20 oktober 2006 door Joanna Sandberg

Hoe krijg ik mijn zoon van het roken, drinken en blowen af? (13 jr)

Mijn zoon van 13 is sinds de zomervakantie gestart met roken. Nu kwam ik er onlangs achter dat er ook af en toe geblowd en gedronken wordt. Dit wordt waarschijnlijk door zijn vriendengroepje gezamenlijk gefinancierd, want hijzelf krijgt maar 3.50 euro per week.

Ik kan hem niet overtuigen van de nadelige effecten en verbieden heeft geen zin, aangezien hij het toch doet.

Ik weet me geen raad met deze situatie en zou graag advies hierover willen hebben.

Antwoord

U gaf helaas geen informatie over uw zoon – wat voor jongen het is, hoe het met hem op school gaat, etc. – noch over uw gezin. Dat maakt het moeilijk om een specifiek antwoord te geven. Ik moet mij dus beperken tot een algemeen advies.

Drank, drugs en sigaretten

Elke ouder zou het liefst zien dat zijn kind niet begint aan drank, drugs of sigaretten. Zeker niet als je kind pas 13 is. Maar de verleidingen voor een puber zijn groot, en de industrie denkt helaas meer aan geld verdienen dan aan de gezondheid van jongeren.

Met name het gedrag van de industrie is echt een probleem. Denk bijvoorbeeld aan de introductie van de Breezers, die erg zoet zijn, en speciaal ontwikkeld zijn om jongeren aan het drinken te krijgen (vooral meisjes, die bier vaak te bitter vinden, en alcohol te scherp). Dat zorgt ervoor dat pubers steeds jonger alcohol gaan drinken. Iets dergelijks is gebeurd met sigaretten, waardoor jongeren er eerder en sneller verslaafd aan raken.

Risico's

Het is écht slecht voor pubers om zo jong met dit soort genotmiddelen te beginnen, omdat ze – in tegenstelling tot volwassenen – nog in de groei zijn. De ontwikkeling van de hersenen wordt negatief beïnvloed, en de schoolprestaties kunnen behoorlijk teruglopen. Bovendien lopen jongeren – net als volwassenen trouwens – meer risico's op verkeersongelukken en vertonen ze riskanter seksueel gedrag, als ze onder invloed zijn.

Zeer ernstig is ook dat hoe jonger je ermee begint, hoe groter de kans is op verslaving. Vervolgens kost zo'n verslaving ook nog eens een hoop (zak-)geld, en gaandeweg zelfs steeds meer, omdat een verslaafde steeds meer nodig heeft om hetzelfde effect te krijgen.

Elke vier jaar onderzoek

Het Trimbos Instituut (voor geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en maatschappelijke zorg) publiceert elke vier jaar onderzoeksresultaten. De laatste publicatie over jongeren tussen 12 en 18 jaar stamt uit 2003, en leverde het volgende beeld op:

  • 45% heeft ooit gerookt en bijna 20% daarvan rookt regelmatig;
  • bijna 85% heeft ooit alcohol gedronken en bijna 60% daarvan drinkt regelmatig alcohol;
  • bijna 20% heeft ooit geblowd (dus hasj of wiet gerookt) en bijna 9% daarvan doet dat regelmatig.

In vergelijking met het vorige onderzoek, uit 1999, is het alcohol-gebruik toegenomen, vooral bij meisjes tussen de 12 en 14 jaar. En jongens blijken vaker (en meer) te drinken dan meisjes.

Steeds meer alcohol

Het probleem voor ouders en pubers is dat met name alcohol en sigaretten heel gewoon zijn in onze maatschappij (hoewel volwassenen wel steeds minder roken, de laatste tijd). Geen feest zonder drank. Pubers drinken net als volwassenen steeds meer alcohol. Zij doen gewoon volwassen gedrag na.

Als volwassene, en zeker als ouder, geef je door je eigen gedrag het voorbeeld aan je kind. Het verbieden van drank en sigaretten heeft natuurlijk weinig effect met, als je zelf een sigaret in de mond en een glas in de hand hebt. Toch mogen ouders natuurlijk doen wat ze zelf willen, zolang ze anderen niet schaden, want zij zijn volwassen. Ze zijn niet meer in de groei en hoeven niet meer opgevoed te worden.

Groepsvorming

Pubers zijn nieuwsgierig, ze willen experimenteren, stoer zijn, en vaak ook ouder lijken dan ze zijn. De ouders blijven heel belangrijk, maar het horen bij een groep van leeftijdgenoten is in de puberteit van essentieel belang.

Pubers zijn bezig met het vinden van een eigen identiteit, en dat doen ze onder andere door groepsvorming ('erbij horen'), waarbij de ene groep zich wil onderscheiden van de andere, en zich daar soms ook tegen afzet.

Uw zoon heeft nu aansluiting gevonden bij een groepje dat zich wil onderscheiden door samen te roken, te drinken en te blowen. De groepsleden willen tegenover elkaar en tegenover de buitenwereld laten zien dat ze niet bang zijn om te experimenteren. Daardoor wordt de groepsidentiteit versterkt.

