maken (lees: "beter opvoeden") van kinderen, hebben dus kennelijk geen idee hoe het werkt in de praktijk. Ze pleiten voor beter opvoeden maar lijken zich te gedragen als mensen zonder kinderen. Alsof ze zelf nooit een afdekplaatje op een stopcontact geplakt hebben.

In feite zeggen ze: kinderen groeien op in een wereld die draait op stroom, dus moet je de stopcontacten niet afdekken. Nee, ouders moeten hun kinderen gewoon beter ermee leren omgaan! En ze vooral nooit alleen laten met een stopcontact. Alsof dat 24 uur per dag mogelijk zou zijn. Alsof kinderen niet om 5 uur 's ochtends wakker kunnen worden en op onderzoek kunnen uitgaan, terwijl hun beleidsmakende, lobbyende of politiek bedrijvende ouders nog op één oor liggen.

Het Media-instituut van Plasterk

Ik vermoed dat we het nog vaak zullen tegenkomen, die valse tegenstelling tussen beschermen en weerbaar maken. Minister Plasterk gaat straks dat Media-instituut oprichten en wellicht komt er dan eindelijk eens iets meer toezicht op de manier waarop onze kinderen bestookt worden met commercie.

Het is hoog tijd dat dat gebeurt. Maar wat zullen we zien? Dat de tegenstanders gaan roepen dat het schadelijk is voor de ontwikkeling van kinderen tot zelfstandige mensen, en dat het indruist tegen hun fundamentele kinderrechten om hen te beroven van hun keuzevrijheid.

Recht op bescherming

En als die discussie er komt, dan zou mijn antwoord zijn dat we kinderen waarschijnlijk meer schade berokkenen door hun keuzevrijheid niet te beperken dan door het wel te doen. Anders gezegd: kinderen hebben niet alleen recht op informatie, ze hebben ook recht op bescherming.

Ik denk dus dat we kinderen een groot plezier doen door óók weer hun filter te worden. Door ervoor te zorgen dat ze niet meer alles te zien krijgen wat de wereld te bieden heeft. Door hen óók af te schermen van ongeschikte en schadelijke inhoud. En door hen óók te beschermen tegen te veel commerciële beïnvloeding. Nieuw onderzoek lijkt dat te bevestigen.

Nieuw onderzoek

Een paar dagen geleden kwam een Britse organisatie met een waarschuwing. Recent onderzoek lijkt te wijzen op een relatie tussen het psychisch welbevinden van kinderen en de mate waarin ze de druk van de commercie ervaren. Van te grote druk worden ze depressief, ook al hebben ze de nieuwste games en lopen ze in merkkleding.

En wie zijn het kwetsbaarst voor commerciële druk? Mensen met weinig geld, kinderen en pubers. En dan vooral kinderen en pubers die opgroeien in arme gezinnen. Juist zij willen later een baan die veel geld oplevert, in plaats van voldoening. Met alle schadelijke gevolgen van dien, zoals stress en burnouts.

Minder keuzes, in plaats van meer

Laat één ding heel duidelijk zijn: als ik pleit voor bescherming (naast weerbaar maken) dan bedoel ik daarmee niet: "alle reclame verbieden". Dat soort bescherming is noch wenselijk noch haalbaar. Onder bescherming versta ik vooral: aanbieden met beleid, en keuzes niet overlaten aan de kinderen.

Ik zie mij daarin gesteund door de Times-columniste Alice Miles. Die pleitte er eind februari ook voor: minder keuzes, in plaats van meer. Kinderen hoeven niet behandeld te worden als volwassen consumenten; dat is niet in hun belang.

Bronnen: