10 oktober 2008 door Annelou de Vries

Wat voor probleem heeft mijn kind en wie kan hem daarbij helpen? (8 jr)

Vorig jaar hebben we op eigen kosten onze zoon (nu 8, enig kind) laten testen door een bureau van gespecialiseerde psychologen. De school zag er het nut niet zo van in; hij presteerde toch goed in de cito-toetsen al lette hij dan zelden op en had hij nooit zijn werk af...

Wij zagen zowel in de thuissituatie als in de schoolsituatie genoeg redenen om hem wel te laten testen en we wilden niet langer wachten op de GGZ-wachtlijst. Conclusie van het bureau: een vermoeden van ADHD met mogelijk Asperger (IQ 130) of PDD-NOS.

We werden doorverwezen naar een kinderneuroloog. Een half jaar later hadden we ook daarvan een diagnose ADHD, met wel wát (maar niet voldoende) kenmerken van PDD-NOS. Via de huisarts werden we nu doorverwezen naar de poli kinderpsychiatrie van het ziekenhuis.

Na weer twee gesprekken kregen we van haar een nieuwe doorverwijzing: een paar telefoonnummers van kinderpsychiaters.

De school is na de eerste rapportage in elk geval een beetje met ons in gesprek gegaan, en wordt nu – een half jaar na de "diagnose" van de kinderarts – nog wat actiever. Ze zouden een rugzakje aanvragen. Vanmorgen kreeg ik te horen dat de diagnose van de kinderneuroloog daar niet voldoende voor was; het moest perse een psychiater zijn.

Zelf ben ik erg aan het twijfelen. Behalve die telefoonnummers heb ik niet meer informatie over de psychiaters, en na al die gesprekken en onderzoeken die we al achter de rug hebben, hebben we nog steeds niet meer "hulp" gekregen dan boektitels en schriftelijke informatie.

Ik heb geen zin in nog meer onderzoek en intakes die niets opleveren. Misschien stel ik ook de verkeerde vragen. Ik wil vooral praktische handvatten voor thuis en op school, om te zorgen dat mijn zoon wat gemakkelijker door het leven rolt en heb behoorlijk veel twijfels bij een aanpak met medicijnen. Een psychiater klinkt ook meteen zo zwaar. Zou die ons wel met dit soort praktische vragen kunnen helpen?

NB zijn vader heeft waarschijnlijk ook ADHD - hij herkende veel van de symptomen en is inmiddels door de huisarts doorverwezen - ook daar zijn de intakes inmiddels begonnen...

Antwoord

"Bij wie moet ik zijn voor praktische handvatten om thuis en op school beter om te gaan met mijn kind?" Of misschien specifieker: "Wat voor probleem heeft mijn kind en wie kan hem daarbij helpen?" Dat zijn vragen die niet alleen u zich stelt, maar ook veel andere ouders met kinderen die extra zorg nodig hebben. Daarnaast zijn het vragen die de regering al jaren bezig houden en waarvoor in deze regeringsperiode zelfs een speciale minister voor Jeugd en Gezin is aangesteld.

De vragen zijn simpel, maar de antwoorden helaas wat minder. Hieronder zal ik uitleggen hoe dat zit.

Geduld en doorzettingsvermogen

Zowel ouders als de overheid hebben een glasheldere wens: snelle en kortdurende hulp als het probleem licht en gemakkelijk beïnvloedbaar is, en intensieve en stevige specialistische hulp als het probleem complex en moeilijk aan te pakken is.

Dat klinkt gemakkelijk, maar in de praktijk ligt het vaak wat ingewikkelder. Soms is het bijvoorbeeld moeilijk om direct de aard van het probleem vast te stellen, en is de juiste hulp pas te vinden na een lange zoektocht.

Kan dat niet sneller? En kan de hulp niet overzichtelijker aangeboden worden? Ik denk dat daar nog veel in te verbeteren valt, maar ik denk ook dat je als ouder (maar ook als kind) het best af bent als je het geduld en het doorzettingsvermogen kunt opbrengen om die lange weg toch af te leggen.

Zeker als er gedacht wordt aan ADHD en/of PDD-NOS en eventueel medicatie, zoals bij uw zoon, dan hoort een kind eigenlijk gezien te worden door een instantie die goed is toegerust voor complexe problemen. Dat is: een kinderpsychiatrische instelling (een onderdeel van de GGZ oftewel de geestelijke gezondheidszorg).

Welke hulp is er beschikbaar?