Temperament

Uw zoon is 13 jaar, en dat is wel heel jong. Veel ouders verbieden dan ook hun puber van 13 om te roken, te drinken en te blowen. Soms helpt dat nog op die leeftijd, maar vaak ook niet. Bij u werkt het in ieder geval niet, zoals u vertelde.

In plaats van 'verbieden', waar vaak een straf aan vastzit als het verbod overtreden wordt, kun je ook kiezen voor 'belonen'. De bekende brommer of de rijlessen bij niet roken. Ook dat is bij u niet aan de orde, omdat uw zoon al begonnen is.

Een andere mogelijkheid is 'overleggen'. Er zijn kinderen waar goed mee te praten valt, en waarmee je in goed overleg de regels kunt vaststellen voor (niet) roken, (niet) drinken en (niet) blowen. Of dat werkt of niet, heeft vaak te maken met het contact dat je met je kind hebt, en met de mate waarin je al vóór de puberteit over dit soort onderwerpen bent gaan praten. Uit uw verhaal begrijp ik dat uw zoon helaas niet zo gevoelig is voor deze aanpak.

Maar het blijft moeilijk natuurlijk. Want uiteindelijk blijf je toch afhankelijk van het temperament van je kind. Sommige kinderen hebben nu eenmaal de onbedwingbare neiging om over grenzen te gaan, spanning en risico's te zoeken, etc. Ook al ben je als ouders nóg zo vaardig in het opvoeden, dan nóg zijn dit soort pubers vaak niet te houden in hun experimenteer-gedrag.

Niet opgeven

Met mijn opmerking over het temperament wil ik zéker niet suggereren dat je het dan ook maar moet opgeven. Een kind van 13 is gewoon nog té kwetsbaar om hem gewoon maar zijn gang te laten gaan.

Om te beginnen raad ik u aan om eens na te gaan waaróm uw zoon rookt, blowt en drinkt, en waaróm hij zo graag bij die groep wil horen. Want als u begrijpt waarom hij die keuzes gemaakt heeft, en wat er aan zijn gedrag ten grondslag ligt, kunt u hem beter motiveren om dat gedrag te veranderen.

Bijvoorbeeld:

  • het kan zijn dat uw zoon onzeker is, en dat hij door te roken, etc. zijn onzekerheid wil verbloemen;
  • of omgekeerd: misschien doet hij niet stoer maar is hij gewoon stoer (of 'temperamentvol' zoals ik dat eerder noemde), en zoekt hij bewust risico's en spanning op;
  • misschien kan hij niet tegen de groepsdruk op, en is hij niet weerbaar genoeg om "nee" te kunnen zeggen;
  • misschien heeft hij moeite met contact leggen, of voelt zich verlegen en geremd. Door het gebruik van genotmiddelen kan hij zich dan vrijer voelen en zich gemakkelijker sociaal bewegen;
  • misschien heeft hij problemen, of dingen die hem dwars zitten. Dan kan het zijn dat drinkt en blowt om minder met zijn zorgen geconfronteerd te worden;
  • enzovoorts, enzovoorts.

Praktische adviezen

Zodra u begrijpt wat er achter zijn gedrag zit, kunt u hem dus beter helpen. Wat kunt u dan zoal doen? Hieronder volgen een aantal praktische adviezen.

  • geef zelf het goede voorbeeld;
  • stel duidelijke regels en leg ze uit. Maak afspraken over het naleven van de regels;
  • blijf met je puber in gesprek; niet alleen over 'het probleem' maar juist ook over andere dingen. Toon belangstelling voor de dingen die hij doet en blijf geïnteresseerd in zijn belevingswereld;
  • nodig vrienden en vriendinnen van je puber thuis uit, en probeer ook met hén in gesprek te komen;
  • voer geen lange en zware gesprekken, maar praten naar aanleiding van een concreet geval. Bijvoorbeeld iets wat op de tv was of in de krant stond;
  • ga samen dingen doen die jullie allebei leuk vinden. Zoals: een potje schaken of dammen, naar de film gaan, met z'n tweeën uit eten gaan, etc. Vaak praat het ook gemakkelijker als je samen iets doet;
  • vertel eerlijk over uw eigen ervaringen en fouten, en leg goed uit waarom uw zoon dat beter anders kan doen;
  • geef uw zoon het vooruitzicht dat hij over enige tijd thuis een biertje mag drinken bij speciale gelegenheden. Probeer hierover te onderhandelen. Als u bijvoorbeeld zegt: "als je 16 bent", en hij zegt "als ik 14 ben", dan komen jullie uit bij 15. Zo maakt u hem mede verantwoordelijk voor zijn gedrag en wordt het makkelijker om hem daar ook op aan te spreken;
  • bespreek regelmatig met uw zoon of hij zich aan de afspraken houdt, geef hem zo vaak als maar mogelijk is complimenten als hij het goed doet;
  • toon vertrouwen in uw zoon, maar blijf alert en let op signalen. Als hij de fout ingaat, probeer dan te praten, en niet te straffen.

Veel succes!

Lees ook: