Baby Essentials: 10x items die je leven fijner maken

26 mei 1999 door Justine Pardoen

'Laat maar lekker bonken'

Van januari 1999 tot april 2001 verzorgde Ouders Online elke woensdag een halve pagina over 'opvoeding' in het dagblad Trouw, geïnspireerd op datgene wat er die week bij Ouders Online was voorgevallen. Het onderstaande artikel maakt deel uit van die serie.

Sommige ouders vrezen het moment waarop ze hun kind in bed leggen. Op dat moment begint het: het hoofdbonken. Het kind slaat met zijn hoofd tegen de rand van het bed. Met een bijna rustgevende regelmaat. Hard en lang, als in een soort trance. Het doffe gebonk gaat door merg en been en de muren dreunen mee. Dat zit niet echt rustig voor de televisie.

Veel kinderen bonken in hun slaap, vlak voor het inslapen of net na het wakker worden. Ze schijnen zich er nauwelijks van bewust te zijn. Op het Forum van Ouders Online vertellen de meeste ouders dat het gepaard gaat met een soort zingen of neuriën: het lijkt te gaan juist om de combinatie van beweging en geluid. Het is dan ook niet hetzelfde als het bonken van een driftig kind dat zijn frustraties uit of aan het manipuleren is, al ziet dat er soms wel hetzelfde uit.

Ouders voelen intuïtief dat het hoofdbonken een manier is om tot rust te komen. Simone: "Mijn zoon wil geen speen of knuffeltje. Hij bonkt vijf tot tien minuten, soms al neuriënd, en valt dan in slaap. Ik heb een plat kussen tussen het matras en het hoofdeinde van het ledikant gezet. Dat bonkt een stuk zachter!" Tot zichtbare kwetsuren komt het meestal niet. Sommige hoofdjes krijgen kale plekken of rode bulten. Jennifer: "Ik heb me wel ongemakkelijk gevoeld als we samen naar een winkel gingen. Haar gezichtje zat onder de blauwe plekken. Ik was bang dat mensen zouden denken dat ik die kleine meid dagelijks door de kamer smeet."



Nicole kan zich er niet zo druk om maken: "Mijn dochter doet het ook, maar ze lijkt er helemaal geen last van te hebben. Ik schijn dat vroeger ook gedaan te hebben. Dus laat maar lekker bonken. Het kan geen kwaad."

Ward van Alphen, psychiater te Utrecht en verbonden aan Ouders Online voor de vraagbaak 'Opvoeding en gedrag', geeft Nicole gelijk: "Bij kleine kinderen is het eigenlijk normaal, want ongeveer vijftien procent gaat schudden, wiegen of hoofdbonken. Dat begint als ze een maand of negen zijn, en in het normale geval is het voorbij als ze drie zijn. Tegenwoordig denkt men dat het te maken heeft met de rijping van de hersenen. Ouders hoeven zich in dat geval dus echt geen zorgen te maken. Pas als een ouder kind het nog doet, kan dat wijzen op een achterstand in de ontwikkeling of een geestelijke stoornis. Maar in dat geval zal er meer opvallen dan alleen het hoofdbonken, en bonkt een kind vaak ook overdag."

Toch ervaren ouders het zelf niet als 'normaal'. Ook niet bij kleine kinderen. Marijke speculeert: "Misschien wil je kindje je iets vertellen wat het nog niet kan." Van Alphen: "Men neemt inderdaad aan dat de ritmische bewegingen ertoe bijdragen dat het kind tot rust komt. Vergelijk het met wiegen. Maar niet elk kind zal gaan bonken, al was het alleen maar omdat niet elk kind er aanleg voor heeft en omdat het ene kind spanning beter aankan dan het andere. Bij een kind dat er aanleg voor heeft, zal het wel erger worden als de spanning groter wordt. Het heeft dus zin om eens te kijken of het kind niet blootstaat aan te grote spanning."

Ouders van bonkende kinderen komen soms tot de ontdekking dat ze het vroeger zelf ook gedaan hebben. Chris: "Armen onder het kussen en met het voorhoofd op het kussen slaan, terwijl ik hele verhalen zong. Het heeft geduurd tot ik bijna veertien was. Ik stopte ermee toen ik naar een internaat ging, waar ik samen met een andere jongen op een kamer sliep. Heel af en toe probeer ik het nog wel eens, om te voelen wat daar nou zo bijzonder aan was, maar na een paar seconden weet ik dat nog steeds niet." Jeanne zou het nog gedaan hebben als ze niet zwanger was geworden: "Ik ben ermee gestopt omdat ik niet meer op mijn buik kon liggen." Als het geen pijn doet en niemand er last van heeft, kan deze manier om te onspannen blijkbaar tot een gewoonte worden die een kind lang kan volhouden, maar ook plotseling kan staken.

Van Alphen: "Een ouder kind kan er op een gegeven moment toch zelf last van hebben of zich te zeer beschadigen. In dat geval kan een arts iets proberen met medicijnen of een gedragstraining." Maar in alle andere gevallen geldt: zorg ervoor dat het kind zich geen pijn kan doen en wacht tot het vanzelf overgaat. Soms helpt het om het kind heel geleidelijk tot rust te brengen voordat het gaat slapen: samen wiegen, lopen, zingen of naar zachte muziek luisteren.