Om beter te begrijpen waarom een GGZ-instelling toch de aangewezen plek is voor het diagnosticeren en begeleiden van complexe problemen, zal ik een overzicht geven van de verschillende vormen van hulp die er bestaan.

1. Allereerst zijn er de consultatiebureaus voor jonge kinderen (0-4 jaar) en de opvoedbureaus van de GGD'en voor oudere kinderen. Hier kun je terecht met 'simpele' opvoedvragen. Hier kun je terecht zonder verwijzing.

2. Dan zijn er de eerstelijns psychologische en pedagogische praktijken voor ingewikkelder opvoedingsvragen, en voor tijdelijke problemen (emotionele problemen en gedragsproblemen) ten gevolge van scheiding, overlijden, verhuizing, etc.

Speciale kinderpraktijken bieden vaak ook sociale vaardigheidstrainingen aan, en trainingen om kinderen weerbaarder en zekerder te maken. Ze zijn vaak ook goed in het begeleiden van angstige en onzekere kinderen. Veel van dit soort praktijken kunnen cognitieve gedragstherapie geven (voor angstproblemen, dwangproblemen, etc.), of effectief bewezen psychotherapie, of EMDR, om kinderen te helpen die trauma's hebben doorgemaakt.

De meeste van dit soort praktijken hebben een contract met een ziektekostenverzekering, en de kosten worden dan vergoed. Vaak is wel een verwijzing van de huisarts nodig.

3. Voor complexe opvoedingsvragen zijn er de Bureaus Jeugdzorg, die de ingang zijn naar de jeugdzorg. Sinds 2005 is er de Wet op de Jeugdzorg, die regelt dat ieder kind hier recht op heeft.

Met 'jeugdzorg' wordt meestal bedoeld: intensieve ondersteuning bij de opvoeding van kinderen. Jeugdzorg biedt onder andere:

  • video-home-training;
  • intensieve of gespecialiseerde gezinshulp;
  • oudercoaching;
  • crisishulp of dagopvang;
  • tehuizen als thuis wonen niet meer gaat.

Jeugdzorg biedt programma's waarvan de effectiviteit bewezen is, en die praktische vaardigheden en handvatten bieden.

4. Bij gedrag dat zó ingewikkeld is dat je kunt spreken van een stoornis of een psychische ziekte, is er de GGZ, oftewel de geestelijke gezondheidszorg.

Bij de GGZ is altijd een kinderpsychiater betrokken, die werkzaam is in een groter team. In het hele land zijn er de afgelopen jaren fusies geweest, waarbij de vroegere Riagg's bijna allemaal zijn opgegaan in grotere GGZ-instellingen.

Het gaat hier om problemen als:

  • ADHD;
  • autisme en PDD-NOS;
  • depressies;
  • angststoornissen.

De GGZ heeft voldoende kennis in huis voor psychiatrische diagnostiek, met psychologische tests en psychiatrisch onderzoek.

Zodra de diagnose gesteld is, kan er actie ondernomen worden, in de vorm van:

  • ouderbegeleiding;
  • individuele psychotherapie;
  • groepstherapie;
  • voorlichting;
  • specifieke trainingen;
  • medicatie.

Vaak hebben ze ook een (dag)opnamemogelijkheid, als er intensieve behandeling nodig is, die niet gegeven kan worden als een kind thuis blijft.

Alleen artsen en Bureaus Jeugdzorg kunnen doorverwijzen naar de GGZ. Vaak zit de GGZ bij de Bureaus Jeugdzorg in het aanmeldteam, om direct te kunnen bepalen of een kind bij een GGZ beter op zijn plaats is.

Wachtlijsten

Voor de GGZ zijn helaas vaak lange wachtlijsten. Soms kun je daar omheen, als je terecht kunt bij een kinderpsychiater met een eigen praktijk.

Ook ontstaan er op dit moment steeds meer particuliere initiatieven, zoals de Smith and Jones verslavingsklinieken van Keith Bakker, waarvan de kwaliteit echter niet altijd duidelijk is. Wel hebben zij bijna altijd kortere wachtlijsten.

Hulp ter plekke

Maar hoe vind je nu uit wie waar zit, en bij wie je moet zijn met welk probleem? Wie geeft er goede hulp bij jou in de buurt? Dat kan soms behoorlijk lastig zijn.

Mijn leidraad zou zijn:

  • voor problemen op school - spreek de school aan;
  • voor problemen thuis - spreek de huisarts aan.

