30 september 2005 door Joanna Sandberg

Onze zoon kan niet tegen zijn verlies. Hoe moeten we daarop reageren? (8 jr)

Ik heb een vraag over onze zoon van 8 jaar, die volstrekt niet tegen zijn verlies kan. Achtergrond: wij (man en vrouw) zijn getrouwd en hebben twee zoons van 13 en 8. Beiden zijn gelukkig gezond van lichaam en geest en doen het prima op school. Beiden sporten graag en hebben ieder hun sociale contacten. De jongste van 8 is qua karakter in tegenstelling tot de ander wat extraverter en ook sneller driftig.

Nu is het zo dat hij de laatste jaren toenemend jaloers is op zijn broer, vooral als het gaat om aandacht krijgen. Dit vinden we niet echt abnormaal, maar de heftigheid van zijn emoties loopt soms wel de spuigaten uit. Dit benoemen we wel, maar 't helpt niet veel.

Het laatste jaar komt er nu bij dat hij volstrekt niet tegen zijn verlies kan. Het verliezen van een onschuldig gezelschapsspelletje lijdt al tot onsportief gedrag, boos worden of huilen.

De laatste maanden manifesteert zich dat ook met sport. Hij zit op voetbal en hij gaat bij een tegendoelpunt, of meer als er een nederlaag aan zit te komen, lopen huilen in het veld. Het is vervelend om te zien en andere ouders vragen ook wat er met hem aan de hand is. Nu kunnen me anderen niet zoveel schelen, maar mijn (onze) vraag als ouders is nu eigenlijk hoe we dit gedrag het beste kunnen benaderen.

We hebben al diverse dingen geprobeerd, zoals meegaan met zijn verdriet/woede, het belang van sport- en spelresultaten bagatelliseren, boos worden en dreigen met het stoppen met het spel, of dreigen om hem van voetbal af te halen. Allemaal zonder succes.

Het wordt ondanks doorvragen bij hem, ook ons niet echt duidelijk wat nu het voornaamste probleem is. Is het slecht kunnen verliezen vanwege prestatie-zin? Of bang om gezichtsverlies te lijden danwel zijn zelfvertrouwen te verliezen?

Wat is wijsheid? En ook: is het wel normaal, dit (extreme) gedrag? Ik heb nog niet meegemaakt dat als een kind dreigt te verliezen met Mens-erger-je niet, de tranen over de wangen biggelen.

Ik kan me voorstellen dat het lastig is om op deze info veel raad te geven, maar anders is een tip voor een bezoek aan wie dan ook (als het echt nodig is) ook welkom. Alvast bedankt!

Antwoord

Kleine kinderen kunnen moeilijk tegen hun verlies. Dat is normaal. Maar zoals u zelf al constateert, gaat het in dit geval wel érg ver. Ik wil er daarom graag op ingaan, al moet ik eerlijk zeggen dat ik dat toch wel lastig vind. In de literatuur kon ik er bijvoorbeeld niets over vinden, waardoor ik af zal moeten gaan op mijn algemene kennis en ervaring.

Ik adviseer u dan ook om u niet te beperken tot datgene wat ik erover ga zeggen, maar vooral ook op zoek te gaan naar ervaringen van andere ouders. U vindt hen op het Forum van Ouders Online.

De kern van mijn eigen betoog zal zijn dat uw zoon waarschijnlijk een negatief zelfbeeld heeft gekregen, als jongste zoon met een oudere broer, en dat je dus eigenlijk iets zou moeten doen aan dat negatieve zelfbeeld. Aan het eind van mijn verhaal zal ik daarom praktische tips geven die daarop gericht zijn.

Wat is er aan de hand?

Om te kunnen bepalen wat er nu eigenlijk aan de hand is, vat ik eerst nog even de belangrijkste punten van uw verhaal samen:

  • uw zoon van 8 is qua temperament extraverter en sneller driftig dan zijn broer van 13;
  • hij is de laatste jaren in toenemende mate jaloers op zijn broer, vooral als het om aandacht krijgen gaat en hij reageert met heftige emoties;
  • het laatste jaar kan hij volstrekt niet tegen zijn verlies. Als hij dreigt te verliezen met een spelletje, biggelen de tranen over zijn wangen, of hij gaat zich onsportief gedragen, of hij wordt boos;
  • de laatste paar maanden loopt hij te huilen in het veld als er een nederlaag van zijn voetbal-elftal aan dreigt te komen;
  • u heeft al van alles geprobeerd, zonder succes, en het wordt niet duidelijk wat het voornaamste probleem is.

Als je dit zo leest, valt vooral op dat de intensiteit van de problemen de laatste tijd toeneemt. Ook voor uw zoon zelf lijkt het allemaal steeds moeilijker te worden, want voor een jongen van 8 jaar is het heel naar – en beschamend – om te huilen tijdens een wedstrijd. Toch lukt het hem niet om zijn tranen tegen te houden.

Spanning en druk

Dit alles wijst er volgens mij op dat uw jongste zoon steeds meer onder druk en grotere spanning komt te staan. Het lukt hem steeds slechter om met tegenvallende prestaties om te gaan. Hij kan zijn tranen niet bedwingen. Tegelijkertijd vraag je je af waar zijn (gezonde) agressie gebleven is.

Ik denk dat u gelijk heeft dat slecht tegen je verlies kunnen – op deze leeftijd – voortkomt uit prestatiezin, of liever gezegd prestatie-druk, en dat het zelfvertrouwen van uw jongste zoon steeds verder lijkt te worden aangetast bij elk verlies of dreigend verlies.

Verliezen moet je leren

Kleine kinderen kunnen niet tegen hun verlies, dat moeten ze leren. Als het goed is, leren ze dat thuis van hun ouders, die hen ook wel eens laten winnen, zodat ze het plezier in spelletjes behouden.

Maar anderzijds moet je ze ook weer niet ál te veel laten winnen, omdat ze dan – terecht – het idee krijgen dat ze belazerd worden. Die balans tussen winnen en laten winnen is een kwestie van spel-strategie, die ooit heel mooi beschreven is door de journalist Herbert Blankesteijn, in zijn artikel Speel zo hetzelfde mogelijk.)

Door thuis gezelschapsspelletjes te spelen, leren kinderen dat een spelletje niet alleen om de knikkers gaat, maar ook om het spel, de gezelligheid, en het onderlinge contact.

Spelletjes zijn echter niet alleen maar gezellig; ze zijn ook een vorm van strijd. Dat is prima, zeker in situaties met broertjes en zusjes, omdat ze op die manier op een gezonde manier leren om te rivaliseren en competitief te zijn.

Kortom: door sport en spel leren kinderen dat verliezen niet het einde van de wereld is. Het klinkt een beetje oubollig, maar zo werkt het wel.

Terugval

Nu terug naar uw jongste zoon. Die kan de laatste tijd steeds minder tegen zijn verlies, dus ik neem aan dat hij het wel (beter) heeft gekund. Dat is een terugval. Waardoor zou die veroorzaakt kunnen zijn?

Alle kinderen willen aandacht van hun ouders. Kinderen die broertjes en zusjes hebben, zijn dus voortdurend met elkaar in competitie om de aandacht van hun ouders. Uw jongste zoon lijkt erg gevoelig. Hij uit zich behoorlijk emotioneel en driftig. Uw oudste lijkt een gelijkmatiger temperament te hebben en zich goed te ontwikkelen. Hij kan dingen beter, weet meer en mag meer dan zijn jongere broer, omdat hij domweg ouder is en qua ontwikkelingsniveau verder is. Het ziet ernaar uit dat uw jongste zoon zich steeds bewuster wordt van dit verschil.

Zelfbeeld

Mogelijk bokst uw jongste zoon toch erg op tegen zijn broer; hij zou aldoor graag van hem willen winnen, maar voor zijn gevoel verliest hij voortdurend van hem. Waarschijnlijk heeft dit invloed op zijn zelfbeeld, dat steeds negatiever aan het worden is. Het kan overigens zijn dat hij zich daar niet eens bewust van is.

