Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
29 april 2005 door Saskia Nihom-Nijstad
Onze oudste zoon van (net) 6 jaar kan erg moeilijk met zijn emoties omgaan. Als baby huilde hij soms 22 van de 24 uur. Sommige dagen ging het wat beter, maar dan huilde hij nog steeds minimaal 5 à 6 uur per dag. Dit heeft ruim 1 jaar geduurd. Regelmatig hebben we 's avonds of in het weekend radeloos bij een arts gezeten, maar met onze zoon was niets aan de hand.
Kruipen deed hij ook niet. Hij bewoog zichzelf voort door met zijn kontje over de grond te schuiven.
Na zijn eerste jaar was hij regelmatig driftig, waarna hij ging hoofdbonken tegen de grond, tegen het bed, of tegen de muur.
Toen hij een peuter was, werd het alleen maar erger met zijn driftbuien. Ik heb toen de hulp van het consultatiebureau ingeschakeld. Inmiddels was ik ook zwanger van de tweede. De mevrouw van het CB is bij ons thuis geweest en heeft onze zoon geobserveerd. Volgens haar waren wij te lief, en had hij te veel speelgoed in de woonkamer staan. We moesten het speelgoed-aanbod beperken en wanneer hij een driftbui kreeg (omdat hij zijn zin niet kreeg, of om welke andere reden dan ook) moesten we hem even apart zetten op de gang.
Dit heeft eventjes gewerkt, tot dat de kleine man met de hakken van schoenen tegen de glazen ruitjes van de gangdeur ging staan timmeren. Ook heeft hij een keer toen hij kwaad was (hij was 2½ jr) wat tuinspeelgoed in de sloot gegooid. (Wij wonen aan een sloot en die is afgeschermd met een hek dat op 3 meter van de sloot vandaan staat).
Ook heeft hij zijn net nieuwe sandaaltjes in de sloot gemikt. Als hij voor kwaad boven zat, en hij moest toevallig net poepen, dan poepte hij, deed zijn luier af, en smeerde hij het aan zijn bed.
Toen zijn broertje geboren was, ging het allemaal weer even heel goed. Hij is ook nooit agressief tegen zijn broertje. Maar toen hij 3½ was, begon hij wel weer met zijn driftbuien.
Hieronder geef ik even een korte omschrijving over hoe hij nu is. Hij is net 6 geworden in maart.
Hij slaapt altijd met de grote lamp aan in zijn kamer, maar eigenlijk slaapt hij het liefst in ons bed. Hij is meteen boos als het niet gaat zoals hij dat wil, dus als hij zijn zin niet krijgt. Dan wordt hij brutaal. ("Ik doe het lekker toch niet, stomme rotmoeder. Jij kan niets. Ik wil jou niet meer als moeder. Ik luister lekker toch niet.") Hij doet dan zijn handen op zijn oren, of hij roept "nahnah na-nahnah".
Hij luistert niet, en maakt geen oogcontact (ook al ga je op je knieën voor hem zitten). Het lijkt hem geen donder te kunnen schelen wat je zegt, gaat tegen me staan grommen met zijn vuisten gebald en trilt dan ook helemaal van woede.
Over het algemeen proberen we dit negatieve gedrag te negeren en positief gedrag te belonen. Maar wanneer we hem negeren, gaat hij echt tot het uiterste, waardoor hij het ons heel moeilijk maakt.
Op school gaat het qua grove en fijne motoriek prima met hem. Hij heeft veel vriendjes, maar kan daar ook veel ruzie mee maken. Als een ander wat heeft, moet hij dat ook, anders moet het andere kindje het ontgelden. Hij scoorde zwak met de kleuterCito "Taal" en ook met de Cito "Ruimte en tijd".
Hij heeft nog geen besef van de dagen van de week, ook al wordt dit bijna dagelijks zonder dwang herhaald. Als ik hem vertel dat het vandaag maandag is, en ik hem 10 minuten later vraag: "Hé lieverd, welke dag was het nu ook alweer?" dan is hij het alweer vergeten.
Bij ruzie met zijn "beste" vriendje kan hij zich niet uiten. Dat vriendje is heel rustig en ook net even wat sneller met leren dan de andere kindjes (waarschijnlijk hoogbegaafd). Bij een ruzie tussen de heren is het dan zo dat zijn vriendje zich heel goed kan redden met zijn woorden, waardoor mijn zoontje zich in het nauw gedreven voelt en fysiek agressief wordt. Hij heeft dat vriendje al eens expres flink gekrabd, waar nu nog een littekentje van zichtbaar is. Gelukkig kunnen wij goed met zijn ouders overweg, en zij goed met onze zoon. Zo zijn de mannen nog steeds wel dikke vrienden. Alleen zodra het dus te lastig wordt voor mijn zoon, wordt hij agressief.
