11 december 2014 door Remko Enserink

Buikgriep op de crèche

Remko Enserink deed onderzoek naar gastro-enteritis (buikgriep) op kinderdagverblijven. Hieronder zijn bevindingen. Met duiding van de redactie.

1. Kinderen die een kinderdagverblijf bezoeken, zijn ongeveer twee keer zo vaak ziek als kinderen die daar niet naar toe gaan.
Dat geldt voor maagdarminfecties zoals gastro-enteritis, maar ook voor luchtweginfecties zoals een verkoudheid. Vooral kinderen onder de 2 jaar lopen risico. Ieder kind dat een kinderdagverblijf bezoekt, moet gemiddeld één maal per jaar thuis worden opgevangen vanwege gastro-enteritis. Daarmee is gastro-enteritis de meest voorkomende infectieziekte op het kinderdagverblijf.

2. De medische en economische gevolgen van deze infectieziekten zijn aanzienlijk.
Kinderdagverblijf-kinderen bezoeken hun huisarts tweemaal zo vaak als kinderen die daar niet naartoe gaan, en worden tweemaal zo vaak in het ziekenhuis opgenomen voor complicaties van gastro-enteritis. Elk jaar besteedt onze samenleving minimaal 100 miljoen euro aan zorg en behandeling van gastro-enteritis en luchtweginfecties gerelateerd aan kinderdagopvang.

3. Kinderen die een kinderdagverblijf bezoeken, ontwikkelen op de lange termijn geen betere weerstand tegen gastro-enteritis dan kinderen die thuis worden opgevangen.
We zien dat kinderen ná hun eerste levensjaar minder risico lopen om opgenomen te worden in het ziekenhuis vanwege complicaties, als zij vóór het eerste levensjaar starten met kinderopvang. Starten ze ná hun eerste levensjaar, dan zien we dat lagere risico niet. Dit effect is al eerder aangetoond voor luchtweg- en oorinfecties, maar nog nooit voor gastro-enteritis. Overigens is dit ‘beschermende’ effect beperkt tot de kinderopvangjaren; kinderen hebben bijvoorbeeld als ze naar de basisschool gaan, geen betere weerstand tegen gastro-enteritis dan kinderen die thuis worden opgevangen.

4. Factoren die de kans op gastro-enteritis vergroten

  • grote kinderdagverblijven (met veel kinderen);
  • de aanwezigheid van dieren;
  • de aanwezigheid van zandbakken;
  • het gebruik van zwembadjes;
  • centrale verschoonruimten;
  • als medewerkers gedurende een dag van de ene groep naar de andere gaan;
  • als beddengoed en speelgoed niet dagelijks worden schoongemaakt;
  • als oppervlakten niet met chloor worden gedesinfecteerd;
  • als braaksel wordt opgeruimd met katoenen doekjes zonder allesreiniger.

5. Factoren die de kans op gastro-enteritis verkleinen

  • als tijdens een uitbraak zieke kinderen gescheiden worden opgevangen, en worden geweerd van het kinderdagverblijf;
  • als tijdens een uitbraak de medewerkers zo veel mogelijk op hun eigen groep blijven, en zieke kinderen en zieke collega’s thuisblijven.