Het beeld over jezelf als kind, ontwikkel je in relatie tot belangrijke anderen, waaronder broertjes en zusjes (als die er zijn), en vooral je ouders. Hoe je – als kind – jezelf ziet, beïnvloedt je gevoel en je gedrag. Het kan zijn dat uw jongste zoon denkt dat zijn ouders meer van zijn broer houden omdat hij zelf zo snel boos, emotioneel en driftig wordt, in tegenstelling tot zijn rustiger broer.

Ook al zegt u niet met zoveel woorden tegen uw jongste zoon dat u het gedrag van zijn broer meer waardeert dan zijn eigen gedrag, toch kan hij dit denken of voelen. Zeker op een gevoelig kind hebben dingen als houding, blikken en gebaren (dus: alle non-verbale communicatie) namelijk een groot effect.

Hoe werkt het?

Misschien werkt het bij uw jongste zoon stapsgewijs als volgt:

  • hij keurt zijn eigen driftige, emotionele gedrag af;
  • en hij denkt dat zijn ouders dat ook doen;
  • daardoor denkt hij dat jullie hem minder waarderen dan zijn oudere broer, die rustiger is;
  • hij wordt daar erg onzeker van;
  • vervolgens probeert hij die onzekerheid te bezweren door prestaties te leveren (om meer bevestiging en dus meer zelfvertrouwen te krijgen);
  • met als gevolg dat het belang van winnen voor hem onevenredig groot is geworden;
  • als hij dan verliest, of dreigt te verliezen, ook al is het maar een bij spelletje, wordt de spanning te groot;
  • waardoor hij gaat huilen of boos wordt.

Kortom: de voortdurende competitie met zijn broer, om de gunst van zijn ouders, lijkt me de sleutel tot het probleem en de oplossing daarvan. De onderstaande tips zijn dan ook daarop gericht.

Tips

1. Praat er met z'n allen over aan tafel, en probeer erachter te komen of de bovenstaande analyse zou kunnen kloppen. Richt daarbij het gesprek niet alleen op uw jongste zoon maar ook op uw oudste. Vraag of hij zich iets kan voorstellen bij die competitie tussen hem en zijn jongere broer. Laat hij bijvoorbeeld regelmatig blijken aan zijn broertje dat hij alles beter kan, ook al is dat nonverbaal?

2. Ga na hoe uw jongste zoon op school functioneert. Wordt hij misschien gepest? (Kinderen durven dat vaak niet te vertellen.) Praat met de leerkracht. Herkent die het probleem? Loopt hij misschien op school op zijn tenen?

3. Realiseer u dat elk kind anders is. Als ouder moet je elk kind anders behandelen, en aansluiten bij de behoefte van het kind.

4. Geef beide kinderen, maar vooral uw jongste zoon die het zo moeilijk heeft, veel complimentjes. Niet zo zeer voor datgene wat hij presteert, maar meer voor wie hij is en hoe hij zich gedraagt. Geef dus vooral ook complimenten voor gewone dingen, zoals helpen in het huishouden en gezellig meedoen.

5. Vergelijk de broers niet (waar ze bij zijn) maar waardeer ze juist om hun individualiteit.

6. Bedenk dat een vader belangrijk is in de opvoeding van de kinderen, zéker als het jongens zijn. Voor zover mogelijk moeten vaders dus veel leuke dingen met hun zoons doen, zoals fietsen, varen, vissen, voetballen, muziek maken, en samen naar evenementen gaan. Zorg ervoor dat elk kind persoonlijk tot zijn recht komt. Zeg dus: "Ik ben nu bezig met je broer, een andere keer weer met jou", als je bezig bent met een van tweeën.

7. Lees uw zoon 's avonds voor als hij naar bed gaat, en neem de tijd voor hem.

8. Zorg dat jullie veel stoeien, knuffelen en spelen.