1 januari 2000 door Ward van Alphen

Nichtje van 10 durft nooit bij anderen naar de wc

Ik heb een nichtje van 10 jaar. Ze is al zindelijk geweest en is eigenlijk nog steeds zindelijk. Het probleem dat speelt, is dat zij, nooit bij anderen naar het toilet durft, enkel thuis en op school. (En dan tijdens de les, wanneer er geen andere kinderen aanwezig zijn). Haar moeder moet haar altijd naar het toilet vergezellen, anders lukt het haar niet om te plassen.

Mijn nichtje durft niet meer bij vriendinnetjes te gaan logeren en kan heel lang haar plas ophouden, tot ze thuis naar het toilet kan. Soms is ze ook angstig, omdat ze denkt dat ze pijn zal krijgen.

Antwoord

Wederom een moeilijke, maar ook interessante vraag. Moeilijk, omdat we verder zo weinig van uw nichtje weten. Wat is het voor een kind? Is ze vrolijk, sociaal? Hoe gaat het met haar op school: kan ze goed meekomen, of heeft ze moeite met leren? Hoe is de gezinssituatie, zijn er factoren aan te wijzen die kunnen bijdragen aan het ontstaan van angsten? Hoe gaan de ouders met de angsten om?

Het lijkt erop dat we te maken hebben met een angststoornis, mogelijk met een fobie. Een fobie is een bepaalde vorm van angststoornis, waarbij de angst zich rond een bepaalde situatie of object concentreert, en waarbij je ook vaak vermijding ziet optreden. Dit alles moet ook duidelijk hinder opleveren voor het dagelijks functioneren.

Tegenwoordig behandel je een angststoornis met gedragstherapie in combinatie met een vorm van ouderbegeleiding. Maar de context zoals hierboven beschreven is van belang. Bijvoorbeeld: bij een kind dat het op school te zwaar heeft met leren en daarbij allerlei angsten krijgt, heeft het geen zin om therapie voor de angsten te geven als je niet ook iets doet met het leerprobleem. Het zou zelfs zo kunnen zijn dat de angsten vanzelf minder worden of verdwijnen als je het leerprobleem aanpakt.

Als een kind heel verlegen is, is het belangrijk dat de sociale vaardigheden van het kind worden gestimuleerd. Maar soms is het ook zo dat een kind helemaal opklaart als het een manier leert om met de angsten om te gaan.

De ouders moeten altijd betrokken worden bij de behandeling. Ze moeten leren welk pad er ingeslagen moet worden om hun kind van de angsten af te helpen. Ouders weten ook vaak goed wat tot nu toe geholpen heeft, en wat niet. Over het algemeen komen ouders en hun kind bij de hulpverlening in beeld als hun eigen strategieën zijn vastgelopen.

In dit geval zou het bijvoorbeeld zo kunnen zijn dat het telkens begeleiden van uw nichtje als ze bang is, de angst weliswaar tijdelijk wegneemt, maar het proces waarbij er steeds weer angst optreedt versterkt. Dat proces moet omgedraaid worden.

Nogmaals: het is altijd moeilijk om een probleem van een kind zo "van afstand" in te schatten. Maar ik denk dat -- als dit inderdaad een groot probleem dreigt te worden -- het verstandig is om professionele hulp te zoeken, bij een hulpverlener die verstand heeft van psychische problemen bij kinderen.

Eerst moet er een inschatting gemaakt worden over de aard van het probleem, en de soort hulpverlening die geïndiceerd is. Grote kans dat dit dan gedragstherapie wordt.