Hij heeft ook zijn goede momenten, en hij heeft een grote mond maar een klein hartje. Ik ben zo bang dat het – als het zo doorgaat – straks helemaal verkeerd gaat lopen. Misschien kunt u mij raad geven?
Dat was een lang verhaal. Samenvattend: uw zoon van net 6 jaar zit niet lekker in zijn vel. Hij was een huilbaby, een driftige dreumes, bonkte met zijn hoofd tegen zijn bed of tegen de grond, had als peuter last van woedebuien en smeerde zijn eigen poep overal aan. Hij wil het liefst bij jullie in bed slapen, kan alleen met licht aan in zijn eigen kamer slapen, wil altijd zijn zin hebben, is brutaal, gromt, en trilt soms van woede.
Hieronder zal ik wat meer vertellen over boosheid bij kinderen. Want hoe beter u begrijpt wat er in zijn hoofd gebeurt, des te beter u er zelf mee om kunt gaan.
Om te beginnen wil ik u graag een compliment maken dat u de kracht heeft gevonden om uw verhaal zo uitgebreid te vertellen en ook dat u van alles heeft geprobeerd om het gedrag van uw heftig reagerende zoon in goede banen te leiden. Het is volkomen begrijpelijk dat u nu niet meer goed weet hoe u met uw oudste kind verder moet.
Wel vraag ik mij af hoe het komt dat het u – met alles wat u inmiddels heeft geprobeerd – niet lukt om uw zoon duidelijk te maken dat u het in huis voor het zeggen heeft...
Mijn indruk is dat uw zoon zich dikwijls en in veel verschillende situaties heel erg boos en uitermate machteloos voelt. Zijn boosheid en machteloosheid leiden tot het gedrag dat u beschreef. Schelden tegen zijn moeder, niet willen luisteren, onverschilligheid, ruzie maken, zijn vuisten ballen, grommen en trillen, en zich verzetten.
Al vanaf zijn babytijd geeft uw zoon signalen af waarmee hij zijn omgeving laat weten dat hij van binnenuit heftig reageert op prikkels van buitenaf. Het heftige huilen, de driftbuien, het bonken met zijn hoofd, zijn woede-uitbarstingen en het smeren met poep wijzen allemaal op negatief geladen emoties waar hij niet goed raad mee weet. Sterker nog: emoties waar hij hulp bij nodig heeft.
Wat is boosheid eigenlijk? Boosheid is een emotie. We kennen vier basis-emoties: vreugde, verdriet, boosheid (woede) en angst. Deze emoties horen bij het leven en iedereen kent de gevoelens die erbij horen.
Als je boos bent, gaat je bloeddruk omhoog en gaat je hart sneller kloppen. Je kunt boos worden van een situatie, maar ook van een gedachte. Door boos te worden kun je je hart luchten, waardoor je boosheid (of woede) weer wegebt. Boosheid is een oer-instinct om tijdig op te komen voor jezelf als er gevaar dreigt, of als je onrecht wordt aangedaan. Een primaire impuls om jezelf te beschermen tegen onrecht en om onrecht te vermijden.
Het is belangrijk dat je als kind leert om je eigen gevoel van boosheid te herkennen, te respecteren en er vervolgens mee te leren omgaan. Door met je eigen boosheid te kunnen omgaan, leer je weer omgaan met de boosheid van anderen.
Niemand hoeft zich voor zijn boosheid te schamen. Je moet leren je boosheid te uiten, je omgeving te laten weten dat je boos bent en wat daar de reden van is.
Je omgeving moet echter geen last hebben van de manier waarop je je boosheid uit. We leren allemaal dat we niet gaan meppen en ook niet gaan schelden of tieren. We leren hoe we onze woede kunnen uiten met woorden, waarbij onze gezichtsuitdrukking, intonatie en lichaamstaal de boodschap extra kracht kunnen geven.
Hoe komt het eigenlijk dat een kind boos wordt? Je kan heel boos worden als je iets niet lukt. Jonge kinderen worden daarom vaak boos. Ze voelen zich gefrustreerd en zijn oprecht verontwaardigd omdat ze niet voor elkaar kunnen krijgen wat ze willen.