Hulp via school

Scholen die er in hun eentje niet in slagen om probleem-leerlingen goed te diagnosticeren of te begeleiden, kunnen een beroep doen op de schoolbegeleidingsdienst. Daar zitten bijvoorbeeld ortho-pedagogen die een diagnose als dyslexie kunnen stellen.

Let op: scholen moeten betalen voor de diensten van de schoolbegeleidingsdienst. Heeft u een probleem-kind, dan is het dus aan te raden om dat zo vroeg mogelijk in het schooljaar aan te kaarten, omdat anders het risico bestaat dat het geld op is.

Voor gespecialiseerde ondersteuning binnen school kan een rugzak (extra geld en hulp) aangevraagd worden. Soms is daar inderdaad een diagnose van een kinderpsychiater voor nodig, zoals bij u, maar niet altijd. Het verschilt per regio. Scholen zijn echter hoe dan ook verplicht om de juiste zorg aan hun leerlingen te bieden!

Hulp via de huisarts

Huisartsen kunnen globaal beoordelen wat er aan de hand is, als er sprake is van gedragsproblemen thuis. Vervolgens kunnen ze u verwijzen naar de juiste personen en instanties bij u in de buurt. De huisarts weet immers wat er lokaal te koop is.

Zelf shoppen

Sommige ouders gaan zelf op zoek naar iemand die hen kan helpen. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn. Bijvoorbeeld:

  • als de school geen geld heeft voor de schoolbegeleidingsdienst;
  • of als de hulp van de schoolbegeleidingsdienst ontoereikend is;
  • of als de ouders een kinderpsychiater te zwaar vinden (zoals bij u het geval is);
  • of als de ouders afgeschrikt worden door de wachtlijsten;
  • of als de ouders slechte verhalen hebben gehoord over Bureau Jeugdzorg.

Soms komen ouders dan, zoals u, terecht bij een zelfstandig bureau. Dat kan goed gaan, of niet. Dat weet je niet. In ieder geval kost het meestal een hoop geld. Zelf zou ik het niet doen.

Ik zou zeggen: als zo'n bureau een contract heeft met een ziektekostenverzekeraar, dan komt dat al aardig in de richting van een kwaliteitsgarantie (die ik als klant minimaal zou willen hebben). Kijk ook naar de scholing van de medewerkers, en naar de BIG-registratie, als je met iemand in zee gaat.

De voordelen van een kinderpsychiater

U heeft al ontdekt dat er ook kinderneurologen en kinderartsen zijn, die zich (uit interesse en vanwege hun zorg om de lange wachttijden bij de GGZ) ook hebben begeven op het gebied van de kinderpsychiatrie, en die kinderpsychiatrische diagnoses stellen, zoals ADHD en PDD-NOS. Ook daar ben ik niet erg voor, en ik zal u uitleggen waarom.

U zei dat u huiverig bent om een kinderpsychiater erbij te halen, maar ik zie minstens drie redenen om dat wel te doen:

  • kinderpsychiaters hebben een specialisatie van 5½ jaar (of meer) achter de rug, die een kinderarts of kinderneuroloog niet heeft gehad;
  • kinderpsychiaters die werkzaam zijn binnen de GGZ, hebben een team van gedragsdeskundigen om zich heen. Zelfstandig opererende neurologen en kinderartsen hebben dat meestal niet;
  • kinderpsychiaters hebben meestal meer tijd dan specialisten in het ziekenhuis. Een consult bij een arts in het ziekenhuis duurt meestal niet meer dan 20 minuten; een kinderpsychiater heeft een uur beschikbaar.

Alhoewel ik wachtlijsten van meer dan zes maanden een serieus probleem vind, en hoewel ik begrijp dat je als ouders geneigd bent naar een ziekenhuis te gaan waar het allemaal veel sneller kan, denk ik dat in de meeste gevallen een GGZ-instelling bredere diagnostiek en gerichtere hulp voor u kan bieden.

Dus:

  • particulier bureau en kinderneuroloog lijken mij niet voldoende;
  • als u alleen praktische handvatten wilt hebben, omdat u denkt dat er verder niet veel met uw zoon aan de hand is, dan zou u bij de GGD (schoolarts) om opvoedingsondersteuning kunnen vragen of bij Bureau Jeugdzorg kunnen informeren of zij iets te bieden hebben;
  • als u denkt dat er wel wat met uw zoon aan de hand is, zoals ADHD, dan zou ik u toch willen adviseren om de moeite en het geduld op te brengen om een kinderpsychiater te bezoeken.

Natuurlijk gaat het u niet alleen om de diagnose, maar om gerichte handvatten en hulp. Daar is echter wel een goede diagnose voor nodig...