Soms zijn ze gewoon te jong en proberen ze iets te doen waar ze nog niet aan toe zijn. Soms moeten ze meer oefenen en lukt iets niet de eerste keer. Soms lopen ze tegen grenzen aan, die de omgeving hen oplegt en moeten ze leren accepteren dat ze niet in alles hun zin kunnen krijgen. Dit zijn normale processen, waarbij begripvolle ondersteuning onontbeerlijk is.
Je kan ook heel boos worden als iemand iets tegen je zegt dat je pijn doet. Iemand kan je beledigen, afwijzen of kleineren. Ook dan voel je heftige gevoelens van boosheid in je lijf.
Voor jonge kinderen is het heel moeilijk om dergelijke kwetsingen te hanteren. Ze kunnen zich nog niet verweren met woorden, dus doen ze het met hun stem, hun lichaamstaal en hun gedrag. Zoals schoppen, slaan, gillen, bijten en krabben.
Als een kind het gevoel krijgt dat zijn boosheid niet serieus wordt genomen of niet wordt erkend, maakt zich een gevoel van machteloosheid zich van hen meester. Zo'n gevoel kan voor kinderen heel beangstigend zijn. Hoe zit deze wereld in elkaar? Wat moet ik doen om het te begrijpen en er mee om te gaan?
Het is van groot belang dat kinderen leren om op de juiste manier hun boosheid in goede banen te leiden. Hierbij hebben ze de hulp van hun ouders nodig. Wordt het kind met begrip begeleid, dan ontwikkelt het kind steeds meer eigenwaarde, leert het goed voor zichzelf opkomen en neemt de felheid van de woede in de loop der jaren af.
Leer je dat niet, dan is de kans groot dat je later blijft steken in agressief gedrag.
Ook is het van belang hoe ouders zélf met hun boosheid omgaan. Kinderen kijken naar het gedrag van hun ouders en als ouders zelf vaak boos en opvliegend reageren, dan nemen de kinderen dit voorbeeld over.
Jonge kinderen (tot het 4e levensjaar) uiten hun boosheid nog heel primair. Hun oprechte verontwaardiging uiten ze door boos te zijn. Als opvoeder kun je je meestal goed verplaatsen in de verontwaardiging van het jonge kind en zo begrip tonen voor de reden van de boosheid. Het jonge kind reageert meestal goed op begripvolle ouders en de boze bui waait dan vanzelf weer over.
Afhankelijk van de manier waarop jonge kinderen geleerd hebben om hun primaire gevoelens van boosheid te hanteren, kunnen zij – als ze ouder worden (van 4 tot 12 jaar) – goed of minder goed met hun boosheid omgaan.
Ook in die basisschoolleeftijd blijft het belangrijk dat ouders hun kinderen ruimte blijven geven voor hun boosheid. Ouders moeten luisteren naar hun kinderen, en ze het gevoel geven dat hun omgeving begrip en respect voor hen heeft.
Gebeurt dat niet, dan kunnen kinderen een negatief zelfgevoel ontwikkelen, waarbij zich een of meer van de volgende – onwenselijke – situaties kunnen voordoen:
Als er bij herhaling niet geluisterd is naar dat primaire, zuivere gevoel van verontwaardiging, dan barst op een gegeven moment de bom en worden kinderen agressief. Ze hebben zich zó vaak tegen hun gevoel in moeten aanpassen, dat ze zich verbitterd zijn gaan voelen. Ze uiten dat door middel van agressief gedrag, zoals een brutale bek, verbaal geweld, of extreme driftbuien.
Wat er precies met uw oudste kind aan de hand is, weet ik niet. Maar u maakt zich terecht zorgen en ik eerlijk gezegd ook.
Het zou heel goed kunnen dat hij niet genoeg geleerd heeft hoe hij zijn primaire boosheid een plaats kan geven. Gelukkig is hij nog jong, en kan hij samen met u nog heel veel leren om het tij te keren.
Daarom adviseer ik u (dringend) om hulp te gaan zoeken. Via uw huisarts zou ik naar een kinderpsychiater gaan om uit te zoeken of er nog meer aan de hand is met uw zoon, waardoor het voor u en voor hem zelf zo moeilijk is om zijn negatieve emoties te reguleren.
Tot slot een paar tips voor dit moment:
Ik wens u sterkte, en succes bij het zoeken naar hulp.
is opvoedkundige en heeft een praktijk voor opvoedingsondersteuning in Amsterdam.